ECLI:NL:RBROT:2024:7998

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 augustus 2024
Publicatiedatum
26 augustus 2024
Zaaknummer
10999513 CV EXPL 24-7736
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding na tanken zonder betaling

In deze zaak heeft de Stichting ServiceOrganisatie Directe Aansprakelijkstelling (SODA) een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die zelf procedeert, wegens het tanken van brandstof zonder betaling. De vordering is gebaseerd op onrechtmatige daad, waarbij SODA stelt dat de gedaagde bij een Shell Station brandstof heeft getankt ter waarde van € 50,07 en niet heeft betaald. SODA heeft de schade forfaitair vastgesteld op € 131,00 en eist een schadevergoeding van in totaal € 228,28, inclusief rente en buitengerechtelijke kosten.

Tijdens de zitting op 2 juli 2024 heeft de gedaagde betwist dat hij onrechtmatig heeft gehandeld. Hij stelt dat hij contant heeft betaald voor de brandstof, maar kan geen bewijs in de vorm van een bon overleggen. De kantonrechter heeft de overgelegde foto’s bekeken, maar deze bieden onvoldoende bewijs dat de gedaagde zonder te betalen is weggereden. De kantonrechter oordeelt dat SODA haar vordering niet voldoende heeft onderbouwd, aangezien er geen camerabeelden of aanvullende foto’s zijn overgelegd die het tegendeel bewijzen.

Als gevolg hiervan wijst de kantonrechter de vordering van SODA af en oordeelt dat de gedaagde geen schadevergoeding hoeft te betalen. Tevens wordt SODA veroordeeld in de proceskosten, die aan de kant van de gedaagde worden begroot op € 50,00. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad voor wat betreft de proceskostenveroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10999513 CV EXPL 24-7736
datum uitspraak: 16 augustus 2024
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Stichting ServiceOrgansiatie Directe Aansprakelijkstelling (SODA),
vestigingsplaats: Amersfoort,
eiseres,
gemachtigde: [naam 1],
tegen
[gedaagde],
woonplaats: [woonplaats],
gedaagde,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘SODA’ en ‘[gedaagde]’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 13 maart 2024, met bijlagen;
  • het antwoord, met bijlage;
  • de mail van SODA, met bijlagen.
1.2.
Op 2 juli 2024 is de zaak tijdens een zitting besproken. Daarbij waren aanwezig:
  • [naam 2] namens SODA;
  • [naam 3] als gemachtigde van [gedaagde].

2.Het geschil

2.1.
SODA eist, na wijziging van de eis tijdens de zitting, samengevat:
  • [gedaagde] te veroordelen om aan haar een schadevergoeding te betalen van € 228,28, dan wel een door de kantonrechter te bepalen bedrag, met rente;
  • [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten;
  • het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
Het bedrag dat wordt geëist, bestaat uit de hoofdsom van € 181,07, rente van € 7,21 (berekend tot 27 februari 2024) en buitengerechtelijke kosten van € 40,00.
2.2.
SODA baseert de eis op het volgende.
[gedaagde] heeft bij Shell Station de Andel brandstof getankt voor een totaalbedrag van € 50,07 en hij heeft daar niet voor betaald. Dit blijkt uit de overgelegde foto’s waarop te zien is dat [gedaagde] aan het tanken is. Dit heeft tot gevolg dat het tankstation schade heeft geleden. SODA heeft de opdracht van het tankstation gekregen om de schade die door het tanken zonder te betalen is ontstaan te verhalen. De schade is door SODA forfaitair vastgesteld op € 131,00. Soda stelt dat [gedaagde] gehouden is de schade te vergoeden op grond van onrechtmatigde daad.
2.3.
[gedaagde] is het niet eens met de eis en voert het volgende aan.
[gedaagde] stelt dat hij de persoon op de foto’s is die aan het tanken is, maar dat hij voor de brandstof contant betaald heeft. Van die betaling heeft hij geen bon.

3.De beoordeling

[gedaagde] heeft niet onrechtmatig gehandeld
3.1.
SODA stelt dat [gedaagde] een onrechtmatige daad gepleegd heeft door te tanken zonder te betalen. Daarom vindt SODA dat [gedaagde] aan haar schadevergoeding moet betalen. Eén van de vereisten van een onrechtmatige daad is dat er onrechtmatig gehandeld moet zijn (artikel 6:162 BW). Door [gedaagde] wordt betwist dat hij onrechtmatig gehandeld heeft: hij betwist dat hij heeft getankt zonder te betalen. De kantonrechter oordeelt dat uit de overgelegde foto’s niet blijkt dat [gedaagde] is weggereden zonder te betalen. Op de foto van 14:14:16 uur is te zien dat [gedaagde] nog staat te tanken en foto’s van een later tijdstip ontbreken. Gelet op het verweer van [gedaagde] had het op de weg gelegen van SODA om voorafgaand aan de zitting alsnog de camerabeelden over te leggen, althans nadere foto’s van die camerabeelden, waaruit blijkt dat [gedaagde] direct na het tanken, en dus zonder te betalen is weggereden. Er zijn door SODA echter geen camerabeelden of nadere foto’s overgelegd. De kantonrechter oordeelt dat SODA haar vordering onvoldoende onderbouwd heeft. Dat betekent dat er voor het opdragen van bewijs geen reden is. Hierop strandt de vordering. [gedaagde] hoeft dan ook geen schadevergoeding te betalen.
buitengerechtelijke incassokosten en rente
3.2.
Omdat [gedaagde] geen schadevergoeding hoeft te betalen, hoeft hij ook geen rente en incassokosten te betalen.
proceskosten
3.3.
SODA krijgt ongelijk en moet daarom de proceskosten betalen (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot deze kosten aan de kant van [gedaagde] ambtshalve op € 50,00 aan onkosten (artikel 238 Rv).
uitvoerbaarheid bij voorraad
3.4.
Dit vonnis wordt voor wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 233 Rv).

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
wijst alle eisen van SODA af;
4.2.
veroordeelt SODA in de proceskosten, die aan de kant van [gedaagde] worden begroot op € 50,00 aan onkosten;
4.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. van Kalmthout en in het openbaar uitgesproken.
62574