Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Waar gaat de zaak over?
- in het kader van haar werkzaamheden voor de Stichting fraude pleegt, haar geheimhoudingsplicht schendt en de regels van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) overtreedt;
- haar aanstaande ex-man wil omleggen;
- zichzelf prostitueert; en
- harddrugs en drank gebruikt.
4. De beslissing
Bij deze bericht ik u, [persoon B] , dat alle berichten die ik over [persoon A] heb geopenbaard, door mij worden ingetrokken. Deze berichtgeving verdient niet de schoonheidsprijs. Het spreekt voor zich dat zij niet waar zijn en door mij ten onrechte zijn geopenbaard.”,
- de inleidende dagvaarding van 11 juni 2024, met bijlagen 1 tot en met 12;
- de mondelinge behandeling op 14 juni 2024;
- het verstekvonnis dat op 14 juni 2024 door de voorzieningenrechter in deze rechtbank is gewezen (met zaaknummer 680466 KG ZA 24-534);
- de verzetdagvaarding van 11 juli 2024, met bijlagen 1 tot en met 5;
- de akte eiswijziging, met bijlagen 13 tot en met 20;
- de mondelinge behandeling op 25 juli 2024;
- de pleitaantekeningen van mr. Dill;
- de pleitnotities van mr. Wessels.
3.De beoordeling
Een paar opmerkingen vooraf
margin of appreciation. De mogelijke ernst van bepaalde uitlatingen doet niets af aan het recht op een hoog niveau van bescherming, gezien het bestaan van een kwestie van openbaar belang. Dit brengt mee dat [persoon A] onder omstandigheden moet gedogen dat haar naam in berichtgeving over fraude binnen de Stichting wordt gebruikt.
Morgenochtend zal [persoon A] met het Dagelijks Bestuur een brief opstellen waarin we afzien van de subsidieverstrekking vanwege de onprettige samenwerking. Tevens zullen we het voorschot terugbetalen minus de gemaakte kosten.”. Tegen deze achtergrond kan de, een week later verzonden, brief van 25 maart 2024 heel goed aansluiten op het aan de Serviceorganisatie Jeugd Zuid-Holland Zuid bekend gemaakte afzien van subsidie. Die brief bevat in ieder geval geen concreet fraudeverwijt. Gelet hierop heeft [persoon B] zijn stelling dat [persoon A] in het kader van haar werkzaamheden voor de Stichting fraude met subsidiegelden pleegt onvoldoende met feiten of zelfs maar expliciete aanwijzingen of vermoedens ondersteund.
(…) Je krijgt een vrijwilligersvergoeding. (…)”. Volgens [persoon B] hebben hij en een andere vrijwilliger geen vrijwilligersvergoeding ontvangen voor hun werkzaamheden en blijkt ook hieruit dat [persoon A] in het kader van haar werkzaamheden voor de Stichting fraude pleegt. De voorzieningenrechter volgt [persoon B] niet in dat standpunt. De enkele vermelding in de flyer dat een vrijwilligersvergoeding wordt betaald, betekent naar haar voorlopig oordeel niet (zonder meer) dat aan die vergoeding geen voorwaarden zijn verbonden, zoals [persoon A] heeft uitgelegd. De hoogte van de vrijwilligersvergoeding kan afhankelijk zijn van het aantal uren dat een vrijwilliger werkt en het succesvol afronden van trainingen. De toepassing van het zogenaamde Haviltex-criterium leidt niet tot een andere voorlopige conclusie. [persoon B] en andere vrijwilligers mogen enkel en alleen op grond van de hiervoor geciteerde zin in de flyer niet verwachten dat zij zonder enige voorwaarden een vrijwilligersvergoeding ontvangen.
178,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Bij deze bericht ik u, [persoon B] , dat alle berichten die ik over [persoon A] heb geopenbaard door mij worden ingetrokken. Het spreekt voor zich dat zij niet waar zijn en door mij ten onrechte zijn geopenbaard.”;