Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 8 januari 2024, met bijlagen;
- de aantekeningen van het mondelinge verweer van [gedaagde] op 31 januari 2024 met bijlage;
- de repliek, met bijlagen.
2.Het geschil
- [gedaagde] te veroordelen aan haar te betalen de hoofdsom van € 236,07;
- [gedaagde] te veroordelen tot betaling van € 260,29 per kwartaal of gedeelte daarvan dat hij na 21 november 2023 water geleverd zal krijgen, in ieder geval tot de datum van de hierna gevorderde afsluiting van de watertoevoer, nu eiseres op grond van de achterstallige facturen vreest dat gedaagde in de nakoming tekort zal schieten
- [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten;
- het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
en te bepalen dat Evides gerechtigd is die werkzaamheden op of aan de woning van [gedaagde] te verrichten door middel van gedeeltelijke en tijdelijke ontruiming van de woning, aangezien deze ontruiming noodzakelijk is voor de uitvoering van de werkzaamheden;
3.De beoordeling
€ 236,07 is dan ook opeisbaar is, ook al omdat die hoofdsom qua hoogte niet is betwist door [gedaagde]. Als [gedaagde] een betalingsregeling wil treffen dan wordt hij verwezen naar de gemachtigde van Evides.
€ 260,29 verschuldigd is. De vordering betreffende het kwartaalvoorschot wordt afgewezen.