ECLI:NL:RBROT:2024:731

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
6 februari 2024
Publicatiedatum
7 februari 2024
Zaaknummer
10846621 VV EXPL 23-630
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van huurwoning na explosie; huurovereenkomst niet buitengerechtelijk ontbonden

In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam, gaat het om een huurgeschil tussen twee huurders, aangeduid als [eiser01] en [eiser02], en hun verhuurder, Erasmus GP sarl. De huurders hebben een appartement gehuurd van Erasmus, gelegen aan [adres01] te [plaats01]. Op 4 november 2023 vond er een explosie plaats bij de voordeur van de woning, wat leidde tot aanzienlijke schade aan meerdere woningen en de tijdelijke sluiting van de huurwoning door de burgemeester. Erasmus heeft de huurovereenkomst op 7 november 2023 buitengerechtelijk ontbonden, maar de huurders eisen toegang tot de woning en stellen dat de ontbinding niet rechtsgeldig is.

De kantonrechter heeft op 6 februari 2024 geoordeeld dat de huurovereenkomst niet buitengerechtelijk kon worden ontbonden, omdat de sluiting van de woning door de burgemeester op basis van de Gemeentewet niet voldeed aan de voorwaarden voor ontbinding. Desondanks heeft de kantonrechter geoordeeld dat de huurders zich niet als goede huurders hebben gedragen, gezien de omstandigheden rondom de explosie en de criminele achtergrond van hun inwonende zonen. De rechter heeft de vordering van Erasmus tot ontruiming van de woning toegewezen, met een ontruimingstermijn van 14 dagen na het vonnis.

De kantonrechter heeft ook de proceskosten aan de zijde van Erasmus toegewezen, omdat de huurders grotendeels ongelijk hebben gekregen. De vordering tot dwangsom en de kosten van ontruiming zijn afgewezen, omdat Erasmus zelf de ontruiming kan laten uitvoeren. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de ontruiming kan plaatsvinden voordat de huurders in hoger beroep gaan.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10846621 VV EXPL 23-630
datum uitspraak: 6 februari 2024
Vonnis in kort geding van de kantonrechter
in de zaak van

1.[eiser01] ,

2. [eiser02],
woonplaats: [woonplaats01] ,
eisers,
gemachtigde: mr. T. Rhijnsburger,
tegen
Erasmus GP sarl,
vestigingsplaats: Luxemburg,
gedaagde,
gemachtigden: mr. S. Velthuizen en mr. A. van der Pol.
De partijen worden hierna ‘ [eiser01] ’, ‘ [eiser02] ’ en ‘Erasmus’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 11 januari 2024;
  • de brief van [eiser01] en [eiser02] van 12 januari 2024, met bijlagen 1 tot en met 5;
  • de e-mail van [eiser01] en [eiser02] van 18 januari 2024, met 2 bijlagen;
  • de conclusie van eis in reconventie (tegeneis) van Erasmus, met bijlage A met daarbij de bijlagen 1 tot en met 9;
  • de e-mail van Erasmus van 22 januari 2024, met bijlage B;
  • de spreekaantekeningen van [eiser01] en [eiser02] ;
  • de spreekaantekeningen van Erasmus.
1.2.
Op 23 januari 2024 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling met partijen besproken. [eiser01] en [eiser02] waren daarbij aanwezig, vergezeld door hun zoon van 27 jaar en een vriendin, bijgestaan door hun gemachtigde. Namens Erasmus zijn verschenen haar gemachtigden.

2.De beoordeling

Waar gaat deze zaak over?
2.1.
[eiser01] en [eiser02] huren van Erasmus de woning aan [adres01] te [plaats01] . Het betreft een appartement gelegen op de tweede verdieping. Naast [eiser01] en [eiser02] staan ook hun twee zonen van 19 jaar en 27 jaar ingeschreven op het adres van de woning. Op 4 november 2023 is een zwaar explosief tot ontploffing gebracht bij de voordeur van de woning. Hierdoor is flinke schade ontstaan aan 23 woningen, waarbij drie woningen tijdelijk onbewoonbaar werden verklaard. Op 5 november 2023 heeft de burgemeester van de gemeente Rotterdam de woning per direct gesloten voor de duur van een maand. Erasmus heeft de huurovereenkomst vervolgens op 7 november 2023 (buitengerechtelijk) ontbonden en [eiser01] en [eiser02] geen toegang meer gegeven tot de woning.
2.2.
[eiser01] en [eiser02] eisen dat zij weer worden toegelaten tot de woning. Erasmus wil juist dat [eiser01] en [eiser02] de woning ontruimen, omdat de huurovereenkomst is beëindigd. Als dat niet het geval is, vindt Erasmus dat vooruit moet worden gelopen op de ontbinding van de huurovereenkomst in een gewone procedure. [eiser01] en [eiser02] hebben zich namelijk niet als goed huurders gedragen. Erasmus is inmiddels ook al een gewone procedure gestart.
2.3.
De kantonrechter is van oordeel dat [eiser01] en [eiser02] de woning moeten ontruimen. Hierna wordt uitgelegd waarom.
Toetsingskader in kort geding
2.4.
Een eis in kort geding kan worden toegewezen als de partij die de voorziening vraagt hierbij zoveel spoed heeft dat die partij de uitkomst van een gewone procedure niet hoeft af te wachten. Bij die beoordeling is van belang hoe aannemelijk het is dat de eis in een gewone procedure wordt toegewezen. Verder moet het belang dat [eiser01] en [eiser02] enerzijds en Erasmus anderzijds hebben bij toewijzing van hun eisen worden meegewogen en de gevolgen hiervan voor [eiser01] en [eiser02] enerzijds en Erasmus anderzijds als deze uitspraak later wordt teruggedraaid.
De huurovereenkomst is niet buitengerechtelijke ontbonden
2.5.
De burgemeester heeft de woning gesloten op basis van artikel 175 lid 1 van de Gemeentewet. In dat geval kan de huurovereenkomst niet buitengerechtelijk worden ontbonden op grond van artikel 7:231 lid 2 BW. Met ingang van 1 januari 2024 is de wet gewijzigd. Hierdoor valt na 1 januari 2024 een situatie als de onderhavige (een explosie in de nabijheid van een woning) onder de sluitingsbevoegdheid van de burgemeester op grond van artikel 174a Gemeentewet en kan als de woning op die grond is gesloten de huurovereenkomst wel buitengerechtelijk worden ontbonden.
2.6.
De kantonrechter volgt Erasmus niet in haar standpunt dat vooruit gelopen kan worden op deze wetswijziging. Het is in strijd met de rechtszekerheid om de verhuurder al bevoegdheden toe te kennen voordat hij deze formeel via inwerkingtreding van de wet krijgt. Dit betekent dat naar voorlopig oordeel de buitengerechtelijke ontbinding van 7 november 2023 geen rechtsgevolg heeft gekregen en dat de huurovereenkomst tussen partijen is blijven bestaan.
[eiser01] en [eiser02] hebben zich niet als goed huurder gedragen
2.7.
De kantonrechter is van oordeel dat voldoende aannemelijk is geworden dat de rechter in een bodemprocedure de huurovereenkomst zal ontbinden, omdat [eiser01] en [eiser02] zich niet als goed huurders hebben gedragen en daardoor tekort zijn geschoten in hun huurverplichtingen (artikel 7:213 BW).
2.8.
Het is aannemelijk dat de explosie een gerichte aanslag op de woning van [eiser01] en [eiser02] was. Tegenover de politie hebben [eiser01] en [eiser02] verklaard dat zij vóór de explosie door het raam twee jongens zagen en een raar gevoel bij deze jongens kregen. Aanleiding hiervoor was dat de jongens met scooterhelmen op continu naar de woning van de bewoners zouden kijken. De burgemeester heeft ook alleen de woning van [eiser01] en [eiser02] gesloten. Er is geen enkele aanleiding te denken dat er sprake is geweest van een vergissing in adres.
2.9.
Er bestaat verder een redelijk vermoeden dat één of meer van de personen die staan ingeschreven op het adres van de woning in verband kan/kunnen worden gebracht met de explosie. Uit het noodbevel blijkt dat de politie er vanuit gaat dat de oorzaak van de aanslag gezocht moet worden in een crimineel conflict. Verder staat daarin vermeld dat de twee zonen van [eiser01] en [eiser02] , die beiden bij de gemeente op het adres staan ingeschreven, (zeer) vaak in aanraking zijn geweest met politie en justitie. De 19-jarige zoon heeft 14 politieregistraties op zijn naam staan. De 27-jarige zoon heeft 30 antecedenten en 37 politieregistraties op zijn naam staan. Het gaat onder meer om vuurwapenbezit en vermogensdelicten. Bovendien staat hij bij de politie bekend als vuurwapengevaarlijk. Op de zitting heeft deze 27-jarige zoon verklaard dat hij regelmatig met de politie in aanraking is geweest, dat hij in het verleden is veroordeeld voor onder andere het plegen van een overval en dat hij voor het laatst in december 2022 is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van een jaar (waarvan vier maanden voorwaardelijk) onder andere vanwege het bezit van een vuurwapen en vuurwerk. Hij heeft verteld dat hij tot 5 september 2023 heeft vastgezeten. De explosie heeft dus vrij kort na zijn vrijlating plaatsgevonden. Verder hebben beide zoons geweigerd een verklaring bij de politie af te leggen.
2.10.
[eiser01] en [eiser02] zijn verantwoordelijk voor (de gedragingen van) hun inwonende zonen (artikel 7:219 BW). Dat ook de 27-jarige zoon daadwerkelijk bij [eiser01] en [eiser02] inwoont, is voldoende aannemelijk geworden. [eiser02] heeft namelijk bij de politie verklaard dat zij en haar man samen met hun twee zoons in de woning wonen. Dat [eiser02] daarmee alleen de inschrijving van hun zoons op het adres van de woning bedoelde is niet erg aannemelijk, zeker niet omdat [eiser02] ook tijdens de zitting heeft verteld dat haar twee zoons nog thuis wonen. Wellicht is de 27-jarige zoon ook regelmatig bij zijn vriendin, maar dat betekent niet dat hij bij haar woont. [eiser01] en [eiser02] waren op de hoogte van het feit dat hun zonen regelmatig met politie in aanraking zijn geweest en dat hun 27-jarige zoon een gevangenisstraf heeft gekregen voor onder andere vuurwapenbezit. Toch hebben ze toegestaan dat de zoon nadat hij uit de gevangenis kwam, weer bij hun kwam wonen. Ook na de explosie hebben zij geen stappen ondernomen om hun zoon het huis uit te zetten.
Belangenafweging
2.11.
De kantonrechter is van oordeel dat het belang van Erasmus en de omwonenden zwaarder moet wegen dan het belang van [eiser01] en [eiser02] . Erasmus heeft als verhuurder verplichtingen tegenover haar eigen huurders en omwonenden en zij kan in hun belang - hun huur- en woongenot en veiligheid - niet tolereren dat een dergelijke explosie zich opnieuw zal voordoen. Het ernstige incident heeft grote schade veroorzaakt aan vele woningen. Drie woningen waren zelfs onbewoonbaar. Daarmee is een onveilige situatie ontstaan voor andere huurders van Erasmus en omwonenden. Het incident heeft dan ook een grote impact op de omwonenden gehad. De onrust en het onveilige gevoel bij de huurders van Erasmus en de omwonenden moeten worden weggenomen. Het belang van [eiser01] en [eiser02] bij behoud van hun woning is uiteraard groot, maar dit belang is naar voorlopig oordeel niet zo zwaar dat het opweegt tegen het zwaarwegende belang van Erasmus bij ontruiming van de woning. Niet is gesteld of gebleken dat [eiser01] en [eiser02] op straat komen te staan als de ontruiming wordt toegewezen. [eiser01] en [eiser02] hebben meegedeeld dat zij en hun zonen momenteel op tijdelijke adressen verblijven.
Conclusie
2.12.
Gelet op het voorgaande is de kans groot dat de vordering van Erasmus tot ontbinding van de huurovereenkomst in een gewone procedure zal worden toegewezen.
Het is daarom gerechtvaardigd om vooruitlopend daarop de vordering tot ontruiming toe te wijzen. Dit betekent dat de vordering van [eiser01] en [eiser02] wordt afgewezen.
Ontruimingstermijn
2.13.
De ontruimingstermijn bepaalt de kantonrechter op 14 dagen na dit vonnis.
[eiser01] en [eiser02] kunnen de woning op dit moment feitelijk niet ontruimen, omdat zij geen toegang hebben tot de woning. De kantonrechter gaat er dan ook vanuit dat Erasmus [eiser01] en [eiser02] in de gelegenheid stelt om hun spullen uit de woning te halen.
Dwangsom
2.14.
De gevorderde dwangsom wordt afgewezen. Erasmus kan met deze uitspraak namelijk zelf een gedwongen ontruiming laten uitvoeren. Er zijn geen bijzondere omstandigheden gesteld die het nodig maken dat er daarnaast een extra prikkel voor [eiser01] en [eiser02] moet zijn om de woning te ontruimen.
Kosten ontruiming
2.15.
Ook de gevorderde kosten van ontruiming worden afgewezen. Het staat nog niet vast of er kosten gemaakt zullen worden en zo ja, hoe hoog die kosten zijn. Deze kosten kunnen daarom nog niet begroot worden, ook niet voorwaardelijk.
Proceskosten
2.16.
[eiser01] en [eiser02] moeten de proceskosten betalen, omdat zij voor het grootste deel ongelijk krijgen (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot deze kosten in conventie aan de kant van Erasmus op € 814,- aan salaris voor de gemachtigde en € 135,- aan nakosten. Dat is in totaal € 949,-. Hier kan nog een bedrag bijkomen als dit vonnis wordt betekend. De wettelijke rente wordt toegewezen. De proceskosten in reconventie worden begroot op nihil, omdat de reconventie geheel voortvloeit uit het standpunt dat in conventie wordt ingenomen.
Uitvoerbaarheid bij voorraad
2.17.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard voor zover het de veroordelingen betreft (artikel 233 Rv).

3.De beslissing

De kantonrechter:
in conventie en in reconventie
3.1.
wijst de vordering van [eiser01] en [eiser02] af;
3.2.
veroordeelt [eiser01] en [eiser02] om binnen 14 dagen na de datum van dit vonnis de woning aan [adres01] te [plaats01] te ontruimen met alle personen en zaken die zich daar vanwege [eiser01] en [eiser02] bevinden en de woning met alle sleutels ter beschikking van Erasmus te stellen;
3.3.
veroordeelt [eiser01] en [eiser02] hoofdelijk in de proceskosten in conventie en in reconventie, die aan de kant van Erasmus worden begroot op € 949,-, met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over dat bedrag vanaf de vijftiende dag na vandaag tot de dag dat volledig is betaald;
3.4.
verklaart dit vonnis voor zover het de veroordelingen betreft uitvoerbaar bij voorraad;
3.5.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Fiege en in het openbaar uitgesproken.
764