ECLI:NL:RBROT:2024:7097

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
31 juli 2024
Publicatiedatum
30 juli 2024
Zaaknummer
24/6864
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening inzake huisregels gemeentelijke opvang voor Oekraïners

In deze zaak verzoekt verzoekster om een voorlopige voorziening met betrekking tot de huisregels van de gemeentelijke opvang voor Oekraïners. Verzoekster verblijft in de opvang en heeft een waarschuwing ontvangen omdat haar partner, die geen ontheemde uit Oekraïne is, bij haar heeft overnacht. Verzoekster stelt dat de huisregels haar gezinsleven met haar partner en hun pasgeboren baby in de weg staan en vraagt om de huisregels op dit punt onverbindend te verklaren. De burgemeester heeft het bezwaar van verzoekster ongegrond verklaard, wat heeft geleid tot het verzoek om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 25 juli 2024 behandeld, waarbij verzoekster, haar gemachtigde, een tolk en de gemachtigde van de burgemeester aanwezig waren.

De voorzieningenrechter oordeelt dat de burgemeester verantwoordelijk is voor de opvang van ontheemden uit Oekraïne en dat de huisregels zijn opgesteld om de opvanglocatie veilig en leefbaar te houden. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af, omdat de huisregels duidelijk zijn en verzoekster op de hoogte was van de regels. De voorzieningenrechter concludeert dat het belang van de burgemeester om de opvang te beperken tot ontheemden uit Oekraïne zwaarder weegt dan het belang van verzoekster om haar partner in de opvang te laten overnachten. De voorzieningenrechter benadrukt dat verzoekster en haar partner andere mogelijkheden hebben om hun gezinsleven uit te oefenen, en dat de burgemeester niet verplicht is om een uitzondering te maken op de huisregels. De uitspraak is gedaan door mr. E.J. Rutten en is openbaar uitgesproken op 31 juli 2024.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 24/6864

uitspraak van de voorzieningenrechter van 31 juli 2024 in de zaak tussen

[naam verzoekster] , uit [plaats] , verzoekster

(gemachtigde: mr. L.A. Fischer),
en

de burgemeester van Maassluis

(gemachtigde: mr. P.H. Harent).

Inleiding

1. Verzoekster verblijft in de gemeentelijke opvang voor Oekraïners. Op een onbekende datum in maart 2024 heeft zij van de locatiemanager een ‘gele kaart’ (waarschuwing) ontvangen, omdat haar partner – die geen Oekraïense ontheemde is – in haar opvangwoning overnachtte en dit volgens de huisregels niet is toegestaan.
Verzoekster heeft hiertegen bezwaar gemaakt. Ook heeft zij de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen.
2. Met het bestreden besluit van 10 juli 2024 heeft de burgemeester het bezwaar ongegrond verklaard. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld, zodat het verzoek om een voorlopige voorziening geldt als een verzoek gedaan hangende het beroep bij de rechtbank.
3. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 25 juli 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoekster, de gemachtigde van verzoekster, M. Bulegenova als tolk, de gemachtigde van de burgemeester en mr. J.C.F. Hendriks (namens de burgemeester).

Beoordeling door de voorzieningenrechter

4. Verzoekster is met haar twee minderjarige kinderen vanuit Oekraïne naar Nederland gevlucht. In Nederland heeft zij haar (Roemeense) partner leren kennen en uit deze relatie is begin juli 2024 een baby geboren. Haar partner heeft geen zelfstandige woonruimte.
Waar gaat het in deze zaak om?
5. Volgens de huisregels is het niet toegestaan dat verzoekster bezoekers ontvangt tussen 22.00 en 08.00 uur. Verzoekster wil met het verzoek om een voorlopige voorziening bereiken dat de huisregels ten aanzien van het overnachten van gezinsleden voorlopig onverbindend worden verklaard.
De voorzieningenrechter wijst het verzoek af
6. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Hierna legt de voorzieningenrechter uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
Is de waarschuwing een besluit?
7. De waarschuwing heeft op dit moment nog geen gevolgen voor verzoekster. Als zij echter nog een keer een waarschuwing krijgt, dan zou zij volgens de huisregels de huidige opvanglocatie moeten verlaten. De waarschuwing zorgt dus voor een wijziging van verzoeksters rechtspositie, omdat bij een toekomstige overtreding een andere sanctie kan worden opgelegd. De waarschuwing heeft binnen het sanctieregime dus rechtsgevolg en is daarom een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht.
Spoedeisend belang en belangenafweging
8. Verzoekster vraagt om een oordeel over de toepasbaarheid van de huisregels in haar concrete geval in het licht van de verplichting die op de burgemeester rust om het gezinsleven dat zij heeft met haar partner en hun pasgeboren kindje te respecteren. Verzoekster stelt dat het gezinsleven niet stopt na haar bevalling en dat de huisregels haar en haar partner beperken in de uitoefening daarvan. Verzoekster kan op dit moment niet rekenen op haar partner, die bovendien gedwongen is om in de auto te slapen voor de opvanglocatie. Om die reden vindt verzoekster dat sprake is van een spoedeisend belang.
9. Ook als een spoedeisend belang in deze concrete situatie wordt aangenomen, leidt dit niet tot een ander oordeel. De voorzieningenrechter stelt vast dat de burgemeester verantwoordelijk is voor de opvang van ontheemden uit Oekraïne. Dit volgt uit de Regeling opvang ontheemden Oekraïne (Regeling). Er is een groot tekort aan opvangplekken, zodat de burgemeester de beschikbare plekken zo optimaal mogelijk moet benutten. Daarnaast stelt de burgemeester voor elke opvanglocatie leefregels op waar de bewoners zich aan moeten houden. Zo zorgt de burgemeester ervoor dat de opvanglocatie voor iedereen een veilige en leefbare omgeving is.
10. Eén van de huisregels is dat bezoekers niet mogen overnachten op de opvanglocatie. De voorzieningenrechter vindt dat deze huisregel past bij het doel van de Regeling, namelijk dat de opvang alleen is bedoeld voor ontheemden uit Oekraïne.
11. Partijen zijn het erover eens dat de Regeling niet van toepassing is op de partner van verzoekster. De burgemeester is dus niet verantwoordelijk voor de opvang van de partner. Uit coulance heeft de burgemeester toegestaan dat verzoeksters partner tijdelijk (vanaf 3 juli 2024 tot zeven nachten na de bevalling) bij verzoekster in de woning mocht verblijven. Verzoekster stelt zich op het standpunt dat de burgemeester hiermee het gezinsleven van haar en haar partner heeft toegestaan. Door het verblijf van haar partner niet langer toe te staan, is er volgens verzoekster sprake van een inbreuk op haar gezinsleven. Zij heeft daarbij onder meer een beroep gedaan op artikel 8 van het EVRM.
De voorzieningenrechter volgt verzoekster niet in haar betoog.
12. Het primaire doel van artikel 8 van het EVRM is bescherming bieden tegen willekeurige inbreuken op het gezinsleven door de autoriteiten. De voorzieningenrechter is van oordeel dat daarvan geen sprake is. In de huisregels staat duidelijk vermeld dat bezoekers niet mogen overnachten en dit is ook in een appgroep van de opvanglocatie gedeeld. Verzoekster wist dus dat haar partner niet in haar woning mocht overnachten.
De omstandigheid dat de burgemeester zijn verblijf uit coulance en voor beperkte duur rond haar bevalling heeft toegestaan, maakt niet dat verzoekster daar verder rechten aan kon ontlenen. Het was haar namelijk duidelijk dat het slechts om een tijdelijk verblijf ging. Daarnaast kan uit artikel 8 van het EVRM geen recht op huisvesting worden afgeleid.
Het staat verzoekster en haar partner vrij om elders hun gezinsleven uit te oefenen.
De voorzieningenrechter begrijpt dat het vanwege de krapte op de woningmarkt en de grootte van verzoeksters gezin lastig is om passende woonruimte te vinden, maar dat betekent niet dat het dan aan de burgemeester is om een oplossing te bieden voor de ontstane situatie.
13. De burgemeester heeft er belang bij dat de opvang beperkt blijft tot de opvang van ontheemden uit Oekraïne. Als er een uitzondering wordt gemaakt op de regels, dan loopt de burgemeester het risico dat meer bezoekers die niet onder de Regeling vallen, gebruik willen maken van de opvang. Daar is de Regeling niet voor bedoeld.
De voorzieningenrechter begrijpt het belang van verzoekster om samen met haar partner in de opvang te willen verblijven, maar zij hebben andere mogelijkheden om het gezinsleven uit te oefenen. Daarnaast is het verzoeksters partner wel toegestaan om tussen 08.00 en 22.00 uur op de opvanglocatie te verblijven en mag verzoekster de locatie 28 dagen per jaar verlaten. Verzoekster en haar partner kunnen op die momenten dus hun gezinsleven uitoefenen. De voorzieningenrechter vindt dat het belang van de burgemeester op dit moment zwaarder weegt dan het belang van verzoekster. De voorzieningenrechter ziet daarom geen aanleiding voor het treffen van een voorlopige voorziening.

Conclusie en gevolgen

14. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Dat betekent dat de burgemeester het verblijf van verzoeksters partner op de opvanglocatie niet hoeft toe te staan.
Voor vergoeding van het griffierecht of een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.J. Rutten, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van E.C. Petrusma, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 31 juli 2024.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.