ECLI:NL:RBROT:2024:7983

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
24 mei 2024
Publicatiedatum
26 augustus 2024
Zaaknummer
10902447
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van drinkwaterkosten en ontbinding van overeenkomst door Evides N.V.

In deze zaak vordert Evides N.V. betaling van een openstaande hoofdsom van € 236,07 van gedaagde, die drinkwater ontvangt op zijn woonadres. Evides stelt dat er een overeenkomst bestaat op basis waarvan gedaagde verplicht is om te betalen voor de geleverde diensten. Gedaagde heeft echter een betalingsregeling getroffen, maar Evides betwist dat deze regeling betrekking heeft op de hoofdsom die in deze procedure aan de orde is. De kantonrechter oordeelt dat de hoofdsom opeisbaar is, omdat gedaagde niet heeft aangetoond dat er een betalingsregeling voor deze specifieke schuld is getroffen. De vordering tot betaling van een kwartaalvoorschot van € 260,29 wordt afgewezen, omdat onvoldoende bewijs is geleverd dat dit bedrag verschuldigd is. Tevens wordt de vordering tot ontbinding van de overeenkomst en afsluiting van de drinkwatertoevoer afgewezen, omdat de betalingsachterstand niet substantieel genoeg is om deze ingrijpende maatregel te rechtvaardigen. De kantonrechter benadrukt het belang van de levering van drinkwater voor de volksgezondheid en oordeelt dat het belang van gedaagde bij het voortzetten van de levering zwaarder weegt dan de tekortkoming in de betaling. Gedaagde wordt wel veroordeeld in de proceskosten, die op € 337,84 worden begroot. Het vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10902447 CV EXPL 24-2195
datum uitspraak: 24 mei 2024
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Evides N.V.
gevestigd te Rotterdam,
eiseres,
gemachtigde: drs. M.D. Brouwer,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats]
gedaagde,
procederend in persoon, zonder bijstand van een gemachtigde.
Partijen worden hierna ‘Evides’ en ‘[gedaagde]’ genoemd.

1.De procedure

Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 8 januari 2024, met bijlagen;
  • de aantekeningen van het mondelinge verweer van [gedaagde] op 31 januari 2024 met bijlage;
  • de repliek, met bijlagen.
[gedaagde] heeft geen gebruik gemaakt van de geboden mogelijkheid om op de rolzitting van 23 april 2024 schriftelijk of mondeling te reageren op de nadere stelling van Evides in de conclusie van repliek

2.Het geschil

2.1.
Evides vordert samengevat:
A.
  • [gedaagde] te veroordelen aan haar te betalen de hoofdsom van € 236,07;
  • [gedaagde] te veroordelen tot betaling van € 260,29 per kwartaal of gedeelte daarvan dat hij na 21 november 2023 water geleverd zal krijgen, in ieder geval tot de datum van de hierna gevorderde afsluiting van de watertoevoer, nu eiseres op grond van de achterstallige facturen vreest dat gedaagde in de nakoming tekort zal schieten
  • [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten;
  • het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
B.
En, in het geval dat [gedaagde] na betekening van dit vonnis niet (volledig) aan de veroordeling zoals gevorderd onder sub A zal hebben voldaan, of, voor het geval dat de kantonrechter oordeelt dat tussen Evides en gedaagde geen overeenkomst tot stand is gekomen:
I. te bepalen dat Evides gemachtigd is, na een voorafkondiging van drie dagen, tot het afsluiten van de levering van drinkwater en het verzegelen van de meter
en te bepalen dat Evides gerechtigd is die werkzaamheden op of aan de woning van [gedaagde] te verrichten door middel van gedeeltelijke en tijdelijke ontruiming van de woning, aangezien deze ontruiming noodzakelijk is voor de uitvoering van de werkzaamheden;
II. [gedaagde] te veroordelen om voornoemd handelen van Evides te gedogen;
III. [gedaagde] te veroordelen om de afsluitkosten van € 205,00 aan Evides te betalen indien niet binnen drie dagen na betekening van het vonnis voor volledige betaling is zorggedragen en de hierboven genoemde werkzaamheden zijn uitgevoerd;
IV. te bepalen dat Evides niet tot heraansluiting zal hoeven over te gaan indien [gedaagde] niet de kosten van de afsluiting – waarin heraansluiting zijn begrepen- heeft voldaan;
V. te verklaren voor recht dat, als [gedaagde] niet op eerste verzoek van Evides meewerkt aan het controleren van de verzegeling van de hoofdkraan en de aansluiting op het drinkwaternet, Evides, of een door haar aangewezen vertegenwoordiger gerechtigd is om op kosten van [gedaagde] werkzaamheden op het leveringsadres te verrichten, bestaande uit het controleren van de verzegeling van de hoofdkraan en de aansluiting op het drinkwaternet, mits die vertegenwoordiger van Evides zich op verzoek van [gedaagde] legitimeert en desgevraagd door middel van een schriftelijke volmacht aantoont dat hij, indien en zolang [gedaagde] niet heeft voldaan aan de betalingsverplichtingen jegens Evides en geen maatregelen heeft getroffen die leiden tot heraansluiting op het drinkwaternet, gerechtigd is ten behoeve van eiseres op werkdagen
(met uitzondering van nationaal erkende feestdagen) tussen 08.00 uur en 20.00 uur de hiervoor bedoelde controle werkzaamheden te verrichten;
VI. te bepalen dat Evides gerechtigd is die controlewerkzaamheden op het leveringsadres te verrichten door middel van gedeeltelijke en tijdelijke ontruiming van de woning aangezien die ontruiming noodzakelijk is voor de uitvoering van de werkzaamheden.
2.2.
Evides baseert de vordering op het volgende.
Tussen partijen is sprake van een overeenkomst op grond waarvan Evides drinkwater levert op het woonadres van [gedaagde]. [gedaagde] is op basis daarvan betaling verschuldigd aan Evides.
Mocht er geen sprake zijn van een overeenkomst tussen partijen dan is er sprake van ongerechtvaardigde verrijking op grond waarvan [gedaagde] betaling verschuldigd is aan Evides voor het water dat hij gebruikt (artikel 6:212 BW).
[gedaagde] heeft een bedrag van € 236,07 dat hij verschuldigd is aan Evides onbetaald gelaten. Evides heeft facturen en herinneringen aan [gedaagde] gestuurd waarna hij niet tot betaling is overgegaan. Evides maakt daarom aanspraak op betaling van voornoemd bedrag.
Evides is op grond van haar algemene voorwaarden gerechtigd de levering van drinkwater te beëindigen nu [gedaagde] in verzuim is met betaling.
2.3.
[gedaagde] stelt een betalingsregeling te hebben getroffen. Nadat de
betalingsregeling tot stand is gekomen, heeft [gedaagde] van Evides betalingsverzoeken
ontvangen die niet in lijn zijn met die regeling. Daardoor is zijdens [gedaagde] verwarring
ontstaan, aldus [gedaagde].

3.De beoordeling

hoofdsom
3.1.
[gedaagde] betwist het bestaan van een overeenkomst met Evides niet. Dat er tussen partijen een overeenkomst is gesloten staat dan ook vast.
3.2.
Het verweer van [gedaagde] wordt aldus opgevat dat hij zich op het standpunt stelt dat de hoofdsom niet opeisbaar is, omdat hij een betalingsregeling heeft getroffen met Evides.
De reactie van Evides bij repliek komt erop neer dat voor de onderhavige hoofdsom geen betalingsregeling getroffen is. Volgens Evides is er op uitdrukkelijk verzoek van [gedaagde] enkel en alleen voor de periodeafrekening van 7 september 2022 en het voorschotbedrag over september 2022 tot en met november 2022 een betalingsregeling getroffen. Overigens is [gedaagde] die regeling niet correct nagekomen, waardoor die regeling ook weer is komen te vervallen.
3.3.
Zoals hiervoor ook al gezegd heeft [gedaagde] niet meer gereageerd op de nadere stellingen van Evides in de conclusie van repliek. Gezien de ontkenning door Evides is onvoldoende komen vast te staan dat ter zake van de hoofdsom die onderwerp vormt van deze procedure een betalingsregeling tussen partijen getroffen is. De gehele hoofdsom van
€ 236,07 is dan ook opeisbaar is, ook al omdat die hoofdsom qua hoogte niet is betwist door [gedaagde]. Als [gedaagde] een betalingsregeling wil treffen dan wordt hij verwezen naar de gemachtigde van Evides.
3.4.
Uit de stukken blijkt onvoldoende dat en waarom een kwartaalvoorschot van
€ 260,29 verschuldigd is. De vordering betreffende het kwartaalvoorschot wordt afgewezen.
afsluiten drinkwatertoevoer
3.5.
De gevorderde ontbinding van de overeenkomst wordt afgewezen. Uit de stukken blijkt onvoldoende dat [gedaagde] een achterstand in de betalingen heeft die gelijk is aan, of meer bedraagt dan, het bedrag dat samenhangt met de termijnnota’s over een periode van zes maanden of meer. Derhalve staat niet vast dat er sprake is van een meer dan geringe betalingsachterstand. Bovendien is een aansluiting op de waterleiding in het belang van de volksgezondheid en is een drinkwaterbedrijf daarom op grond van artikel 9 lid 1 van de Drinkwaterwet gehouden een beleid te voeren, gericht op het voorkomen van het afsluiten van een kleinverbruiker. Het nastreven van een ingrijpend middel als ontbinding van de overeenkomst en afsluiting van levering van drinkwater, terwijl er sprake is van een relatief geringe betalingsachterstand, past niet in een dergelijk beleid. Onder die omstandigheden prevaleert op dit moment het belang van [gedaagde] bij het voortzetten van de levering van water boven het belang van Evides en moet worden geoordeeld dat de tekortkoming van [gedaagde] de ontbinding van de overeenkomst niet rechtvaardigt, mede gezien de bijzondere aard van de overeenkomst en de relatief geringe betekenis van de tekortkoming van [gedaagde].
proceskosten
3.6.
[gedaagde] moet de proceskosten betalen, omdat hij ongelijk krijgt (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot deze kosten aan de kant van Evides op € 107,84 aan dagvaardingskosten, € 130,00 aan griffierecht, € 80,00 aan salaris voor de gemachtigde (2 punten x € 40,00) en € 20,00 aan nakosten. Dat is in totaal € 337,84. Hier kan nog een bedrag bijkomen als dit vonnis wordt betekend.
uitvoerbaar bij voorraad
3.7.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat Evides dat eist en [gedaagde] daar niet op heeft gereageerd (artikel 233 Rv). Dat betekent dat het vonnis meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Evides te betalen € 236,07;
4.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, die aan de kant van Evides worden begroot op € 337,84;
4.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
4.4.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J.J. Wetzels en in het openbaar uitgesproken.
62574