ECLI:NL:RBROT:2024:7063

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
19 juli 2024
Publicatiedatum
30 juli 2024
Zaaknummer
10-061344-02
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling in verband met complexe problematiek en wachtlijst voor LFPZ-plaatsing

Op 19 juli 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling van een ter beschikking gestelde, die sinds 2003 onder deze maatregel valt. De rechtbank heeft de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengd, op basis van een vordering van het openbaar ministerie. De ter beschikking gestelde, geboren in 1977, verblijft momenteel in een instelling en heeft een complexe problematiek, waaronder verschillende persoonlijkheidsstoornissen en een hoog risico op terugval in gewelddadig gedrag. De rechtbank heeft de adviezen van de instelling en de deskundige gehoord, die bevestigden dat er geen behandel- of resocialisatiemogelijkheden zijn en dat de ter beschikking gestelde op de wachtlijst staat voor een LFPZ-plaatsing, met een verwachte wachttijd van zes tot zeven jaar. De rechtbank onderstreept dat de verlenging van de terbeschikkingstelling noodzakelijk is voor de veiligheid van anderen en dat de situatie van de ter beschikking gestelde regelmatig zal worden getoetst. De rechtbank heeft ook aandacht gevraagd voor de mogelijkheid van begeleid verlof, wat van belang kan zijn voor de kwaliteit van leven van de ter beschikking gestelde in deze overbruggingsfase.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 2
Parketnummer: 10-061344-02
Datum uitspraak: 19 juli 2024
Beslissing van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, met betrekking tot de terbeschikkingstelling van:
[naam ter beschikking gestelde](hierna ook: de ter beschikking gestelde),
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1977,
verblijvende in de [naam instelling] te [plaats] (de instelling),
raadsman mr. A.J. Sprey, advocaat te Amsterdam.

1.Inleiding

Bij vonnis van deze rechtbank van 7 juli 2003 is de terbeschikkingstelling van [naam ter beschikking gestelde] gelast en is haar verpleging van overheidswege (dwangverpleging) bevolen.
De terbeschikkingstelling is gelast ter zake van diefstal met geweld, diefstal door middel van inklimming en bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht. De termijn van de terbeschikkingstelling is aangevangen op 16 augustus 2003.
Bij beslissing van deze rechtbank van 26 augustus 2022 is de terbeschikkingstelling laatstelijk verlengd met twee jaar.

2.Procesverloop

De rechtbank heeft op 24 juni 2024 van het openbaar ministerie een vordering ontvangen tot verlenging van de terbeschikkingstelling. De vereiste stukken zijn bijgevoegd dan wel later toegezonden.
De vordering is op de openbare terechtzitting van 19 juli 2024 behandeld. De officier van justitie mr. S. Groen, de ter beschikking gestelde (op eigen verzoek via video-verbinding), bijgestaan door haar advocaat, en de deskundige [persoon A] , GZ-psycholoog en werkzaam als hoofd behandeling bij de instelling, zijn gehoord.

3.Adviezen

Advies instelling
De instelling adviseert in het rapport, gedateerd 18 juni 2024, de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren. Bij de ter beschikking gestelde is sprake van complexe problematiek, bestaande uit een borderline, antisociale- en histrionische persoonlijkheidsstoornis en een zeer kwetsbare persoonlijkheidsstructuur, met geneigdheid tot (ernstige) automutilatie en suïcidaliteit. Daarnaast is sprake van een cognitief functioneren op laagbegaafd tot licht verstandelijk beperkt niveau en van matig tot ernstige middelenafhankelijkheid. De ter beschikking gestelde is gevoelig voor het ontwikkelen van psychoses, mogelijk samenhangend met haar persoonlijkheidsproblematiek. Wanneer de tbs-maatregel zou wegvallen is er nog altijd sprake van een hoog risico op terugval in fysiek gewelddadig delictgedrag.
De ter beschikking gestelde verblijft langdurig in de tbs. Twee vastgelopen behandelpogingen hebben niet geleid tot een duurzame gedragsverandering of progressie bij haar resocialisatie. De kliniek ziet verder geen behandel- of resocialisatiemogelijkheden meer, naar aanleiding waarvan in juni 2023 een LFPZ-procedure in gang is gezet. De ter beschikking gestelde heeft in maart 2024 een LFPZ-indicatie ontvangen en staat op de wachtlijst voor plaatsing. De wachttijd daarvoor is naar verwachting zes tot zeven jaar.
Ter overbrugging verblijft de ter beschikking gestelde sinds juni 2023 in de huidige instelling. Daar gaat het onder de huidige omstandigheden, op een individuele afdeling, met streng risicomanagement en zonder behandeling van haar problematiek, op dit moment relatief goed met haar. De focus ligt op stabiliteit en kwaliteit van leven. In dat licht zal de ter beschikking gestelde verhuizen naar een afdeling voor patiënten met psychotische problematiek, met veel begeleiding en structuur, maar zonder behandeling. Op de lange termijn kan begeleid verlof worden overwogen, maar verdere mogelijkheden tot resocialisatie worden niet gezien.
Op de terechtzitting gegeven adviezen
De deskundige heeft het advies van de instelling op de terechtzitting toegelicht. Zij heeft onder meer – zakelijk weergegeven – verklaard dat de ter beschikking gestelde minder agressief gedrag laat zien. Dit is naar het oordeel van de kliniek te danken aan de duidelijkheid en structuur die zij krijgt en de afwezigheid van behandeldruk. Mogelijk heeft ook de leeftijd van de ter beschikking gestelde hierop enige invloed.
De vorige instelling waar de ter beschikking gestelde verbleef, heeft een aanvraag voor begeleid verlof voor haar gedaan ter verbetering van haar kwaliteit van leven. Gelet op de situatie toen en de huidige LFPZ-indicatie, zal naar verwachting geen verlof worden verleend. De huidige instelling kan wel in een aanvullend schrijven een verlofaanvraag ondersteunen door het risico lager in te schalen. Onduidelijk blijft echter of de ter beschikking gestelde onder de geschetste omstandigheden toestemming voor begeleid verlof zal krijgen.

4.Standpunt van partijen

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar.
Standpunt van de ter beschikking gestelde
De ter beschikking gestelde en de raadsman hebben zich niet verzet tegen de gevorderde verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling. Gezien de lange wachttijd voor een LFPZ-plaatsing, benadrukt de raadsman dat begeleid verlof van belang is om de ter beschikking gestelde perspectief te bieden. Hij vraagt de rechtbank om hiervoor in haar uitspraak aandacht te vragen.

5.Beoordeling

Op grond van de adviezen van de instelling en wat verder naar voren is gekomen op de terechtzitting is de rechtbank van oordeel dat:
- er nog steeds sprake is van een gebrekkige ontwikkeling en/of ziekelijke stoornis van de geestvermogens van de ter beschikking gestelde;
- de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar wordt verlengd.
Vanwege het ontbreken van behandel- of resocialisatiemogelijkheden is de ter beschikking gestelde op de wachtlijst geplaatst voor een LFPZ-instelling. Hoewel hiervoor een lange wachttijd geldt, benadrukt de rechtbank dat de huidige beschikking slechts ziet op de komende twee jaar en dat ook daarna periodiek zal worden getoetst of nog voldaan is aan de wettelijke criteria voor verlenging van de maatregel en of eventueel alternatieve behandelkaders denkbaar zijn. De rechtbank gaat ervan uit dat ook de behandelaars actief zullen blijven inspelen op mogelijke veranderingen in de situatie en alternatieve voorzieningen waar de ter beschikking gestelde eventueel geplaatst kan worden.
De rechtbank onderkent dat de lange wachttijd veel vraagt van de ter beschikking gestelde en dat het moeilijk zal zijn om onder die omstandigheden gemotiveerd te blijven en perspectief te houden. Begeleid verlof kan een mogelijkheid vormen om in deze overbruggingsfase bij te dragen aan de kwaliteit van leven van de ter beschikking gestelde in afwachting van haar LFPZ-plaatsing. De rechtbank realiseert zich in dit verband dat de vraag of hiertoe feitelijk mogelijkheden worden gezien, is voorbehouden aan de kliniek en aan het ministerie van Justitie en Veiligheid.
De totale duur van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging gaat door de verlenging een periode van vier jaar te boven. Verlenging is niettemin mogelijk, omdat de terbeschikkingstelling is opgelegd voor misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.

6.Beslissing

De rechtbank:
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling met
2 (twee) jaren.
Deze beslissing is genomen door mr. J.M.L. van Mulbregt, voorzitter,
en mr. H. Wielhouwer en mr. R.D.M. de Boer, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. T. van Driel, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting.
Tegen deze beslissing kan het openbaar ministerie binnen veertien dagen na de uitspraak en de ter beschikking gestelde binnen veertien dagen na betekening daarvan beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.