ECLI:NL:RBROT:2024:6273

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
5 juli 2024
Publicatiedatum
5 juli 2024
Zaaknummer
11164329 VV EXPL 24-315
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing ontruiming van woning in kort geding met verstek

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 5 juli 2024, is een kort geding aanhangig gemaakt door de besloten vennootschap Oosterbeekse Vastgoed Combinatie Woningen B.V., h.o.d.n. OVC Woningen B.V. De eiseres vorderde de ontruiming van een woning die aan de gedaagde was verhuurd, omdat de staat van de woning door toedoen van de gedaagde zodanig was verslechterd dat dit een ernstig gevaar voor de gezondheid van de gedaagde en omwonenden opleverde. De gedaagde is niet verschenen op de zitting, waardoor verstek werd verleend. De kantonrechter oordeelde dat de vordering van eiseres spoedeisend was en dat de ontruiming gerechtvaardigd was om verdere schade en gevaar te voorkomen. De rechter heeft de termijn voor ontruiming vastgesteld op 14 dagen na betekening van het vonnis. Tevens is de gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 945,38. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de ontruiming onmiddellijk kan plaatsvinden, ook als de gedaagde in hoger beroep gaat. De rechter heeft de gevorderde machtiging voor een gedwongen ontruiming door de deurwaarder afgewezen, omdat de wet de deurwaarder al de bevoegdheid geeft om dit uit te voeren met de hulp van politie en justitie.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 11164329 VV EXPL 24-315
datum uitspraak: 5 juli 2024
Vonnis in kort geding van de kantonrechter
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Oosterbeekse Vastgoed Combinatie Woningen B.V., h.o.d.n. OVC Woningen B.V.,
gevestigd te Oosterbeek,
eiseres,
gemachtigde: [naam],
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde,
die niet is verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 20 juni 2024;
  • de 11 producties van eiseres.
1.2.
Op 28 juni 2024 is de zaak tijdens een zitting met eiseres en [naam] besproken. Gedaagde is niet verschenen.

2.De vordering

2.1.
Eiseres vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
gedaagde te veroordelen om binnen drie dagen na betekening van het te wijzen vonnis de woning aan [adres] geheel te ontruimen en met al de zijnen en het zijne te verlaten en de sleutels ter beschikking van eiseres te stellen met machtiging aan eiseres om, wanneer gedaagde daarmee binnen de gestelde termijn in gebreke mocht blijven, die ontruiming zelf te doen uitvoeren door een gerechtsdeurwaarder, zo nodig met behulp van politie en/of justitie;
gedaagde te veroordelen in de kosten van dit geding.

3.De beoordeling

3.1.
Bij de dagvaarding zijn de bij de wet voorgeschreven formaliteiten in acht genomen, zodat tegen de niet verschenen gedaagde verstek wordt verleend.
3.2.
Een eis in kort geding kan worden toegewezen als de eisende partij hierbij zoveel spoed heeft dat die de uitkomst van een gewone procedure niet hoeft af te wachten (artikel 254 lid 1 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).
3.3.
De eis wordt toegewezen omdat deze niet onrechtmatig of ongegrond is (artikel 139 Rv). Uit de stellingen van eiseres volgt dat de staat van de woning, die zij aan gedaagde verhuurt, zodanig is verslechterd door toedoen van gedaagde dat deze een ernstig gevaar oplevert voor de gezondheid van gedaagde en voorts ook (brand- en elektrocutie)gevaar voor omwonenden. Daarmee is voldoende aannemelijk dat in een bodemprocedure de huurovereenkomst zal worden ontbonden. Gezien het spoedeisend belang van eiseres om de noodzakelijke reparatie- en herstelwerkzaamheden in de woning uit te voeren en de gevaarzetting te beëindigen, is het gerechtvaardigd om in deze procedure vooruit te lopen op de ontbinding en gedaagde te veroordelen de woning te ontruimen.
3.4.
De termijn voor ontruiming wordt gesteld op 14 dagen na de betekening van dit vonnis.
3.5.
De wet geeft aan de deurwaarder de bevoegdheid om een gedwongen ontruiming uit te voeren (artikel 556 lid 1 en artikel 557 juncto artikel 444 Rv). Daarbij kan de deurwaarder de hulp van politie en justitie inroepen. De gevorderde machtiging om de ontruiming zelf uit te voeren, wordt om die reden afgewezen.
3.6.
Gedaagde is grotendeels in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten van eiseres betalen (artikel 237 Rv). Die proceskosten worden begroot op:
- dagvaarding € 137,38
- griffierecht € 130,00
- salaris gemachtigde € 543,00
- nakosten
€ 135,00
Totaal € 945,38
Hier kan nog een bedrag bij komen als dit vonnis wordt betekend.
3.7.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat eiseres dat vordert (artikel 233 Rv). Dat betekent dat het vonnis meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.

4.De beslissing

De kantonrechter, rechtdoende in kort geding:
4.1.
verleent verstek tegen de niet verschenen gedaagde;
4.2.
veroordeelt gedaagde om binnen 14 dagen na de betekening van dit vonnis, de woning aan [adres] geheel te ontruimen en met al de zijnen en het zijne te verlaten en de sleutels ter beschikking van eiseres te stellen;
4.3.
veroordeelt gedaagde in de proceskosten van € 945,38, te betalen binnen 14 dagen na aanschrijving daartoe; als gedaagde niet tijdig aan de veroordeling voldoet en het vonnis wordt betekend, moet gedaagde ook de kosten van betekening betalen;
4.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4.5.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. de Bruin en in het openbaar uitgesproken.
775