ECLI:NL:RBROT:2024:8009

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
26 juni 2024
Publicatiedatum
26 augustus 2024
Zaaknummer
C/10/680745 / KG ZA 24-558
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding met betrekking tot locatie- en contactverbod

In deze zaak, die diende als kort geding, heeft de Rechtbank Rotterdam op 26 juni 2024 uitspraak gedaan. De eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. J. Oversluizen, heeft een vordering ingediend tegen de gedaagde, die niet is verschenen. De procedure is gestart met een dagvaarding op 17 juni 2024, gevolgd door een mondelinge behandeling op 25 juni 2024. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding aan de wettelijke vereisten voldoet en heeft verstek verleend tegen de gedaagde.

De voorzieningenrechter heeft de vordering van de eiseres toegewezen, met inachtneming van de eisen van proportionaliteit. Het contactverbod is opgelegd voor een periode van één jaar, waarbij de gedaagde is verboden om zich naar de woning van de eiseres te begeven of contact met haar op te nemen, behalve via een advocaat. Tevens is er een dwangsom opgelegd van € 150,00 per overtreding, met een maximum van € 10.000,00.

De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. C. Bouwman.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/680745 / KG ZA 24-558
Vonnis in kort geding van 26 juni 2024
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [plaatsnaam],
eiseres,
advocaat mr. J. Oversluizen te Rotterdam,
tegen
[gedaagde],
wonende te [plaatsnaam],
gedaagde,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 17 juni 2024 met producties 1 en 2
  • producties 3 en 4 van eiseres
  • de mondelinge behandeling gehouden op 25 juni 2024.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Bij de dagvaarding zijn de bij de wet voorgeschreven formaliteiten in acht genomen, zodat het gevraagde verstek wordt verleend.
2.2.
Het gevorderde komt de voorzieningenrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor en wordt toegewezen, met dien verstande dat de vordering onder A alleen toewijsbaar is voor zover het de huidige door eiseres met de vier kinderen van partijen bewoonde woning aan [adres] betreft. De eisen van proportionaliteit verzetten zich niet tegen de gevorderde duur van de verboden. De voorzieningenrechter ziet aanleiding om de gevorderde dwangsommen tot een maximum te beperken.
2.3.
Gelet op de relatie tussen partijen worden de proceskosten tussen hen gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter
3.1.
verleent verstek tegen de niet verschenen gedaagde,
3.2.
verbiedt gedaagde om zich na verloop van twee dagen na betekening van dit vonnis gedurende één jaar te begeven naar en/of zich te bevinden in de straat [straatnaam] te [plaatsnaam], zolang eiseres in de woning aan [adres] woonachtig is,
3.3.
verbiedt gedaagde om zich na verloop van twee dagen na betekening van dit vonnis, gedurende één jaar anders dan via een advocaat - telefonisch, persoonlijk, schriftelijk of anderszins contact op te nemen met eiseres,
3.4.
veroordeelt gedaagde om aan eiseres een dwangsom te betalen van € 150,00 voor iedere keer dat hij niet aan de in 3.2 en 3.3 uitgesproken hoofdveroordelingen voldoet, tot een maximum van € 10.000,00 is bereikt,
3.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.6.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
3.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. C. Bouwman en in het openbaar uitgesproken op 26 juni 2024.1734/1729