In deze zaak heeft AGT Vastgoed B.V. (eiseres) een kort geding aangespannen tegen Van der Vorm Vastgoed B.V. (gedaagde) met als doel medewerking te verkrijgen voor een rangwisseling van hypotheekhouders. De vordering is ingediend op 1 juli 2024, met een mondelinge behandeling op 11 juli 2024. AGT stelt dat de ontwikkeling van een nieuwbouwproject stil ligt zolang Van der Vorm niet verder financiert of plaats maakt voor een nieuwe financier. AGT heeft een nieuwe financier gevonden die bereid is om de resterende voorbereidingskosten te dekken en de leningen van Van der Vorm af te lossen, mits deze financier een recht van eerste hypotheek op het project krijgt. Van der Vorm heeft echter verweer gevoerd en de vordering afgewezen, met het argument dat zij een rechtens te respecteren belang heeft bij het behoud van haar recht van eerste hypotheek. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat AGT geen informatie heeft verstrekt over de nieuwe financier en de bijbehorende voorwaarden, waardoor niet kan worden beoordeeld hoe groot het belang van Van der Vorm is bij het behoud van haar recht van eerste hypotheek. Hierdoor is de vordering van AGT afgewezen. AGT is in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten van Van der Vorm betalen, die zijn begroot op € 1.973,00. De voorzieningenrechter heeft de vordering afgewezen en AGT veroordeeld in de proceskosten, met een uitvoerbaar bij voorraad verklaring van het vonnis.