3.1.Rowood c.s. vorderen – na eisvermeerdering – om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
A. het door de Staat ex artikel 94 Sv gelegde beslag op de in de handelsvoorraad voorkomende houtproducten die niet berkenmultiplex of berkenbetonplex betreffen op te heffen;
i. daarbij te bepalen dat een deskundige afkomstig van de NVWA of van een onafhankelijke instantie, zoals bijvoorbeeld Bureau Veritas of SGS, ter voorkoming van discussie vooraf deze houtproducten aanwijst; en
ii. voornoemde deskundige de pallets met deze houtproducten voor vrijgave markeert en/of erklaart dat het betreffende hout(product) geen berkenhout product betreft;
B. te bepalen dat de Staat het ex artikel 94 Sv gelegde beslag op de in de handelsvoorraad voorkomende berkenmultiplex of berkenbetonplex producten geheel althans gedeeltelijk ten aanzien van de door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen leveranciers dient op te heffen;
C. subsidiair ten aanzien van het petitum sub B. (alsmede ten aanzien van die goederen die niet op grond van het petitum sub B. zijn vrijgegeven), te bepalen dat de Staat het ex artikel 94 Sv gelegde beslag op de in de handelsvoorraad voorkomende berkenmultiplex of berkenbetonplex producten dient op te heffen, onder de volgende bepalingen:
i. de Staat zal per leverancier, de leveringen beoordelen aan de hand van de in de bedrijfsadministratie van Rowood c.s. voorkomende documentatie;
ii. de Staat zal nadat zij van de eerste leverancier de leveringen heeft beoordeeld aangeven ten aanzien van welke leveringen voldoende inzichtelijk is dat zij niet uit Rusland zijn geïmporteerd, dan wel geen Russische oorsprong hebben, waarna zij ten aanzien van deze leveringen het artikel 94 Sv beslag zal opheffen;
iii. de accountant van Rowood c.s. (eventueel ter observatie vergezeld van een vertegenwoordiger van de Staat) zal de aldus vrij te geven leveringen identificeren in de loodsen en deze markeren;
D. het door de Staat ex artikel 94 a Sv gelegde beslag op de handelsvoorraad op te heffen;
E. te bepalen dat het bepaalde in het petitum sub A. t/m D. ook geldt voor de beslagen gelegd op (i) goederen van Rowood c.s. dan wel (ii) goederen bestemd voor Rowood c.s. dan wel (iii) door Rowood c.s. aan derden geleverde goederen, die zich niet in de loodsen van Rowood c.s. te Ridderkerk bevinden;
F. het door de Staat ex artikel 94a Sv ten laste van Rowood en Floorteq onder de ABN AMRO Bank respectievelijk de ING Bank gelegde beslagen op te heffen;
G. de verzegeling van de loodsen op te heffen;
H. de Staat te verbieden ten laste van Rowood c.s. nieuwe beslagen te leggen;
I. de Staat te veroordelen in de kosten van de procedure.