ECLI:NL:RBROT:2024:7272

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
20 juni 2024
Publicatiedatum
6 augustus 2024
Zaaknummer
10/128167-23
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor seksueel corrumperen met verminderde toerekeningsvatbaarheid en oplegging van voorwaardelijke gevangenisstraf

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 20 juni 2024 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1997, die beschuldigd werd van het seksueel corrumperen van een minderjarige. De verdachte heeft op 21 mei 2023 in Sliedrecht een 5-jarig meisje, van wie hij wist dat zij de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, ertoe bewogen getuige te zijn van seksuele handelingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in verminderde mate toerekeningsvatbaar is, mede op basis van rapportages van een GZ-psycholoog en de reclassering. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 64 dagen, waarvan 60 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren. De rechtbank heeft bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder ambulante behandeling en reclasseringstoezicht, om recidive te voorkomen en de verdachte te helpen bij zijn problematiek. De rechtbank heeft geoordeeld dat het continueren van de behandeling prioriteit heeft vanuit zorgoogpunt en ter voorkoming van recidive. De verdachte heeft verantwoordelijkheid genomen voor zijn handelen en is gemotiveerd om aan zichzelf te werken, wat heeft bijgedragen aan de beslissing om een groot gedeelte van de straf voorwaardelijk op te leggen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10/128167-23
Datum uitspraak: 20 juni 2024
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ) op [geboortedatum 1] 1997,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[adres 1] te ( [postcode] ) [woonplaats] ,
raadsvrouw mr. S. Ben Ahmed, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 20 juni 2024.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. P. Wijnands heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 64 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 60 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren en met oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering in het advies van 11 juni 2024, met uitzondering van het contactverbod met het slachtoffer.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Dit feit zal zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij
op 21 mei 2023 te Sliedrecht
een persoon van wie hij wist dat deze
de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, te weten [slachtoffer]
, geboren op [geboortedatum 2] 2018, met ontuchtig oogmerk ertoe heeft bewogen
getuige te zijn van seksuele handelingen, door in het bijzijn en in de directe
nabijheid van die [slachtoffer] zijn broek naar beneden te doen en zijn gulp te
openen, althans zijn penis uit zijn
broek te halen en zijn ontblote penis aan die [slachtoffer] te tonen en zijn penis
vast te pakken en zich af te trekken.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
een persoon, van wie hij weet dat deze de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt, met ontuchtig oogmerk ertoe bewegen getuige te zijn van seksuele handelingen
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het feit is dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feit waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zijn geslachtsdeel getoond aan een 5-jarig meisje en heeft zich vervolgens ten overstaan van dat meisje afgetrokken.
De verdachte heeft met zijn handelen geen acht geslagen op de mogelijke nadelige gevolgen
daarvan voor het slachtoffer. Met zijn gedrag heeft de verdachte de normale (seksuele) ontwikkeling van het slachtoffer in gevaar gebracht en er blijk van gegeven zijn eigen seksuele gerief op dat moment belangrijker te vinden.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van Nederland van 24 mei 2024 en een uittreksel uit de justitiële documentatie van Tsjechië van 26 mei 2024, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld.
7.3.2.
Rapportages
GZ-psycholoog drs. [persoon A] heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 27 oktober 2023. Dit rapport houdt – zakelijk weergegeven – het volgende in.
Bij de verdachte is sprake van een andere gespecificeerde psychotrauma- of stressorgerelateerde stoornis, een depressieve stoornis (ernstig, recidiverend), een andere gespecificeerde angststoornis, een ongespecificeerde parafiele stoornis en een stoornis in het gebruik van cannabis (matig/ernstig). Daarnaast is er bij de verdachte in beschrijvende zin nog sprake van een emotiegerichte, vermijdende en seksuele coping. Ten tijde van het ten laste gelegde feit was daar eveneens sprake van.
De psycholoog adviseert om het tenlastegelegde, indien bewezen, in een
verminderde mateaan de verdachte toe te rekenen. De combinatie van de seksuele coping (waarbij de verdachte seksuele fantasieën en gedragingen inzet om met zijn spanningen om te gaan) en de afwijkende seksuele gedachten vanuit de andere gespecificeerde parafiele stoornis, maakten (indien bewezen) dat de verdachte exhibitioneerde toen hij het meisje zag. Bij een afweging van de risico en beschermende factoren wordt de kans op een soortgelijk zedendelict als thans ten laste is gelegd bij een onbehandelde terugkeer in de maatschappij als matig geduid. De voornaamste risicofactoren zijn de gebrekkige copingvaardigheden (emotiegerichte en vermijdende [inclusief seksuele] coping), in combinatie met de ernstige angst- en somberheidsgevoelens en de vermoedens voor één of meerdere deviante interesse(s). Het forse cannabisgebruik kan daarnaast als een op zichzelf staande risicofactor worden gezien, daar het gebruik ervan in verband lijkt te staan met een toename in seksueel (afwijkend) gedrag. Verder kunnen verdachtes niet-passende werksituatie en het gebrek aan een positieve vrijetijdsbesteding als risicoverhogende factoren worden gezien. Daartegenover zijn de voornaamste beschermende factoren dat de verdachte duidelijk gemotiveerd is voor behandeling. Hij ervaart aanzienlijke schaamte- en schuldgevoelens naar aanleiding van het hem ten laste gelegde feit en is bereid om zijn leven te bete-
ren. Ook is er sinds zijn aanhouding sprake van een ‘schrikeffect’, wat naar verwachting risico verlagend zal zijn.
Behandeling van de verdachte ter preventie van recidive is geïndiceerd. Binnen deze behandeling kan worden gewerkt aan de trauma gerelateerde klachten, zijn depressieve- en angststoornis, zijn cannabisverslaving en het verbeteren van zijn copingvaardigheden. Voorts dient de behandeling zich te richten op het versterken van zijn zelfbeeld en seksuele identiteit en het voorkomen van seksueel grensoverschrijdend gedrag. De verdachte staat open voor deze behandeling en is gemotiveerd om aan zichzelf te werken. Gezien de hoge lijdensdruk en de kwetsbaarheid van de verdachte is het vanuit zorgoogpunt noodzakelijk dat hij op de korte termijn door de reclassering voor ambulante behandeling wordt aangemeld en daar zo spoedig mogelijk mee kan starten. Genoemde behandeling zou plaats kunnen vinden in de vorm van een ambulante behandeling bij een forensische polikliniek in het kader van een bijzondere voorwaarde bij een (deels) voorwaardelijk strafdeel met reclasseringstoezicht.
Reclassering Nederland, heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 11 juni 2024. Dit rapport houdt – zakelijk weergegeven – het volgende in.
Tijdens het lopende schorsingstoezicht heeft de verdachte zich geconformeerd aan de bijzondere voorwaarden, waaronder het volgen van een behandeling bij een forensische polikliniek. Gelet op het matig tot hoge recidiverisico, wordt geadviseerd om de behandeling voort te zetten in combinatie met een reclasseringstoezicht. Binnen dit toezicht kan in algemene zin ondersteuning worden geboden bij het stabiliseren en verminderen van risicofactoren, zoals het vinden van een stabiele woonsituatie en het opbouwen van een steunend netwerk. De reclassering adviseert als bijzondere voorwaarden op te leggen: een meldplicht bij de reclassering, ambulante behandeling, een contactverbod met het slachtoffer, een locatieverbod voor de woonplaats van het slachtoffer en het meewerken aan middelencontrole.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Toerekeningsvatbaarheid
Nu de conclusie van de psycholoog gedragen wordt door haar bevindingen en door hetgeen ook overigens op de terechtzitting is gebleken, neemt de rechtbank die conclusie over en maakt die tot de hare. De verdachte wordt dus in verminderde mate toerekeningsvatbaar geacht.
Straf
Het is de rechtbank gebleken dat de verdachte verantwoordelijkheid neemt voor zijn handelen. De verdachte is open over het feit dat hij met zijn seksuele gevoelens worstelt en hij staat open voor behandeling, hetgeen hij ook tijdens het schorsingstoezicht heeft laten zien. Het continueren van de behandeling heeft zowel vanuit zorgoogpunt als ter voorkoming van recidive prioriteit. De rechtbank is daarom van oordeel dat de verdachte nu niet terug moet naar de gevangenis. De rechtbank zal wel een groot gedeelte van de straf voorwaardelijk opleggen, met een proeftijd van drie jaren en daaraan de door de reclassering geadviseerde voorwaarden verbinden.
Ter terechtzitting zijn de door de reclassering geformuleerde voorwaarden met de verdachte besproken. De verdachte heeft zich bereid verklaard tot naleving hiervan. Het door de reclassering geadviseerde contactverbod zal de rechtbank niet opleggen, omdat zij daarvoor geen aanleiding ziet. Er is geen sprake van een persoonlijke relatie tussen de verdachte en het slachtoffer en de rechtbank heeft op basis van het dossier en hetgeen de verdachte heeft verklaard niet de indruk dat de verdachte contact met haar zal zoeken.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c en 248d van het Wetboek van Strafrecht.

9.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 64 (vierenzestig) dagen;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte,
groot 60 (zestig) dagenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan
een proeftijd, die wordt gesteld op
3 (drie) jaren;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd de bijzondere voorwaarden niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde:
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
stelt als bijzondere voorwaarden:
de veroordeelde zal zich blijven melden op de afspraken bij Reclassering Nederland op het adres van [adres 2] in [plaats] . De veroordeelde zal zich blijven melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
de veroordeelde laat zich ambulant behandelen door de Rooyse Wissel of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
de veroordeelde bevindt zich niet in de woonplaats van het slachtoffer, zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt;
de veroordeelde werkt mee aan controle van het gebruik van alcohol en of drugs om het middelengebruik nader in beeld te krijgen/te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak de veroordeelde wordt gecontroleerd;
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden:
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht;
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte, die bij eerdere beslissing is geschorst.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. van der Leeden, voorzitter,
en mrs. W.J.M. Diekman en J.L. Luiten, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. V.D. Beenakker, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij
op of omstreeks 21 mei 2023 te Sliedrecht
een persoon van wie hij wist of van wie hij redelijkerwijs moest vermoeden dat deze
de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, te weten [slachtoffer]
, geboren op [geboortedatum 2] 2018, met ontuchtig oogmerk ertoe heeft bewogen
getuige te zijn van seksuele handelingen, door in het bijzijn en/of in de directe
nabijheid van die [slachtoffer] zijn broek naar beneden te doen en/of zijn gulp te
openen, althans zijn penis uit zijn
broek te halen en/of zijn ontblote penis aan die [slachtoffer] te tonen en/of zijn penis
vast te pakken en/of zich af te trekken.