Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 14 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 12 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar.
4.Bewezenverklaring
defeitelijkheden hebben bestaan uit het onverhoeds aanraken van en knijpen in de bil van die [slachtoffer] .
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Vordering benadeelde partij/schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 2 (twee) dagen;
[slachtoffer], te betalen een bedrag van
€ 250,- (zegge: tweehonderdvijftig euro), bestaande uit immateriële schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 20 april 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 250,- (zegge: tweehonderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 april 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom te vervangen door
5 (vijf) dagen gijzeling. De toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;