ECLI:NL:RBROT:2024:7399

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
5 augustus 2024
Publicatiedatum
12 augustus 2024
Zaaknummer
C/10/679899 / KG ZA 24-503
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Burengeschil met financiële consequenties en dwangsommen

In deze zaak, die zich afspeelt tussen buren in Rotterdam, is er sprake van een langdurig burenruzie die heeft geleid tot meerdere juridische procedures. De eisers, [eiser] c.s., hebben in een eerder vonnis van 13 november 2023 aan de gedaagde, [gedaagde], vier verboden en één gebod opgelegd, maar stellen dat [gedaagde] zich niet aan deze afspraken houdt. In dit kort geding eisen [eiser] c.s. dat [gedaagde] zich niet meer ophoudt voor hun woning, hen niet aanspreekt of uitscheldt, en dat zij haar woning uitsluitend benadert vanuit de Huismanstraat, met dwangsommen als sanctie voor overtredingen.

De gedaagde, [gedaagde], betwist de beschuldigingen en stelt dat zij zich aan de gemaakte afspraken houdt. Zij eist op haar beurt dat [eiser] c.s. zich ook aan de afspraken houdt en hen verbiedt om haar te filmen op haar privéterrein. De voorzieningenrechter heeft de situatie beoordeeld en vastgesteld dat beide partijen zich niet volledig aan de gemaakte afspraken houden.

De voorzieningenrechter heeft besloten om [gedaagde] te verbieden om [eiser] c.s. aan te spreken en voorwerpen in hun richting te gooien, en heeft haar opgedragen om haar woning uitsluitend vanuit de Huismanstraat te benaderen. Tegelijkertijd is er een verbod opgelegd aan [eiser] c.s. om [gedaagde] te filmen en over de stoep voor haar woning te lopen, met dwangsommen als sanctie voor overtredingen. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten moet betalen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/679899 / KG ZA 24-503
Vonnis in kort geding van 5 augustus 2024
in de zaak van

1.[eiser] ,

2.
[eiseres],
woonplaats: Rotterdam,
eisers in conventie, verweerders in reconventie,
advocaat mr. A. Rhijnsburger te Rotterdam,
tegen
[gedaagde],
woonplaats: Rotterdam,
gedaagde in conventie, eiseres in reconventie,
advocaat mr. C.J.H. Anker te Rotterdam.
Partijen worden hierna [eiser] c.s. en [gedaagde] genoemd.

1.Waar gaat de zaak over?

1.1.
[eiser] c.s. en [gedaagde] zijn buren. Tussen hen woedt al jarenlang een burenruzie. Partijen hebben al verschillende juridische procedures tegen elkaar gevoerd. Eén van die procedures leidde – tijdens een mondelinge behandeling in hoger beroep bij het Gerechtshof Den Haag – op 23 januari 2023 tot een proces-verbaal, waarin partijen afspraken hebben gemaakt. Volgens [eiser] c.s. kwam [gedaagde] de gemaakte afspraken niet na. Daarom zijn zij later in 2023 een kort geding bij de voorzieningenrechter in deze rechtbank gestart. In dat kort geding is op 13 november 2023 een vonnis gewezen, waarin aan [gedaagde] vier verboden en één gebod zijn opgelegd. Aan die verboden en dat gebod is geen dwangsom verbonden.
1.2.
Volgens [eiser] c.s. houdt [gedaagde] zich praktisch geen enkele dag aan de verboden en het gebod en staakt [gedaagde] haar onrechtmatige gedrag niet, ondanks herhaalde verzoeken van [eiser] c.s. Daarom eisen [eiser] c.s. in deze zaak dat:
I. het [gedaagde] wordt verboden om (1) zich op te houden voor de woning van [eiser] c.s., ook niet op de stoep of op de straat direct gelegen voor de woning van [eiser] c.s., (2) [eiser] c.s. aan te spreken, aan te roepen of uit te schelden, (3) voorwerpen te gooien in de richting van de woning van [eiser] c.s. en (4) op de schutting tussen de voortuinen van partijen te slaan, op straffe van een dwangsom van € 500,00 per overtreding en daarbij te bepalen dat [gedaagde] per overtreding gedurende een periode van veertien dagen niet mag verblijven binnen een straal van honderd meter in/bij de woning van partijen, op straffe van een dwangsom van € 500,00 voor iedere overtreding van het tijdelijke gebiedsverbod;
II. het [gedaagde] wordt geboden om haar woning uitsluitend te benaderen vanuit de Huismanstraat, op straffe van een dwangsom van € 250,00 per overtreding.
1.3.
[gedaagde] is het niet eens met de eisen van [eiser] c.s. Volgens [gedaagde] houdt zij zich aan de afspraken die op 23 januari 2023 bij het Gerechtshof Den Haag zijn gemaakt en overtreedt zij de in het vonnis van 13 november 2023 genoemde verboden en geboden niet. [eiser] c.s. daarentegen houden zich, volgens [gedaagde] , niet aan de bij het Gerechtshof Den Haag gemaakte afspraken om geen camera’s te hebben die de tuin en woning van de ander kunnen filmen en om met telefoons geen beelden van elkaar te maken of te laten maken. Daarom eist [gedaagde] , als tegeneis, dat het [eiser] c.s. wordt verboden om te handelen in strijd met het proces-verbaal van het Gerechtshof Den Haag met name door het filmen van [gedaagde] op haar privéterrein, dan wel te bepalen dat het [eiser] c.s. wordt verboden om [gedaagde] op haar privéterrein te filmen, dat het [eiser] c.s. wordt verboden om met hun telefoons beelden van [gedaagde] te maken, geen voorwerpen in andermans tuin te gooien, niet over de stoep van [gedaagde] te lopen en geen kwaad te spreken tegen anderen, op straffe van een dwangsom van € 500,00 per overtreding met een maximum van € 50.000,00.
1.4.
De voorzieningenrechter verbiedt [gedaagde] om [eiser] c.s. aan te spreken, aan te roepen en uit te schelden en voorwerpen in de richting van (de voortuin van) de woning van [eiser] c.s. te gooien, en gebiedt [gedaagde] om haar woning uitsluitend te benaderen vanuit de Huismanstraat, alles onder druk van een dwangsom.
Verder verbiedt de voorzieningenrechter [eiser] c.s. gedurende één maand om [gedaagde] op haar privéterrein te filmen en met hun mobiele telefoons beelden van [gedaagde] te maken, en verbiedt de voorzieningenrechter [eiser] c.s. om over de stoep voor de woning van [gedaagde] te lopen, alles onder druk van een dwangsom. De overige eisen en tegeneisen worden afgewezen. De voorzieningenrechter legt dit hierna uit.

2. De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 17 juni 2024, met bijlagen;
  • de brief van 17 juli 2024 van [eiser] c.s., met een usb-stick;
  • de conclusie van eis in reconventie (tegeneis) en akte overleggen producties, met bijlagen;
  • de mondelinge behandeling op 22 juli 2024;
  • de pleitnota van mr. Anker.

3.De beoordeling in conventie en in reconventie

De afspraken die partijen op 23 januari 2023 hebben gemaakt

3.1.
De afspraken die partijen tijdens een mondelinge behandeling in hoger beroep bij het Gerechtshof Den Haag op 23 januari 2023 hebben gemaakt, vormen het uitgangspunt in de beoordeling van deze zaak. Die afspraken luiden als volgt:
We laten elkaar met rust. Partijen praten niet meer met elkaar, en ook niet tegen elkaar. Ze schreeuwen niet tegen elkaar. Ze zullen elkaar ook geen berichten sturen. Ze spugen niet tegen/naar elkaar. Partijen vertonen geen pestgedrag.
Partijen proberen elkaar te vermijden. Als zij zien dat een ander het huis verlaat en in de voortuin is, proberen zij even te wachten totdat de ander weg is.
Op de erfgrens tussen de voortuinen wordt zo snel mogelijk een gangbare houten of pvc schutting geplaatst van 2 meter hoog (geen opzichtige kleuren). Partij [eiser] zal deze plaatsen. [gedaagde] zal zich daarmee niet bemoeien en de schutting ongemoeid laten.
Partijen zullen geen camera’s hebben die de tuin en woning van de ander kunnen filmen. Camera’s op de begane grond die alleen de eigen tuin of woning filmen zijn toegestaan. [gedaagde] heeft een camera op het dak die haar zonnepanelen filmt. Zij zal ervoor zorg dragen dat die camera niet de achtertuin van [eiser] zal filmen. Zij zal de camera dus ook niet draaien. [eiser] heeft een camera tegen de achtergevel gericht op de uitbouw. Ook die camera zal niet tuin of woning van [gedaagde] filmen.
Partijen zullen ook met telefoons geen beelden van elkaar maken of laten maken.
De erfgrens moet worden gerespecteerd. Partijen zullen geen voorwerpen in andermans tuin gooien of terecht laten komen. Zij komen niet aan de spullen in andermans tuin. Partijen zullen ook geen spullen op de stoep voor elkaars huis gooien. [eiser] mag het zwarte lapje verwijderen en er worden geen nieuwe lapjes worden gehangen.
Partijen zullen niet over de stoep voor andermans huis lopen of rijden met scooters, fietsen of andere voertuigen. Dat betekent dat [gedaagde] haar huis uitsluitend zal benaderen vanuit de richting van de Huismanstraat en dat [eiser] uitsluitend zijn huis zal benaderen vanuit de richting van de Bakkerstraat. Partijen zullen geen scooters, fietsen of andere voertuigen op de stoep voor de tuin van de ander stallen.
Als [eiser] de vuilnis wegbrengt zal hij de straat oversteken en dan naar de Huismanstraat lopen. Als [eiser] naar zijn bedrijfsbus loopt of naar zijn moeder gaat zal hij eerst de straat oversteken en daarna via de stoep aan de overkant van de straat lopen.
[eiser] zal zijn bedrijfsbus laden en lossen bij de ingang in de Bakkerstraat.
Partijen zullen niet op de muren bonken en geen onnodige overlast veroorzaken.
Het is partijen toegestaan noodzakelijk onderhoud te verrichten of normale verbouwingswerkzaamheden. [eiser] zegt toe dat hij zijn tuinhuis of achtertuin niet als werkplaats voor anderen zal gebruiken.
Partijen zullen over elkaar geen kwaad spreken tegen anderen.
Partijen zullen erop toezien dat hun huisgenoten zich ook aan het bovenstaande houden.
De constateringen van de voorzieningenrechter
3.2.
De voorzieningenrechter constateert op basis van de foto’s en filmpjes die partijen in het geding hebben gebracht, dat partijen – en dat geldt vooral voor [gedaagde] , maar ook, maar dan in mindere mate, voor [eiser] c.s. – zich niet (volledig) aan de hierboven vermelde afspraken houden. Daarbij heeft de voorzieningenrechter alleen acht geslagen op de filmpjes en foto’s van ná 23 januari 2023, omdat de afspraken toen zijn gemaakt. De filmpjes en foto’s van daarvoor zijn daarom niet relevant (meer).
3.3.
Op de door [eiser] c.s. ingediende foto’s en filmpjes is te zien dat [gedaagde] – in ieder geval – (1) [eiser] c.s. meerdere keren uitscheldt, (2) zich bemoeit met het plaatsen van de schutting tussen de voortuinen van partijen, (3) meerdere keren vloeistoffen tegen de schutting tussen de voortuinen van partijen gooit, (4) meerdere keren tegen die schutting spuugt, (5) bladeren/afval op de stoep voor het huis van [eiser] c.s. veegt/schopt, (6) meerdere keren (obscene) gebaren richting het huis/de camera’s van [eiser] c.s. maakt, (7) roept/schreeuwt naar de dochter van [eiser] c.s., (8) [eiser] c.s. filmt met haar mobiele telefoon en (9) haar fiets tegen de schutting tussen de voortuinen van partijen zet. Dit zijn overtredingen van de hierboven vermelde afspraken 1, 3, 5 en 6. Daar komt bij dat [gedaagde] haar scooter weliswaar niet op de stoep voor de tuin van [eiser] c.s. plaatst, althans dat is niet goed zichtbaar op de filmpjes, maar zij wel lijkt te provoceren door haar scooter meerdere keren pontificaal op de stoep voor de woningen van partijen te plaatsen tot aan een denkbeeldige lijn tussen de stoep voor haar eigen woning en de stoep voor de woning van [eiser] c.s. Dit valt naar het oordeel van de voorzieningenrechter onder pestgedrag en is een overtreding van afspraak 1. Verder is duidelijk dat [eiser] c.s., in weerwil van de hierboven vermelde afspraken 4 en 5, één of meerdere camera’s op het privéterrein van [gedaagde] hebben gericht én [gedaagde] in ieder geval één keer met een mobiele telefoon hebben gefilmd.
Ingrijpen in de situatie is nu noodzakelijk
3.4.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de voorzieningenrechter partijen gevraagd wat voor hen de waarde is van de afspraken die zij op 23 januari 2023 hebben gemaakt. Hoewel de beide partijen daarop antwoordden dat zij zich aan de afspraken houden, blijkt het tegendeel uit de ingediende filmpjes en foto’s. Daarbij moet wel een kanttekening worden geplaatst. [eiser] c.s. hebben namelijk uitgelegd dat zij [gedaagde] filmen, omdat [gedaagde] de gemaakte afspraken overtreedt en [eiser] c.s. daar bewijs van willen hebben. Dat is niet onbegrijpelijk. Tegelijkertijd heeft [gedaagde] gezegd dat de camera’s een “trigger” voor haar zijn, omdat zij zich bespied voelt en aangetast in haar privacy. De camera’s werken voor haar als een rode lap op een stier.
3.5.
Partijen houden elkaar dus in een wurggreep door vooral naar elkaar te wijzen en, naar het zich laat aanzien, vooral niet als eerste te willen stoppen. [eiser] c.s. willen [gedaagde] (blijven) filmen, omdat [gedaagde] de gemaakte afspraken overtreedt. En [gedaagde] overtreedt de gemaakte afspraken, omdat [eiser] c.s. haar filmen en zij zich daardoor bespied voelt. Verder pest/provoceert [gedaagde] door tijdens de rituele zonnegroet te gebaren in de richting van (de woning van) [eiser] c.s. en door haar scooter midden op de stoep (bijna voor de woning van [eiser] c.s.) te plaatsen en leggen [eiser] c.s. op alle slakken zout door ook filmpjes van gedragingen van [gedaagde] die duidelijk niet onrechtmatig en/of in strijd met de gemaakte afspraken zijn in het geding te brengen. Kortom, er is geen sprake van een gezonde burenrelatie en de situatie dreigt te escaleren. Aan deze situatie moet zo snel mogelijk een einde komen en daarom is het noodzakelijk om nu in te grijpen in het – op grond van de op 23 januari 2023 gemaakte afspraken – onrechtmatige gedrag van partijen.
Twee verboden en één gebod voor [gedaagde] , onder druk van een dwangsom
3.6.
De voorzieningenrechter verbiedt [gedaagde] om [eiser] c.s. aan te spreken, aan te roepen en uit te schelden en voorwerpen in de richting van (de voortuin van) de woning van [eiser] c.s. te gooien. Verder gebiedt de voorzieningenrechter [gedaagde] om haar woning uitsluitend te benaderen vanuit de Huismanstraat, omdat [gedaagde] dat – in weerwil van de op 23 januari 2023 gemaakte afspraken – niet altijd doet. Als [gedaagde] zich niet aan de verboden en/of het gebod houdt, moet zij een dwangsom van € 250,00 per keer met een maximum van € 25.000,00 aan [eiser] c.s. betalen.
3.7.
De voorzieningenrechter heeft op de filmpjes niet gezien dat [gedaagde] zich ophoudt voor de woning van [eiser] c.s. of op de stoep/de straat voor hun woning of dat [gedaagde] op de schutting tussen de voortuinen van de partijen slaat, zodat daarvoor geen verbod wordt uitgesproken. Verder is er geen wettelijke basis om, als sanctie op de overtreding van de geboden en/of het gebod, een tijdelijk gebiedsverbod op te leggen (terwijl de daarbovenop nogmaals gevorderde dwangsom disproportioneel zou zijn). Bovendien is een tijdelijk gebiedsverbod in de gegeven omstandigheden disproportioneel, omdat dit feitelijk betekent dat [gedaagde] haar woning gedurende twee weken niet in mag en dat vormt een forse inbreuk op haar eigendomsrecht. Het tijdelijke gebiedsverbod, en de daaraan gekoppelde dwangsom, worden daarom afgewezen.
Drie (tijdelijke) verboden voor [eiser] c.s., onder druk van een dwangsom
3.8.
De voorzieningenrechter verbiedt [eiser] c.s. gedurende één maand, te rekenen vanaf 12 augustus 2024, om [gedaagde] op haar privéterrein te filmen en met hun mobiele telefoons beelden van [gedaagde] te maken. Daarmee wil de voorzieningenrechter [gedaagde] de gelegenheid bieden om haar gedrag aan te passen, zonder dat zij zich bespied voelt. De voorzieningenrechter hoopt dat de camera’s van [eiser] c.s. ook na afloop van deze maand niet meer op het privéterrein (hoeven te) worden gericht, maar daar moeten de partijen – zo nodig door tussenkomst van hun advocaten – dan maar afspraken over maken. Verder verbiedt de voorzieningenrechter [eiser] c.s. om over de stoep voor de woning van [gedaagde] te lopen, omdat [eiser] c.s. dat in weerwil van de op 23 januari 2023 gemaakte afspraken af en toe doen. Als [eiser] c.s. zich niet aan de verboden houden, moeten zij een dwangsom van € 250,00 per overtreding daarvan, met een maximum van € 25.000,00, aan [gedaagde] betalen.
3.9.
De voorzieningenrechter heeft op de filmpjes niet gezien dat [eiser] c.s. voorwerpen in de tuin van [gedaagde] gooien, zodat daarvoor geen verbod wordt uitgesproken. Verder wordt het [eiser] c.s. ook niet verboden om kwaad te spreken tegen anderen (
de voorzieningenrechter begrijpt: over [gedaagde]), omdat onvoldoende gesteld en onderbouwd is, en daarmee onvoldoende duidelijk is, op welke (vermeende) handelingen van [eiser] c.s. [gedaagde] doelt. Daar komt nog bij dat niet alle kwaadsprekerij onrechtmatig is zodat de tegeneis van [gedaagde] op dit punt (ook) te ruim is geformuleerd.
Ten overvloede
3.10.
Er worden nu financiële consequenties verbonden aan het niet nakomen van de op 23 januari 2023 gemaakte afspraken. Hoewel het incasseren van een eventueel verbeurde dwangsom de relatie van partijen waarschijnlijk geen goed zal doen, ziet de voorzieningenrechter geen andere mogelijkheid om de bereikte impasse te doorbreken. Partijen moeten zich realiseren dat zij elkaar als buren in een wurggreep houden en dat verdere escalatie moet worden voorkomen; niet alleen voor zichzelf, maar ook voor hun kinderen en omwonenden. Het is voor de voorzieningenrechter op basis van filmpjes en foto’s niet mogelijk om vast te stellen wie van partijen ergens mee begint, maar dat moet ook niet relevant/van belang zijn. Het moment is aangekomen dat partijen bij zichzelf te rade moeten gaan of dit de manier is waarop zij naast elkaar willen blijven wonen.
De proceskosten
3.11.
De proceskosten in conventie en in reconventie worden gecompenseerd, omdat beide partijen gedeeltelijk (on)gelijk krijgen en de situatie waarin partijen zitten het gevolg is van actie-reactie over en weer. Dit betekent dat iedere partij de eigen proceskosten moet betalen.

4.De beslissing

De voorzieningenrechter:
in conventie
4.1.
verbiedt [gedaagde] om [eiser] c.s. aan te spreken, aan te roepen en uit te schelden en voorwerpen in de richting van (de voortuin van) de woning van [eiser] c.s. te gooien;
4.2.
gebiedt [gedaagde] om haar woning uitsluitend te benaderen vanuit de Huismanstraat;
4.3.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser] c.s. een dwangsom te betalen van € 250,00 per keer dat zij (één van) de verboden onder 4.1. of het gebod onder 4.2. overtreedt, met dien verstande dat [gedaagde] maximaal € 25.000,00 aan dwangsommen kan verbeuren;
4.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4.5.
compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten betaalt;
4.6.
wijst al het andere af;
in reconventie
4.7.
verbiedt [eiser] c.s. gedurende één maand, te rekenen vanaf 12 augustus 2024, om [gedaagde] op haar privéterrein te filmen en met hun mobiele telefoons beelden van [gedaagde] te maken;
4.8.
verbiedt [eiser] c.s. om over de stoep voor de woning van [gedaagde] te lopen;
4.9.
veroordeelt [eiser] c.s. om aan [gedaagde] een dwangsom te betalen van € 250,00 per keer dat zij (één van) de verboden onder 4.7. of 4.8. overtreden, met dien verstande dat [eiser] c.s. maximaal € 25.000,00 aan dwangsommen kunnen verbeuren;
4.10.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4.11.
compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten betaalt;
4.12.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. de Bruin en in het openbaar uitgesproken op 5 augustus 2024.
3349 / 2009