Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 augustus 2024 in de zaak tussen
[naam eiser] , uit [plaats] , eiser,
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, UWV,
Inleiding
Totstandkoming van het besluit
Beoordeling door de rechtbank
WW-uitkering. [1] In het Algemeen Inkomensbesluit socialezekerheidswetten (AIB) is bepaald wat onder inkomen voor de WW wordt verstaan. Voor de WW wordt als inkomen in verband met arbeid onder andere beschouwd: een periodieke uitkering vanuit een dienstbetrekking die wordt uitgekeerd bij wijze van een oudedagsvoorziening, dan wel een uitkering die daaraan of aan het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd voorafgaat. [2]
WW-uitkering. Ook deze uitzondering is niet van toepassing. Eiser heeft immers niet eerder een WW-uitkering ontvangen waarbij het prepensioen al in aanmerking is genomen voor de WW-uitkering.
Conclusie en gevolgen
WW-uitkering van eiser in mindering heeft gebracht. Eiser krijgt daarom het griffierecht niet terug. Hij krijgt ook geen vergoeding van zijn proceskosten.