ECLI:NL:RBROT:2024:7571

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 augustus 2024
Publicatiedatum
19 augustus 2024
Zaaknummer
11152286
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van eisen in een geschil over een koopovereenkomst en proceskostenveroordeling

In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 16 augustus 2024, heeft Billink Financial Solutions B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die zelf procedeert. Billink stelt dat de gedaagde via een website een product heeft gekocht voor € 24,90, inclusief verzendkosten, en dat zij het recht om de koopprijs te eisen heeft overgenomen van een ander bedrijf. Billink heeft de gedaagde een factuur en aanmaningen gestuurd, maar de gedaagde heeft niet betaald. In de procedure eist Billink dat de gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van het verschuldigde bedrag, vermeerderd met rente, buitengerechtelijke kosten en proceskosten.

De gedaagde betwist echter de aankoop en stelt dat hij niet op de hoogte was van de aanmaningen, omdat deze naar een verkeerd e-mailadres zijn gestuurd. Billink heeft niet gereageerd op het verweer van de gedaagde en heeft niet voldoende bewijs geleverd om haar stelling te onderbouwen dat er een koopovereenkomst tot stand is gekomen. De kantonrechter oordeelt dat Billink haar eis onvoldoende heeft onderbouwd en wijst alle eisen van Billink af. Tevens wordt Billink veroordeeld in de proceskosten, die aan de kant van de gedaagde worden begroot op € 50,-. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. A.M. van Kalmthout.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11152286 CV EXPL 24-14740
datum uitspraak: 16 augustus 2024
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Billink Financial Solutions B.V.,
vestigingsplaats: Gouda,
eiseres,
gemachtigde: Deurwaarderskantoor Van Lith B.V.,
tegen
[gedaagde],
woonplaats: [plaatsnaam],
gedaagde,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘Billink’ en ‘[gedaagde]’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 29 mei 2024, met bijlagen;
  • de aantekeningen van de griffier van de mondelinge reactie van [gedaagde] en de schriftelijke reactie die hij toen heeft overhandigd.
1.2.
De kantonrechter heeft Billink in de gelegenheid gesteld om te reageren op het verweer van [gedaagde]. Dat heeft Billink niet gedaan.

2.De beoordeling

Waar gaat de zaak over?
2.1.
Billink stelt dat [gedaagde] via [website] ‘double chocolates normaal (12 stuks)’ heeft gekocht, voor € 24,90, inclusief verzendkosten. Ze stelt dat [naam bedrijf] het recht om de koopprijs te eisen heeft verkocht aan haar. Volgens Billink heeft zij [gedaagde] een factuur en aanmaningen gestuurd, maar heeft hij niet betaald. Ze eist nu in deze procedure dat [gedaagde] wordt veroordeeld om € 24,90 te betalen, met rente, buitengerechtelijke kosten en proceskosten.
Alle eisen van Billink worden afgewezen
2.2.
[gedaagde] is het niet eens met de eis. Hij betwist dat hij iets heeft gekocht via [website] Hij stelt dat hij ook pas bij ontvangst van de dagvaarding werd geconfronteerd met deze eis, omdat alle aanmaningen zijn gemaild naar een mailadres dat niet van hem is.
2.3.
Billink heeft niet gereageerd op dit verweer. Ze heeft dus niet duidelijk gemaakt waar zij haar stelling op baseert dat [gedaagde] een bestelling heeft geplaatst op de website. Zij heeft dus haar eis onvoldoende onderbouwd. [gedaagde] hoeft daarom het geëiste factuurbedrag niet te betalen. Dat geldt daarom (uiteraard) ook voor de rente en buitengerechtelijke kosten.
Billink moet de proceskosten betalen
2.4.
Billink moet de proceskosten betalen, omdat zij ongelijk krijgt (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot deze kosten aan de kant van [gedaagde] op € 50,- aan onkosten.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
wijst alle eisen van Billink af;
3.2.
veroordeelt Billink in de proceskosten, die aan de kant van [gedaagde] worden begroot op € 50,-.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. van Kalmthout en in het openbaar uitgesproken.
33394