In deze zaak, geregistreerd onder zaaknummer 10791289, heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 7 juni 2024 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Stichting QuaWonen en een gedaagde die zelf procedeert. De eiseres, vertegenwoordigd door Flanderijn Gerechtsdeurwaarders, heeft een huurachterstand aan de orde gesteld. De procedure begon met een dagvaarding op 31 oktober 2023, gevolgd door verschillende processtukken, waaronder een antwoord en een brief waarin een mondelinge behandeling werd bepaald. Op 8 januari 2024 vond een zitting plaats waarbij zowel de gemachtigde van QuaWonen als de gedaagde aanwezig waren.
Tijdens de zitting is er ruimte gegeven voor overleg tussen de partijen om tot een oplossing te komen. Dit overleg heeft geleid tot afspraken die de partijen gezamenlijk hebben gemaakt. De kantonrechter heeft deze afspraken vastgelegd in het vonnis en opgenomen als bijlage. De partijen zijn veroordeeld om deze afspraken na te komen. Daarnaast zijn er ook afspraken gemaakt over de proceskosten, waardoor de kantonrechter op dat punt geen verdere beslissing heeft hoeven nemen.
De uitspraak benadrukt het belang van samenwerking tussen partijen in civiele procedures en de mogelijkheid om tot een onderlinge oplossing te komen. Het vonnis is openbaar uitgesproken door mr. M. Fiege, die de beslissing heeft genomen in deze zaak.