In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam, gaat het om een huurgeschil tussen twee huurders, aangeduid als [eiser01] en [eiser02], en hun verhuurder, Erasmus GP sarl. De huurders hebben een appartement gehuurd van Erasmus, gelegen aan [adres01] te [plaats01]. Op 4 november 2023 vond er een explosie plaats bij de voordeur van de woning, wat leidde tot aanzienlijke schade aan meerdere woningen en de tijdelijke sluiting van de huurwoning door de burgemeester. Erasmus heeft de huurovereenkomst op 7 november 2023 buitengerechtelijk ontbonden, maar de huurders eisen toegang tot de woning en stellen dat de ontbinding niet rechtsgeldig is.
De kantonrechter heeft op 6 februari 2024 geoordeeld dat de huurovereenkomst niet buitengerechtelijk kon worden ontbonden, omdat de sluiting van de woning door de burgemeester op basis van de Gemeentewet niet voldeed aan de voorwaarden voor ontbinding. Desondanks heeft de kantonrechter geoordeeld dat de huurders zich niet als goede huurders hebben gedragen, gezien de omstandigheden rondom de explosie en de criminele achtergrond van hun inwonende zonen. De rechter heeft de vordering van Erasmus tot ontruiming van de woning toegewezen, met een ontruimingstermijn van 14 dagen na het vonnis.
De kantonrechter heeft ook de proceskosten aan de zijde van Erasmus toegewezen, omdat de huurders grotendeels ongelijk hebben gekregen. De vordering tot dwangsom en de kosten van ontruiming zijn afgewezen, omdat Erasmus zelf de ontruiming kan laten uitvoeren. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de ontruiming kan plaatsvinden voordat de huurders in hoger beroep gaan.