Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 25 juni 2024, met producties 1 tot en met 14;
- de zeven pagina’s aan producties van [gedaagde] .
2.De feiten
- de 24-jarige zoon van [gedaagde] , [persoon A] (hierna: [persoon A] ) heeft in de afgelopen vijf jaar 319 politieregistraties op zijn naam staan en heeft de politieclassificatie ‘doelgroep Drugsoverlast/Uithalers’;
- dat er volgens [gedaagde] ongeveer een week voor de explosie bij haar is ingebroken. Van deze inbraak heeft zij geen aangifte gedaan;
- dat er meerdere (valse) 112-meldingen zijn gedaan op dit adres;
- dat er een tweede explosief vlak bij de woning is gevonden;
- dat er sprake is van dreiging met gevaar en kans op herhaling.
- dat de aanslag op de woning zeer waarschijnlijk is bedoeld voor [persoon A] ;
- dat [persoon A] bij een politieonderzoek op 3 april 2023 in de woning van [gedaagde] was en een gasdrukpistool en Glock vuurwapen met munitie zijn aangetroffen;
3.Het geschil
4.De beoordeling
135,00