ECLI:NL:RBROT:2024:6155

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
3 mei 2024
Publicatiedatum
3 juli 2024
Zaaknummer
10804420 CV EXPL 23-31145
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurovereenkomst en schadevergoeding bij auto-inlevering

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 3 mei 2024, staat de huurovereenkomst tussen Buena Vida Supercars B.V. en een gedaagde centraal. De eiseres, Buena Vida Supercars B.V., heeft een schadevergoeding geëist van de gedaagde, die een auto had gehuurd voor de periode van 29 april 2023 tot en met 30 april 2023. Volgens de eiseres heeft de gedaagde de auto op 30 april 2023 ingeleverd met schade, waaronder een afgebroken hendel van de richtingaanwijzer en steenslag in de wielkast. De herstelkosten zouden volgens de eiseres € 1.692,33 bedragen, inclusief btw.

De gedaagde betwist echter de schade en stelt dat hij de auto zonder schade heeft ingeleverd. Hij verwijst naar eerdere communicatie van de verhuurder, waarin lagere reparatiekosten werden genoemd. De kantonrechter heeft de eiseres in de gelegenheid gesteld om bewijs te leveren dat de gedaagde de auto met de gestelde schade heeft ingeleverd. De rechter heeft opgemerkt dat de bewijslast bij de eiseres ligt en dat er onvoldoende bewijs is geleverd om de schade te onderbouwen. De kantonrechter heeft ook aangegeven dat de eiseres de schadeomvang moet bewijzen en dat de gedaagde daarna tegenbewijs mag leveren.

De kantonrechter heeft verdere beslissingen aangehouden en een rolzitting gepland voor 30 mei 2024, waar de eiseres schriftelijk bewijs moet leveren. De rechter heeft ook aangegeven dat getuigen moeten worden opgegeven en dat de eiseres zelf verantwoordelijk is voor het oproepen van getuigen. Dit vonnis is uitgesproken door mr. F. Aukema-Hartog.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10804420 CV EXPL 23-31145
datum uitspraak: 3 mei 2024 (bij vervroeging)
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Buena Vida Supercars B.V.,
vestigingsplaats: Maassluis,
eiseres,
gemachtigde: mr. E.J.M.W. Bastian,
tegen
[gedaagde],
woonplaats: [woonplaats],
gedaagde,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘Supercars’ en ‘[gedaagde]’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 8 november 2023, met bijlagen;
  • het antwoord, met één bijlage,
  • de schriftelijke reactie van Supercars, met bijlagen.
1.2.
Op 4 april 2024 is de zaak tijdens een zitting besproken. Daarbij waren aanwezig [naam] namens Supercars met de gemachtigde van Supercars en [gedaagde] met zijn echtgenote en een vriend.

2.De beoordeling

Waar gaat de zaak over?

2.1.
[gedaagde] heeft van Supercars een auto gehuurd voor de periode 29 april 2023 10.00 uur tot en met 30 april 2023 10.00 uur. Volgens Supercars heeft [gedaagde] de auto na de huurperiode op 30 april 2023 omstreeks 11.30 uur ingeleverd met schade, namelijk met een afgebroken hendel van de richtingaanwijzer en met steenslag in de wielkast. Supercars stelt dat de herstelkosten € 1.692,33 inclusief btw bedroegen en eist dit bedrag nu van [gedaagde] als schadevergoeding, met buitengerechtelijke kosten en rente. [gedaagde] is het niet eens met deze eis en stelt zich op het standpunt dat hij de auto helemaal niet heeft ingeleverd met een afgebroken hendel van de richtingaanwijzer en steenslag in de wielkast. Daar komt bij dat Supercars hem heeft meegedeeld dat de reparatiekosten voor de steenslag € 300,00 zouden bedragen en de reparatiekosten voor de hendel van de richtingaanwijzer € 700,00, aldus [gedaagde].
Supercars mag bewijs leveren
2.2.
De kantonrechter zal Supercars in de gelegenheid stellen te bewijzen dat [gedaagde] de auto op 30 april 2023 met de door haar gestelde schade heeft ingeleverd.
De kantonrechter legt hierna uit waarom.
De bewijslast van de algemene stelling dat [gedaagde] de auto met schade heeft ingeleverd rust op Supercars (artikel 150 Rv). Op basis van de stukken die nu voorhanden zijn en dat wat partijen over en weer hebben gezegd, kan er niet van worden uitgegaan dat Supercars gelijk heeft. Supercars heeft ter onderbouwing van haar standpunt een “Opnameformulier Staat van de Supercar bij einde huurovereenkomst” overgelegd. Op dit opnameformulier dienen volgens de tekst op het formulier op een afbeelding nieuwe schades bij einde van de verhuur door verhuurder en huurder gezamenlijk ingevuld te worden en op beeldmateriaal te worden vastgelegd. Vast staat dat de afbeelding op het opnameformulier niet is ingevuld en dat zich bij de processtukken geen door Supercars vervaardigd beeldmateriaal bevindt, waaruit blijkt van schade bij het inleveren van de auto.
Op het opnameformulier staat verder met de hand geschreven:
6 kwartier te laat
€ 600 van borg € 500 borg verrekend Richtingaanwijzer hendel afgebroken + steenslag in wielkast € 1000 ex BTW nog voldoen.Het opnameformulier is ondertekend door een vertegenwoordiger van Supercars en door [gedaagde]. [gedaagde] heeft aangevoerd dat bij de inname van de auto geen schade is geconstateerd aan de auto en de tekst ‘
Richtingaanwijzer hendel afgebroken + steenslag in wielkast € 1000 ex BTW nog voldoen’ pas is toegevoegd nadat hij zijn handtekening op het opnameformulier had gezet, zonder dat hij daar weet van had en zonder dat hij daarbij aanwezig was.
Dat het ondertekenen van het opnameformulier geen erkenning van de gestelde schade meebrengt, blijkt volgens [gedaagde] uit het feit dat Supercars de vermeende schade aan de richtingaanwijzer pas op 30 april 2023 om 17.15 uur via whatsApp aan hem heeft gemeld en de vermeende steenslag pas op 4 mei 2023, eveneens via whatsApp. Hiermee ligt er een gemotiveerde betwisting tegenover de onderbouwing van Supercars.
2.3.
De kantonrechter zal vanuit het oogpunt van proceseconomie Supercars ook alvast in de gelegenheid stellen de door haar gestelde schadeomvang te bewijzen. De overgelegde verzamelfactuur van € 1.692,33 (inclusief btw) die Supercars aan [gedaagde] heeft verzonden is onvoldoende om als bewijs van de schadeomvang te dienen. Zo zijn de daarin genoemde transportkosten niet nader onderbouwd. Ook is geen onderliggende factuur voor de daarin opgenomen reparatiekosten voor de schade aan de wielkast overgelegd. Bovendien geldt voor de gestelde schade aan de hendel van de richtingaanwijzer dat uit de onderliggende factuur van de reparatie daarvan ook andere reparatiekosten blijken.
2.4.
Direct nadat Supercars bewijs heeft geleverd, mag [gedaagde] tegenbewijs leveren. De partijen mogen pas op elkaars bewijs reageren als het leveren van bewijs door beide partijen is afgerond. De kantonrechter beoordeelt daarna of het bewijs geleverd is.
aanhouding andere beslissingen
2.5.
De kantonrechter houdt iedere verdere beslissing aan.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
stelt Supercars in de gelegenheid om te bewijzen dat [gedaagde] de auto (van het merk Morgan met kenteken [kentekennummer]) op 30 april 2023 met de door haar gestelde schade aan de auto heeft ingeleverd;
3.2.
stelt Supercars in de gelegenheid om te bewijzen dat de schade aan de auto als gevolg van het afbreken van de hendel van de richtingaanwijzer en de steenslag in de wielkast in totaal € 1.692,33 bedraagt;
schriftelijk bewijs
3.3.
bepaalt dat als Supercars schriftelijk bewijs wil leveren, dit bewijs uiterlijk een dag voor de rolzitting van
donderdag 30 mei 2024 om 11:30 uurin tweevoud moet zijn ontvangen op de rechtbank;
getuigenbewijs
3.4.
bepaalt dat als Supercars getuigen wil laten horen, zij uiterlijk een dag voor de rolzitting die hiervoor is genoemd het aantal en de personalia van de getuigen moet opgeven en de verhinderdata van de getuigen en
beidepartijen voor de maanden juli, augustus en september 2024;
3.5.
wijst erop dat Supercars na het bepalen van een datum en plaats voor het getuigenverhoor zelf de getuigen moet oproepen;
ander bewijs
3.6.
bepaalt dat als Supercars op een andere manier bewijs wil leveren, zij uiterlijk een dag voor de rolzitting die hiervoor is genoemd aan de kantonrechter moet laten weten hoe;
3.7.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. F. Aukema-Hartog en in het openbaar uitgesproken.
757