ECLI:NL:RBROT:2024:6676
Rechtbank Rotterdam
- Proces-verbaal
- G.A. Bouter - Rijksen
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk wegens niet-betaling griffierecht
Op 11 juli 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, een derde belanghebbende, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, dat betrekking had op de openbaarmaking van documenten over waarschuwingen en handhavingsbesluiten met betrekking tot door particulieren gehouden zoogdieren. De minister had 97 documenten aangetroffen die deels openbaar gemaakt zouden worden. Verzoekster ontving op 14 juni 2024 een geanonimiseerde kopie van het primaire besluit en verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening.
De minister heeft de rechtbank de relevante stukken toegestuurd en verzocht om toepassing van artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechter-commissaris heeft op 9 juli 2024 beslist dat de voorzieningenrechter kennis kan nemen van de Woo-stukken, maar dat er gewichtige redenen zijn voor geheimhouding van andere stukken die persoonsgegevens bevatten. Tijdens de zitting op 11 juli 2024 was de gemachtigde van de minister aanwezig, maar verzoekster verscheen niet, ondanks meerdere pogingen van de rechtbank om contact met haar op te nemen.
De voorzieningenrechter constateerde dat verzoekster het verschuldigde griffierecht van € 187,- niet had betaald, wat leidde tot een verzuim. Aangezien verzoekster geen verontschuldiging voor dit verzuim had ingediend, verklaarde de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk. De uitspraak werd in het openbaar gedaan en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.