ECLI:NL:RBROT:2024:6746

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 juli 2024
Publicatiedatum
22 juli 2024
Zaaknummer
11097126 VV EXPL 24-250
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding over ontruiming en huurachterstand met contractuele boetes

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 17 juli 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de eiseres, Eurion SCPI, en de gedaagden, Entrpnr Finance B.V. en Entrpnr Group B.V., die niet zijn verschenen. De procedure is gestart met een dagvaarding op 28 juni 2024, gevolgd door een mondelinge behandeling op 10 juli 2024. De kantonrechter heeft verstek verleend tegen de gedaagden, omdat zij niet verschenen waren, ondanks dat alle wettelijke termijnen en regels in acht zijn genomen.

Eurion heeft in haar dagvaarding en tijdens de mondelinge behandeling voldoende spoed aangetoond voor de eis in kort geding, waardoor de kantonrechter heeft geoordeeld dat de eis niet onrechtmatig of ongegrond is. De rechter heeft vastgesteld dat er een huurachterstand van ongeveer zeventien maanden is en dat Eurion aannemelijk heeft gemaakt dat de gedaagden een gedeelte van het gehuurde onbevoegd aan een derde in gebruik hebben gegeven. Daarom is de kantonrechter tot de conclusie gekomen dat het gerechtvaardigd is om vooruit te lopen op de ontbinding van de huurovereenkomst en heeft zij Entrpnr Finance veroordeeld tot ontruiming van het gehuurde binnen twee weken na betekening van het vonnis.

Daarnaast zijn de gedaagden veroordeeld tot betaling van de huurachterstand van € 251.683,25, contractuele boetes van € 313.104,38 en toekomstige huurtermijnen tot de dag van ontruiming. De eis van Eurion om de huurachterstand te vermeerderen met € 300,00 per maand en de contractuele boetes te verhogen met € 843,03 per dag is afgewezen, evenals de eis om een dwangsom te verbinden aan de ontruiming. De proceskosten zijn begroot op € 2.199,37, die door de gedaagden moeten worden betaald. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat het onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ook als een van de partijen in hoger beroep gaat.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11097126 VV EXPL 24-250
datum uitspraak: 17 juli 2024
Vonnis in kort geding van de kantonrechter
in de zaak van
EURION SCPI,
vestigingsplaats: Parijs (Frankrijk),
eiseres,
gemachtigde: mr. J.A. le Clercq,
tegen

1.ENTRPNR FINANCE B.V.,

2. ENTRPNR GROUP B.V.,
statutaire vestigingsplaats: Harderwijk,
gedaagden,
die niet zijn verschenen.
De partijen worden hierna ‘Eurion’, ‘Entrpnr Finance’ en ‘Entrpnr Group’ genoemd. Entrpnr Finance en Entrpnr Group worden hierna samen ‘Entrpnr c.s.’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 28 juni 2024, met bijlagen 1 tot en met 10;
  • de mondelinge behandeling op 10 juli 2024.

2.De beoordeling

2.1.
De kantonrechter verleent verstek tegen Entrpnr c.s. Entrpnr c.s. zijn namelijk niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling, terwijl bij de oproeping van Entrpnr c.s. in deze zaak alle wettelijke termijnen en regels in acht zijn genomen.
2.2.
Een eis in kort geding kan worden toegewezen als de eisende partij hierbij zoveel spoed heeft dat die de uitkomst van een gewone procedure niet hoeft af te wachten (artikel 254 lid 1 Rv). Uit de stellingen van Eurion in de dagvaarding en tijdens de mondelinge behandeling volgt dat deze spoed aanwezig is. De eis lijkt niet onrechtmatig of ongegrond en wordt daarom toegewezen (artikel 139 Rv), met inachtneming van het volgende.
2.3.
Het is voldoende aannemelijk dat in een bodemprocedure de huurovereenkomst wordt ontbonden. Er is namelijk een huurachterstand van ongeveer zeventien maanden. Verder heeft Eurion haar stelling dat Entrpnr c.s. een gedeelte van het gehuurde onbevoegd aan een derde in gebruik hebben gegeven voldoende aannemelijk gemaakt. Het is daarom gerechtvaardigd om in deze procedure vooruit te lopen op de ontbinding en Entrpnr Finance te veroordelen om het gehuurde te ontruimen. De ontruimingstermijn wordt gesteld op twee weken na betekening van dit vonnis. Verder moeten Entrpnr c.s. de huurachterstand van € 251.683,25 berekend tot en met de maand juni 2024, de contractuele boetes van in totaal € 313.104,38 en de toekomstige huurtermijnen tot en met de dag van ontruiming betalen.
2.4.
De eis van Eurion om de op dit moment bestaande huurachterstand te vermeerderen met € 300,00 voor iedere maand dat Entrpnr c.s. de huurachterstand na het wijzen van dit vonnis niet betalen, wordt afgewezen. Eurion heeft namelijk niet toegelicht waarom zij daar – naast betaling van de ook door haar geëiste contractuele boetes over die huurachterstand – recht op heeft. Ook de eis van Eurion om de contractuele boetes te vermeerderen met € 843,03 per dag ter zake van de onbevoegde onderhuur tot aan de dag van ontruiming wordt afgewezen, omdat op dit moment niet kan worden vastgesteld tot wanneer Entrpnr c.s. het gehuurde precies onbevoegd aan derden in gebruik geven. Verder wordt de eis van Eurion om aan de veroordeling tot ontruiming een dwangsom te verbinden ook afgewezen. Eurion kan met deze uitspraak namelijk zelf een gedwongen ontruiming laten uitvoeren. Er zijn geen bijzondere omstandigheden gesteld die het nodig maken dat er daarnaast een extra prikkel voor Entrpnr Finance moet zijn om het gehuurde te ontruimen. Tot slot wordt de veroordeling tot betaling van de toekomstige huurtermijnen beperkt tot en met de dag van de ontruiming (artikel 7:225 BW). Eurion heeft niet uitgelegd waarom Entrpnr c.s. een vergoeding moeten betalen voor de rest van de maand.
2.5.
Entrpnr c.s. moeten de proceskosten betalen, omdat zij voor het grootste deel ongelijk krijgen (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot deze kosten aan de kant van Eurion op € 112,37 aan dagvaardingskosten, € 1.409,00 aan griffierecht, € 543,00 aan salaris voor de gemachtigde en € 135,00 aan nakosten. Dat is in totaal € 2.199,37. Hier kan nog een bedrag bij komen als dit vonnis wordt betekend.
2.6.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat Eurion dat eist (artikel 233 Rv). Dat betekent dat het vonnis meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt Entrpnr c.s. hoofdelijk om aan Eurion te betalen € 564.787,63 aan huurachterstand en contractuele boetes;
3.2.
veroordeelt Entrpnr Finance om binnen twee weken na betekening van dit vonnis het gehuurde aan het adres [adres] te ontruimen met alle personen en zaken die zich daar vanwege Entrpnr c.s. bevinden en het gehuurde met alle sleutels en conform artikel 11.3 van de huurovereenkomst ter beschikking van Eurion te stellen;
3.3.
veroordeelt Entrpnr c.s. hoofdelijk om aan Eurion te betalen € 15.054,35 met ingang van de maand juli 2024 tot en met de dag waarop de ontruiming plaatsvindt;
3.4.
veroordeelt Entrpnr c.s. in de proceskosten, die aan de kant van Eurion worden begroot op € 2.199,37;
3.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.6.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Th. Veling en in het openbaar uitgesproken.
38671