Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
- de vrouw in persoon, bijgestaan door mr. D. Abotay;
- de man in persoon, bijgestaan door mr. F.C. Frederiks.
Rechtbank Rotterdam
Op 12 juli 2024 vond er een mondelinge uitspraak plaats in een kort geding bij de Rechtbank Rotterdam, waarin een geschil tussen ex-echtelieden over de verkoop van hun echtelijke woning centraal stond. De vrouw, eiseres in conventie en verweerster in voorwaardelijke reconventie, werd vertegenwoordigd door advocaat mr. D. Abotay, terwijl de man, gedaagde in conventie en eiser in voorwaardelijke reconventie, werd bijgestaan door advocaat mr. F.C. Frederiks. De voorzieningenrechter, mr. P. de Bruin, en griffier mr. Q. Chen, hielden de zitting waarin beide partijen hun standpunten toelichtten. De vrouw vorderde onder andere dat zij gemachtigd werd om alles te doen wat noodzakelijk was voor de verkoop van de woning, inclusief het verkrijgen van de benodigde toestemming van de man. De man vorderde in reconventie dat de vrouw haar medewerking zou verlenen aan het stellen van de vraagprijs van de woning op het oorspronkelijk gehanteerde bedrag van € 1.025.000,-. De voorzieningenrechter oordeelde dat de man verplicht was om mee te werken aan bezichtigingen van de woning en dat hij de sleutels tijdig aan de makelaar moest overhandigen. Tevens werd er een dwangsom van € 2.500,- per keer opgelegd voor het niet voldoen aan deze verplichtingen. De vorderingen in reconventie werden afgewezen, en de proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg. De voorzieningenrechter hield verdere beslissingen aan voor 26 juli 2024.