ECLI:NL:RBROT:2024:6016

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 juni 2024
Publicatiedatum
1 juli 2024
Zaaknummer
10922719
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot voorlopig getuigenverhoor in aansprakelijkheidskwestie na ongeval met thermoskan

In deze zaak heeft de verzoekster, die tijdens een bezoek aan het restaurant van de verweerster een ongeval heeft gehad met een thermoskan, verzocht om een voorlopig getuigenverhoor. De verzoekster stelt dat de thermoskan uit elkaar viel terwijl zij thee wilde inschenken, waardoor hete thee op haar bovenbenen en rechterhand terechtkwam. Zij heeft de verweerster aansprakelijk gesteld voor de schade die zij hierdoor heeft geleden. Om de toedracht van het ongeval te bewijzen, heeft de verzoekster verzocht om getuigen te horen, waaronder twee specifieke getuigen. Tijdens de zitting heeft de verweerster aangegeven geen bezwaar te hebben tegen het houden van het getuigenverhoor en heeft zij ook een eigen getuige voorgesteld.

De kantonrechter heeft het verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor toegewezen, aangezien de verweerster geen bezwaar had en het verzoek voldeed aan de wettelijke eisen. De kantonrechter zal een datum bepalen voor het getuigenverhoor en heeft partijen gevraagd om hun beschikbaarheid door te geven, evenals hun e-mailadressen. Tevens is aangegeven dat partijen verantwoordelijk zijn voor het oproepen van de getuigen, met inachtneming van de wettelijke voorschriften omtrent het horen van getuigen. De beschikking is gegeven door mr. W.J.J. Wetzels en in het openbaar uitgesproken op 14 juni 2024.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10922719 VZ VERZ 24-1049
datum uitspraak: 14 juni 2024
Beschikking van de kantonrechter
in de zaak van
[verzoekster],
wonende te [woonplaats 1],
verzoekster,
gemachtigde: [naam 1] (Letsellijn Personenschade),
tegen
[verweerster],
gevestigd te [woonplaats 2],
verweerster,
vertegenwoordigd door [naam 2].
Partijen worden hierna ‘[verzoekster]’ en ‘[verweerster]’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • het verzoekschrift (ontvangen op 7 februari 2024), met bijlagen;
  • het verweerschrift, met bijlagen.
1.2.
Op 13 juni 2024 is de zaak tijdens een zitting besproken. Daarbij was [verzoekster] aanwezig, bijgestaan door [naam 1]. Namens [verweerster] was aanwezig [naam 3] als gemachtigde. Bij aanvang van de zitting was ook [naam 4] aanwezig, maar hij heeft de zittingszaal verlaten voordat met de inhoudelijke behandeling van het verzoek is begonnen.

2.De beoordeling

Waar gaat de zaak over?
2.1.
[verzoekster] stelt dat zij, tijdens een bezoek aan het restaurant van [verweerster], thee uit een thermoskan heeft willen schenken en dat daarbij de thermoskan uit elkaar is gevallen, waardoor de hete thee op haar bovenbenen en rechterhand terecht is gekomen. [verzoekster] heeft [verweerster] aansprakelijk gesteld voor de schade die zij ten gevolge van het voorval heeft geleden. Om de exacte toedracht van het ongeval te bewijzen heeft [verzoekster] verzocht om een voorlopig getuigenverhoor als bedoeld in artikel 186 Rv te houden, waarbij dan in elk geval [naam 5] en [naam 6] gehoord kunnen worden. Tijdens de zitting is gebleken dat [verzoekster] bij dat getuigenverhoor ook zelf een verklaring wil afleggen.
2.2.
[verweerster] heeft ter zitting te kennen gegeven geen bezwaar te hebben tegen het houden van een voorlopig getuigenverhoor. Daarbij heeft zij aangegeven dat zij bij het getuigenverhoor ook [naam 4], leidinggevende bij [verweerster], wil laten horen.
De kantonrechter wijst het verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor toe
2.3.
Omdat [verweerster] geen bezwaar heeft tegen het houden van een voorlopig getuigenverhoor en het verzoek van [verzoekster] voor het overige aan de wettelijke eisen voor toewijzing voldoet, wijst de kantonrechter het verzoek toe en zal een datum worden bepaald voor het voorlopig getuigenverhoor.
2.4.
Bij het plannen van het getuigenverhoor wil de kantonrechter zoveel mogelijk rekening houden met de agenda van de partijen en de getuigen. Uit praktische overwegingen verdient het aanbeveling dat een datum wordt gekozen waarop alle getuigen aanwezig kunnen zijn. Daarom wordt nu eerst gevraagd de kantonrechter te laten weten op welke ochtenden en/of middagen in de komende maanden de partijen en de getuigen echt niet naar een zitting kunnen komen. Ook wil de kantonrechter graag de e-mailadressen van partijen ontvangen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
wijst het verzoek toe;
3.2.
bepaalt dat het getuigenverhoor zal plaatsvinden op een nader te bepalen datum en tijdstip in het gerechtsgebouw aan het Wilhelminaplein 100/125 in Rotterdam, ten overstaan van de hierna te noemen kantonrechter;
3.3.
bepaalt dat partijen uiterlijk op
vrijdag 28 juni 2024:
  • moeten laten weten op welke ochtenden/middagen in de maanden juli, augustus en september 2024 zij en de getuige(n) echt niet naar een zitting kunnen komen;
  • hun e-mailadres moeten opgeven;
3.4.
bepaalt dat partijen zelf moeten zorgen voor het deugdelijk oproepen van de te horen getuigen, waarbij het aanbeveling verdient dat de getuigen worden opgeroepen met tussenpauzes van 45 minuten, aangezien de wet voorschrijft dat de kantonrechter de getuigen buiten elkaars aanwezigheid hoort en de kantonrechter gemiddeld genomen 30 tot 45 minuten bezig is met horen van elke getuige.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.J.J. Wetzels en in het openbaar uitgesproken.
44487