ECLI:NL:RBROT:2024:7430
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.G.L. de Vette
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen de definitieve vaststelling van de NOW-3 tegemoetkoming en de schending van de meldplicht
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de definitieve vaststelling van de tegemoetkoming op grond van de Derde tijdelijke noodmaatregel overbrugging werkgelegenheid (NOW-3). Eiseres had op 20 november 2020 een aanvraag ingediend voor een tegemoetkoming in de loonkosten vanwege verwacht omzetverlies. De tegemoetkoming werd aanvankelijk vastgesteld op € 346.835,-, maar verweerder besloot deze met 5% te korten wegens schending van de meldplicht. Eiseres betwistte deze korting en stelde dat zij wel aan haar meldplicht had voldaan.
De rechtbank heeft het beroep op 2 augustus 2024 behandeld, waarbij de gemachtigden van beide partijen aanwezig waren. De rechtbank concludeert dat de korting van 5% terecht is toegepast, omdat eiseres niet aan de meldplicht heeft voldaan. De meldplicht houdt in dat werkgevers contact moeten opnemen met het UWV voor ondersteuning bij ontslagen werknemers. Eiseres heeft weliswaar melding gemaakt van ontslagen, maar heeft geen contact opgenomen met het UWV voor begeleiding, wat een schending van de meldplicht betekent.
De rechtbank oordeelt dat de lagere vaststelling van de NOW-tegemoetkoming niet leidt tot financiële problemen voor eiseres, aangezien zij niets hoeft terug te betalen. Het beroep wordt ongegrond verklaard, en eiseres krijgt het griffierecht niet terug. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M.G.L. de Vette en is openbaar uitgesproken op 16 augustus 2024.