Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[eiser01] ,
[eiser02],
1.[gedaagde01] ,
[gedaagde02],
1.De procedure
- de dagvaarding van 17 april 2023, met producties 1 tot en met 12;
- de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 5;
- de brief van de rechtbank van 17 juli 2023, waarbij partijen zijn opgeroepen voor de mondelinge behandeling;
- de brief van 6 oktober 2023 van de rechtbank met een zittingsagenda voor de mondelinge behandeling;
- de brief van 18 oktober 2023 van [gedaagde01] en [gedaagde02] , met een leesbare versie van productie 3;
- de brief van 18 oktober 2023 van [eiser01] en [eiser02] , met een leesbare versie van productie 11 en de nadere producties 13 en 14;
- de mededeling van 27 oktober 2023 van de rechtbank aan partijen over een wijziging van de behandelend rechter;
- de spreekaantekeningen van partijen voor de mondelinge behandeling op 30 oktober 2023.
2.De feiten
artikel 15 Ontbindende voorwaarden
De partij die de ontbinding inroept, dient er zorg voor te dragen dat de mededeling dat de ontbinding wordt ingeroepen, uiterlijk op de dag na de datum waarvan in de betreffende ontbindende voorwaarde sprake is door de wederpartij of diens makelaar is ontvangen. Deze mededeling dient schriftelijk en goed gedocumenteerd via gangbare communicatiemiddelen te geschieden. Indien koper de ontbinding wenst in te roepen als gevolg van het (tijdig) ontbreken van een financiering als bedoeld in artikel 15.1 onder sub a. wordt, tenzij partijen anders overeenkomen, onder ‘goed gedocumenteerd’ verstaan dat één afwijzing van een erkende geldverstrekkende bankinstelling aan verkoper of diens makelaar dient te worden overgelegd. In aanvulling hierop
/In afwijking hiervankomen partijen overeen dat koper de/het volgende stuk(ken) dient over te leggen om te voldoen aan het vereiste van ‘goed gedocumenteerd’: In het kader van een mededeling dat ontbinding wordt ingeroepen op grond van een financieringsvoorbehoud wordt onder “goed gedocumenteerd” in ieder geval verstaan dat de mededeling vergezeld moet gaan van bewijsstukken, zoals een kopie van de hypotheekaanvraag en dat koper bij tenminste één geldverstrekkende instelling een offerte heeft gevraagd of heeft laten vragen en dat geen van die aanvragen tot het gewenste resultaat heeft geleid. Indien de mededeling niet goed gedocumenteerd is, behoeft de verkoper geen genoegen te nemen met ontbinding. (…)”
Hypotheekberekening
3.Het geschil
4.De beoordeling
Het beroep op het financieringsvoorbehoud
[eiser01] en [eiser02] betwisten dit. Daartoe voeren zij aan dat niet duidelijk uit de stukken blijkt dat de aanvraag is afgewezen en waarom. Het heeft er alle schijn van dat [gedaagde01] en [gedaagde02] de aanvraag hebben geannuleerd. Ook menen [eiser01] en [eiser02] dat schermafdrukken van de hypotheekaanvraag onvoldoende zijn en dat [gedaagde01] en [gedaagde02] de hypotheekaanvraag voor een hoger bedrag hebben gedaan dan nodig was. Daar komt bij dat het inkomen van [gedaagde02] volgens [eiser01] en [eiser02] niet lijkt te zijn meegenomen bij de berekening van de hypotheekaanvraag, waardoor een onvolledige aanvraag is gedaan.
[gedaagde01] en [gedaagde02] betwisten dit.
€ 173,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)