ECLI:NL:RBROT:2024:7924

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
23 augustus 2024
Publicatiedatum
23 augustus 2024
Zaaknummer
10958294 CV EXPL 24-5801
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van onbetaalde facturen in zorgverlening

In deze zaak heeft de kantonrechter te Rotterdam op 23 augustus 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres], die handelt onder de naam [handelsnaam], en Celina Thuiszorg B.V. De eiseres vorderde betaling van een bedrag van € 5.653,58, bestaande uit onbetaalde facturen voor geleverde zorgdiensten, vermeerderd met rente en proceskosten. De procedure begon met een dagvaarding op 15 februari 2024, gevolgd door een schriftelijk en mondeling antwoord van de gedaagde partij. Tijdens de zitting op 12 augustus 2024 was alleen de eiseres en haar gemachtigde aanwezig, terwijl Celina Thuiszorg niet verscheen.

De kantonrechter heeft de vordering van [eiseres] toegewezen, omdat Celina Thuiszorg niet heeft betwist dat de facturen onbetaald zijn gebleven. De rechter heeft vastgesteld dat Celina Thuiszorg een hoofdsom van € 5.003,25 moet betalen, evenals buitengerechtelijke incassokosten van € 650,33 en rente van € 156,11. Daarnaast is Celina Thuiszorg veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die zijn begroot op € 1.201,08. Dit bedrag omvat onder andere dagvaardingskosten, griffierecht en het salaris van de gemachtigde.

Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de eiseres het vonnis onmiddellijk kan laten uitvoeren, zelfs als Celina Thuiszorg in hoger beroep gaat. De uitspraak benadrukt de verplichting van de gedaagde om te voldoen aan de betalingsverplichtingen en de gevolgen van het niet verschijnen op de zitting.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10958294 CV EXPL 24-5801
datum uitspraak: 23 augustus 2024
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
[eiseres],
die tevens handelt onder de naam [handelsnaam],
woonplaats: [woonplaats],
eiseres,
gemachtigde: [naam 1],
tegen
Celina Thuiszorg B.V.,
vestigingsplaats: Spijkenisse,
gedaagde,
gemachtigde: [naam 2].
De partijen worden hierna ‘[eiseres]’ en ‘Celina Thuiszorg’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 15 februari 2024, met bijlagen;
  • het antwoord (zowel mondeling als schriftelijk);
  • de brief van de zijde van [eiseres] van 5 augustus 2024, met bijlagen.
1.2.
Op 12 augustus 2024 is de zaak tijdens een zitting besproken. Daarbij waren [eiseres], haar partner en de gemachtigde aanwezig. Van de zijde van Celina Thuiszorg is niemand verschenen.

2.De beoordeling

Waar gaat de zaak over?
2.1.
[eiseres] eist dat de kantonrechter Celina Thuiszorg veroordeelt om aan haar € 5.653,58 te betalen, met rente en proceskosten. De reden daarvan is dat Celina Thuiszorg volgens [eiseres] een aantal facturen voor geleverde zorgdiensten niet zou hebben betaald, ook niet na sommatie.
2.2.
Celina Thuiszorg is het niet eens met de eis.
2.3.
[eiseres] wordt door de kantonrechter in het gelijk gesteld. Hierna wordt toegelicht waarom.
Celina Thuiszorg moet een hoofdsom van € 5.003,25 betalen
2.4.
Celina Thuiszorg heeft niet aangegeven waarom de eis niet klopt. Daarom wordt de geëiste hoofdsom toegewezen op basis van de feiten die in de dagvaarding staan.
Celina Thuiszorg moet incassokosten van € 650,33 betalen
2.5.
De buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen, omdat aan alle voorwaarden is voldaan om een vergoeding voor deze kosten te krijgen (artikel 6:96 BW).
Celina Thuiszorg moet rente betalen
2.6.
De rente wordt toegewezen, omdat [eiseres] genoeg heeft gesteld waaruit volgt dat deze moet worden betaald en Celina Thuiszorg dat niet heeft betwist. Daarom zit in het totale bedrag dat Celina Thuiszorg aan [eiseres] moet betalen de rente van € 156,11 die [eiseres] heeft berekend tot aan 13 februari 2024.
Celina Thuiszorg moet de proceskosten betalen
2.7.
Celina Thuiszorg moet de proceskosten betalen, omdat zij ongelijk krijgt (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot deze kosten aan de kant van [eiseres] op € 140,08 aan dagvaardingskosten, € 248,- aan griffierecht, € 678,- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten × € 339,-) en € 135,- aan nakosten. Dat is in totaal € 1.201,08. Hier kan nog een bedrag bij komen als dit vonnis wordt betekend.
Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad
2.8.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat [eiseres] dat eist en Celina Thuiszorg daar niet op heeft gereageerd (artikel 233 Rv). Dat betekent dat het vonnis meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt Celina Thuiszorg om aan [eiseres] te betalen € 5.809,69 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119a BW over € 5.003,25 vanaf de dag van dagvaarding tot de dag dat volledig is betaald;
3.2.
veroordeelt Celina Thuiszorg in de proceskosten, die aan de kant van [eiseres] worden begroot op € 1.201,08;
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. F. Aukema-Hartog en in het openbaar uitgesproken.
43416