I. De man wordt veroordeeld tot betaling aan de vrouw van het aan haar toekomende deel van de maandelijkse pensioentermijnen, zulks conform opgave van het pensioenfonds, vanaf de dag dat de man en derhalve de vrouw hierop recht had, vermeerderd met de wettelijke indexering en wettelijke rente over voornoemde periodieke uitkeringen;
II. De man binnen 14 dagen na dit vonnis een overzicht dient te overleggen aan de vrouw van de tot nu toe opgebouwde pensioenrechten alsmede een overzicht alsmede een overzicht van de aflossing van haar vordering op grond van artikel 843a Rv;
III. De man de ten onrechte geïncasseerde verrekeningen aan de vrouw terugbetaalt binnen 14 dagen na dit vonnis;
IV. De man wordt veroordeeld tot betaling van een dwangsom van € 600,- per dag met een maximum van € 100.000,-, voor elke dag dat de man weigert zijn medewerking te verlenen;
V. De juiste voor de vrouw geldende beslagvrije voet wordt vastgesteld;
VI. Indien het verzoek ten aanzien van de uitkering van de vrouw om een beslagvrije voet vast te stellen wordt toegewezen, dat de deurwaarder de ten onrechte geïncasseerde bedragen, naar rato van de vastgestelde beslagvrije voet van de rechter en vermeerderd met de wettelijke indexering over voornoemde periodieke uitkeringen, worden terugbetaald aan de vrouw binnen 14 dagen na dit vonnis;
VII. De man wordt veroordeeld in de proceskosten en kosten van executie voor het geval dat de man in gebreke blijft met hetgeen in dit vonnis wordt bepaald;
VIII. Althans zodanige beslissingen te nemen als Uw Rechtbank in goede justitie zal vermenen te behoren.