ECLI:NL:RBROT:2024:7508

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
12 augustus 2024
Publicatiedatum
15 augustus 2024
Zaaknummer
C/10/680862 / HA RK 24-555
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot benoeming van een vereffenaar na faillissement

Op 12 augustus 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van Slavenburg Holding B.V., vertegenwoordigd door mr. J.P.M. Borsboom, als curator in het faillissement van de ontbonden besloten vennootschap Slavenburg Holding B.V. Het verzoek betreft de benoeming van een toekomstige vereffenaar voor het vermogen van Slavenburg na de afwikkeling van het faillissement. De rechtbank heeft vastgesteld dat Slavenburg van rechtswege is ontbonden na de faillietverklaring op 19 december 2013 en dat er geen bestuurders meer zijn, waardoor er geen vereffenaars zijn aangesteld. De rechtbank oordeelt dat de curator, mr. J.P.M. Borsboom, als belanghebbende kan verzoeken om de benoeming van een vereffenaar. De rechtbank heeft het verzoek van de curator toegewezen en hem benoemd tot vereffenaar, ingaande op de dag dat het faillissement eindigt. Tevens is bepaald dat het salaris van de vereffenaar aansluit bij de Recofa-richtlijnen en dat de kosten van de procedure ten laste van de vereffening komen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rekestnummer: C/10/680862 / HA RK 24-555
Beschikking van 12 augustus 2024 op het verzoek van:
in de zaak van
[verzoeker], in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van
Slavenburg Holding B.V., statutair gevestigd te Capelle aan den IJssel,
kantoorhoudende te Rotterdam,
verzoeker,
advocaat mr. J.P.M. Borsboom te Rotterdam,
hierna: [verzoeker] q.q..
tot benoeming van een toekomstige vereffenaar van het vermogen van:
de ontbonden besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SLAVENBURG HOLDING B.V.,
gevestigd te Capelle aan den IJssel,
hierna: Slavenburg.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van 13 juni 2024, met producties 1 tot en met 6, de brief van de rechtbank van 31 juli 2024 en het door [verzoeker] q.q. op 1 augustus 2024 toegezonden actuele uittreksel uit het handelsregister van Slavenburg.

2.De beoordeling

2.1.
Het verzoek van [verzoeker] q.q. is gebaseerd op artikel 2:23 lid 2 BW en strekt – zo begrijpt de rechtbank – tot benoeming van [verzoeker] (hierna: [verzoeker]) tot vereffenaar van Slavenburg, ingaande op de dag dat het faillissement van Slavenburg eindigt. [verzoeker] q.q. verzoekt de rechtbank tevens om te bepalen dat voor het verschuldigde salaris van [verzoeker] in zijn toekomstige hoedanigheid van vereffenaar van Slavenburg wordt aangesloten bij de Recofa-richtlijnen, en dat de kosten van deze procedure ten laste van de vereffening komen. [verzoeker] q.q. verzoekt ten slotte om de beschikking uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
2.2.
De rechtbank is bevoegd op het verzoek te beslissen omdat Slavenburg voorheen statutair gevestigd was in het rechtsgebied van deze rechtbank.
2.3.
Uitgangspunt bij de beoordeling is het volgende. Een rechtspersoon blijft na ontbinding voortbestaan voor zover dit tot vereffening van zijn vermogen nodig is (artikel 2:19 lid 5 BW). Voor zover de rechter geen andere vereffenaars heeft benoemd en de statuten geen andere vereffenaars aanwijzen, worden de bestuurders vereffenaars van het vermogen van een ontbonden rechtspersoon (artikel 2:23 lid 1 BW). Ontbreken vereffenaars, dan benoemt de rechtbank een of meer vereffenaars op verzoek van een belanghebbende of het openbaar ministerie (artikel 2:23 lid 2 BW).
2.4.
Uit de overgelegde stukken blijkt dat Slavenburg van rechtswege is ontbonden. Op 19 december 2013 is Slavenburg failliet verklaard. Uit het proces-verbaal van de verificatievergadering, gehouden op 14 mei 2024 in het faillissement van Slavenburg, blijkt niet dat er een akkoord is aangeboden. Daardoor verkeert de boedel van rechtswege in staat van insolventie (artikel 173 lid 1 Fw). Door deze insolventie na faillietverklaring is Slavenburg van rechtswege ontbonden (artikel 2:19 lid 1 sub c BW).
2.5.
Uit het verzoekschrift en de daarbij overgelegde tussentijds financieel verslag per 6 juni 2024 volgt dat Slavenburg er na de afwikkeling van het faillissement een positief vermogen over blijft. Slavenburg blijft daarom na de afwikkeling van het faillissement nog bestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is (artikel 2:19 lid 5 BW).
2.6.
Artikel 37.1 van de statuten van Slavenburg voorziet alleen in een regeling voor de benoeming van een vereffenaar bij ontbinding van de vennootschap na een besluit van de algemene vergadering daartoe. Hiervan is geen sprake. Van een andere door de rechter benoemde vereffenaar is niet gebleken. In beginsel worden dan de bestuurders van Slavenburg de vereffenaars van het vermogen van Slavenburg (artikel 2:23 lid 1 BW). Uit het overgelegde uittreksel van Slavenburg uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel van 1 augustus 2024 blijkt dat Slavenburg sinds 1 juli 2021 geen bestuurders meer heeft. Hierdoor ontbreekt een vereffenaar (artikel 2:23 lid 2 BW).
2.7.
[verzoeker] q.q. is belanghebbende in de zin van artikel 2:23 lid 2 BW bij de toekomstige benoeming van een vereffenaar van Slavenburg.
2.7.1.
[verzoeker] q.q. is als curator belast met het beheer en de vereffening van de failliete boedel (artikel 68 Fw). De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 24 april 2020 met ECLI-nummer ECLI:NL:HR:2020:801 geoordeeld dat de curator bij de wijze waarop hij zijn beheers- en vereffeningstaak uitoefent, ook rekening moet houden met andere bij het beheer en de vereffening van de failliete boedel betrokken belangen dan die van de gezamenlijke schuldeisers.
2.7.2.
Na de afwikkeling van het faillissement, waarbij in dit geval alle vorderingen van de geverifieerde schuldeisers volledig kunnen worden voldaan, eindigt het faillissement. [verzoeker] q.q. zal dan na goedkeuring daarvan door de rechter-commissaris als curator defungeren (artikel 193 Fw). De niet-geverifieerde vorderingen, waaronder met name de rentevorderingen, kunnen niet binnen het faillissement worden meegenomen. Hetzelfde geldt voor het uitkeren van het liquidatieoverschot aan de aandeelhouder, op grond van artikel 37 lid 4 van de statuten van Slavenburg (HR 24 april 2020, ECLI:NL:HR:2020:801).
2.7.3.
Omdat vereffenaars ontbreken, vervult [verzoeker] q.q. met dit verzoek zijn taak om bij de uitvoering van zijn werkzaamheden als curator rekening te houden met andere bij het beheer en de vereffening van de failliete boedel betrokken belangen dan die van de gezamenlijke schuldeisers. [verzoeker] q.q. moet daarom als belanghebbende in de zin van artikel 2:23 lid 2 BW worden aangemerkt.
2.8.
Uit het verzoekschrift blijkt dat [verzoeker] bereid is als vereffenaar op te treden. Hij beschikt ook reeds over de daartoe benodigde stukken en informatie en is bekend met de wettelijke systematiek en de praktische zaken die gedaan moeten worden. Overeenkomstig het verzoek benoemt de rechtbank [verzoeker] tot vereffenaar met ingang op de dag dat het faillissement van Slavenburg eindigt.
2.9.
De vereffenaar dient zoals bepaald in artikel 2:23 lid 4 BW ervoor zorg te dragen dat zijn optreden als vereffenaar ingeschreven wordt in het handelsregister van de Kamer van Koophandel waartoe hij de benodigde gegevens aan de Kamer van Koophandel moet verstrekken.
2.10.
De vereffenaar die door de rechter is benoemd, heeft recht op de beloning welke deze hem toekent (artikel 2:23 lid 2 BW). [verzoeker] q.q. heeft verzocht dat de vereffenaar wordt beloond overeenkomstig de Recofa-richtlijnen voor faillissementen en surseances van betaling [1] . De rechtbank acht dit passend, omdat [verzoeker] de werkzaamheden als vereffenaar van het vermogen van Slavenburg zal uitvoeren in het verlengde van zijn huidige werkzaamheden als curator in het faillissement van Slavenburg. De rechtbank zal de verzochte bepaling van het verschuldigde salaris van de vereffenaar daarom toewijzen.
2.11.
Overeenkomstig het verzoek bepaalt de rechtbank dat de kosten van deze procedure ten laste van de vereffening komen.

3.De beslissing

De rechtbank:
a. benoemt tot vereffenaar van het vermogen van Slavenburg, ingaande op de dag dat het faillissement van Slavenburg eindigt:
[verzoeker], advocaat te Rotterdam bij [naam kantoor],
vestigingsadres: [adres],
postadres: [postadres];
bepaalt dat de vereffenaar ervoor zorg dient te dragen dat zijn optreden als vereffenaar wordt ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel;
bepaalt dat voor het verschuldigde salaris van de vereffenaar wordt aangesloten bij de Recofa-richtlijnen voor faillissementen en surseances van betaling [2] ;
bepaalt dat de kosten van deze procedure ten laste van de vereffening komen;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. P. de Bruin en in het openbaar uitgesproken op 12 augustus 2024.
[3718/2009]

Voetnoten

1.https://www.rechtspraak.nl/Voor-advocaten-en-juristen/Reglementen-procedures-en-formulieren/Civiel/Insolventierecht/Paginas/afwikkeling-faillissement.aspx.
2.https://www.rechtspraak.nl/Voor-advocaten-en-juristen/Reglementen-procedures-en-formulieren/Civiel/Insolventierecht/Paginas/afwikkeling-faillissement.aspx.