ECLI:NL:RBROT:2024:7235

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 mei 2024
Publicatiedatum
5 augustus 2024
Zaaknummer
FT EA 24/262 en FT EA 24/263
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een dwangakkoord in het kader van een schuldregeling onder de Faillissementswet

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 10 mei 2024 uitspraak gedaan in een verzoek tot het toewijzen van een dwangakkoord, ingediend door verzoekster, die kampt met financiële problemen. Verzoekster heeft op 23 februari 2024 een verzoek ingediend om een schuldregeling aan te bieden aan haar schuldeisers, bestaande uit een betaling van 4,52% van de totale schuldenlast van € 23.932,50. Na enkele wijzigingen in het aanbod, heeft verzoekster uiteindelijk een regeling aangeboden die voorziet in een betaling van 3,82% aan de concurrente schuldeisers. Van de achtentwintig schuldeisers hebben vijfentwintig ingestemd met de regeling, terwijl drie schuldeisers, te weten Westhavendomein B.V., Dierenkliniek Rotterdam Zuid en Elbuco B.V., hebben geweigerd in te stemmen.

De rechtbank heeft de weigering van deze drie schuldeisers beoordeeld en geconcludeerd dat hun belangen niet zwaarder wegen dan die van verzoekster en de overige schuldeisers die wel instemden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vorderingen van de weigerende schuldeisers slechts een klein percentage van de totale schuldenlast uitmaken en dat de aangeboden regeling goed gedocumenteerd en getoetst is door een onafhankelijke partij, de Kredietbank Rotterdam. De rechtbank heeft geoordeeld dat verzoekster niet in staat is om meer te bieden en dat de aangeboden regeling het uiterste is wat zij kan doen.

Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek om de weigerende schuldeisers te bevelen in te stemmen met de schuldregeling toegewezen en hen veroordeeld in de kosten van de procedure. De rechtbank heeft ook bepaald dat dit vonnis in de plaats treedt van de vrijwillige instemming van de schuldeisers, waardoor verzoekster kan doorgaan met het betalen van haar schulden. Het subsidiaire verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling is afgewezen, omdat de rechtbank van oordeel is dat de dwangakkoord een betere uitkomst biedt voor de schuldeisers.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team insolventie
rekestnummers: [nummer 1] en [nummer 2]
uitspraakdatum: 10 mei 2024
in de zaak van:
[verzoekster],
wonende te [adres]
[postcode] [woonplaats] ,
verzoekster.

1.De procedure

Verzoekster heeft op 23 februari 2024, tezamen met een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, een verzoek ingevolge artikel 287a, eerste lid, Faillissementswet ingediend om een viertal schuldeisers, te weten:
  • Westhavendomein B.V. (hierna: Westhavendomein);
  • Dierenkliniek Rotterdam Zuid (hierna: Dierenkliniek);
  • Innova Energie B.V. (hierna: Innova);
  • Elbuco B.V. (hierna: Elbuco);
die weigeren mee te werken aan een door verzoekster aangeboden schuldregeling, te bevelen in te stemmen met deze schuldregeling.
Innova heeft voorafgaande aan de zitting, bij mail van 19 februari 2024, aan de Kredietbank Rotterdam te kennen gegeven alsnog in te stemmen met de aangeboden schuldregeling.
Ter zitting van 2 mei 2024 zijn verschenen en gehoord:
  • verzoekster;
  • mevrouw [persoon A] en mevrouw [persoon B] , beiden werkzaam bij Kredietbank Rotterdam (hierna: schuldhulpverlening).
De weigerende schuldeisers zijn, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.Het verzoek

Verzoekster heeft volgens het ingediende verzoekschrift achtentwintig concurrente schuldeisers. Deze schuldeisers hebben in totaal een bedrag van € 23.932,50 van verzoekster te vorderen. Verzoekster heeft bij brief van 3 oktober 2023 een schuldregeling aangeboden aan haar schuldeisers, inhoudende een betaling van 4,52% aan de concurrente schuldeisers tegen finale kwijting. Op 30 november 2023 en 15 december 2023 zijn gewijzigde aanbiedingen verstuurd, waarvan het laatste verzoek inhoudt een betaling van 3,82% aan de concurrente schuldeisers tegen finale kwijting. Het ging toen om een totale schuld van € 28.085,76. In het onderhavige verzoekschrift is de schuld afgenomen, hetgeen niet nadelig is voor de schuldeisers, het percentage is daardoor toegenomen tot 4,26%.
Het aangeboden akkoord heeft de volgende inhoud en achtergrond. De aangeboden regeling is gebaseerd op de NVVK-norm. De afloscapaciteit van verzoekster is gebaseerd op ongewijzigde voortzetting van haar ANW-uitkering en bijkomende toeslagen. Verzoekster wordt niet in staat geacht om tenminste 55% te verdienen van wat een gezonde persoon met een soortgelijke opleiding en ervaring met arbeid gewoonlijk kan verdienen. Volgens de aangeboden schuldregeling wordt het aangeboden percentage – door middel van een door schuldhulpverlening ter beschikking gesteld saneringskrediet – in één keer aan de schuldeisers uitgekeerd. Verzoekster heeft zich op het standpunt gesteld dat zij al het mogelijke heeft gedaan om het aangeboden percentage aan haar schuldeisers aan te bieden. Verzoekster heeft sinds de aanmelding bij schuldhulpverlening geen nieuwe schulden of achterstanden meer laten ontstaan en haar vaste lasten worden inmiddels door haar budgetbeheerder voldaan.
Vijfentwintig schuldeisers stemmen met de aangeboden schuldregeling in. Westhavendomein, Dierenkliniek en Elbuco stemmen hier niet mee in. Westhavendomein heeft een vordering van € 1.637,47, welk 6,8% van de totale schuldenlast beloopt. Dierenkliniek heeft een vordering van € 907,11, welk 3,8% van de totale schuldenlast beloopt. Elbuco heeft een vordering van € 2.924,85, welk 12,2% van de totale schuldenlast beloopt. De percentages van de weigerende schuldeisers vormen tezamen 22,8% van het geheel.

3.Het verweer

In de contacten met schuldhulpverlening heeft Westhavendomein te kennen gegeven het aangeboden bedrag te laag te vinden. Het aanbod zou niet in verhouding staan met de totale schuldvordering.
Dierenkliniek heeft niet gereageerd.
Elbuco heeft in haar correspondentie met schuldhulpverlening aangegeven het aanbod te willen heroverwegen als het product compleet en onbeschadigd wordt geretourneerd.
Hoewel behoorlijk opgeroepen hebben Westhavendomein, Dierenkliniek en Elbuco geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid hun standpunten ter zitting toe te lichten.

4.De beoordeling

Uitgangspunt is dat het iedere schuldeiser in beginsel vrij staat om te verlangen dat 100% van zijn vordering, vermeerderd met rente, wordt voldaan. Nu de aangeboden regeling voorziet in een lagere uitkering dan de volledige vordering, staat het belang van Westhavendomein, Dierenkliniek en Elbuco bij hun weigering vast.
De rechtbank ziet zich gesteld voor het beantwoorden van de vraag of Westhavendomein, Dierenkliniek en Elbuco in redelijkheid niet tot weigering van instemming met de schuldregeling hebben kunnen komen, in aanmerking genomen de onevenredigheid tussen het belang dat zij hebben bij uitoefening van de bevoegdheid tot weigering en de belangen van verzoekster of de overige schuldeisers die door de weigering worden geschaad.
De rechtbank stelt allereerst vast dat de vorderingen van Westhavendomein, Dierenkliniek en Elbuco een gering aandeel vormen in de totale schuldenlast van 22,8%.
Een ruime meerderheid van de schuldeisers, namelijk vijfentwintig van de achtentwintig schuldeisers, is met de aangeboden regeling akkoord gegaan.
De rechtbank stelt ook vast dat het voorstel is getoetst door een deskundige en onafhankelijke partij, te weten Kredietbank Rotterdam. Voorts is het voorstel naar het oordeel van de rechtbank goed en controleerbaar gedocumenteerd.
De rechtbank is van oordeel dat het voorstel het uiterste is waartoe verzoekster in staat moet worden geacht. Uit het verzoekschrift en het verhandelde ter zitting is gebleken dat verzoekster niet in staat is om te werken. Verzoekster is op 29 juni 2021 gekeurd en uit deze keuring is gebleken dat verzoekster niet in staat wordt geacht om tenminste 55% te verdienen van wat een gezonde persoon met een soortgelijke opleiding en ervaring met arbeid gewoonlijk kan verdienen. Daarnaast wordt geconcludeerd dat er geen passend werk is. Voldoende aannemelijk is geworden dat zij in de komende jaren geen inkomen zal kunnen verwerven dat hoger is dan haar huidige inkomen uit de ANW-uitkering.
Door schuldhulpverlening is ter zitting verklaard dat aan alle waarborgen, die ervoor moeten zorgen dat verzoekster het maximale ten behoeve van haar schuldeisers zal afdragen, is voldaan. Verzoekster zit in budgetbeheer. Het ontstaan van nieuwe schulden ligt niet in de rede.
Naar verwachting zal de uitwerking van het voorstel een gunstiger resultaat hebben voor de schuldeisers dan in de situatie dat de schuldsaneringsregeling op verzoekster van toepassing zou zijn, zoals subsidiair verzocht. Immers, de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling zal aanzienlijke kosten met zich brengen, bestaande uit salaris voor de bewindvoerder en griffierecht, die in mindering komen op hetgeen verzoekster zou kunnen afdragen in de schuldsaneringsregeling. Dat betekent dat toepassing van de schuldsaneringsregeling de schuldeisers minder zou opleveren dan bij het akkoord wordt aangeboden. Daar komt nog bij dat een eventuele bate voor de schuldeisers pas aan het einde van de schuldsaneringsregeling wordt uitgekeerd, terwijl de aangeboden regeling erin voorziet dat het aangeboden bedrag ineens en op korte termijn betaalbaar wordt gesteld.
Op grond van het voorgaande komt de rechtbank dan ook tot het oordeel dat de belangen van verzoekster die vanuit een stabiele situatie haar schuldenproblematiek wil oplossen en van de overige schuldeisers die hebben ingestemd met het aanbod, zwaarder wegen dan die van Westhavendomein, Dierenkliniek en Elbuco, die geweigerd hebben in te stemmen.
Het verzoek om Westhavendomein, Dierenkliniek en Elbuco te bevelen in te stemmen met de schuldregeling wordt daarom toegewezen.
Westhavendomein, Dierenkliniek en Elbuco zullen als de in het ongelijk gestelde partijen worden veroordeeld in de kosten van de procedure. Nu voor het onderhavige verzoekschrift geen griffierecht verschuldigd is en verzoekster niet is bijgestaan door een advocaat, worden de kosten begroot op nihil.
De rechtbank stelt vast dat er thans een gedwongen schuldregeling is afgekondigd, die in de plaats komt van de vrijwillige instemming van de schuldeisers. Hieruit volgt dat verzoekster zal kunnen voortgaan met het betalen van haar schulden en dat zij niet verkeert in de toestand dat zij heeft opgehouden te betalen zodat het subsidiaire verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling zal worden afgewezen.

5.De beslissing

De rechtbank:
- beveelt Westhavendomein, Dierenkliniek en Elbuco om in te stemmen met de door verzoekster aangeboden schuldregeling;
- veroordeelt Westhavendomein, Dierenkliniek en Elbuco in de kosten van deze procedure, aan de zijde van verzoekster begroot op nihil;
- bepaalt dat dit vonnis in de plaats treedt van de vrijwillige instemming;
- wijst het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling af;
- verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. C. de Jong, rechter, en in aanwezigheid van L.M. Heinis, griffier, in het openbaar uitgesproken op 10 mei 2024. [1]

Voetnoten

1.Tegen deze uitspraak kan degene aan wie de Faillissementswet dat recht toekent, gedurende acht dagen na de dag van deze uitspraak, hoger beroep instellen. Het hoger beroep kan uitsluitend door een advocaat worden ingesteld bij een verzoekschrift, in te dienen ter griffie van het gerechtshof dat van deze zaak kennis moet nemen.