Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 17 juni 2024 met producties 1 en 2
- producties 3 en 4 van eiseres
- de mondelinge behandeling gehouden op 25 juni 2024.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, die diende als kort geding, heeft de Rechtbank Rotterdam op 26 juni 2024 uitspraak gedaan. De eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. J. Oversluizen, heeft een vordering ingediend tegen de gedaagde, die niet is verschenen. De procedure is gestart met een dagvaarding op 17 juni 2024, gevolgd door een mondelinge behandeling op 25 juni 2024. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding aan de wettelijke vereisten voldoet en heeft verstek verleend tegen de gedaagde.
De voorzieningenrechter heeft de vordering van de eiseres toegewezen, met inachtneming van de eisen van proportionaliteit. Het contactverbod is opgelegd voor een periode van één jaar, waarbij de gedaagde is verboden om zich naar de woning van de eiseres te begeven of contact met haar op te nemen, behalve via een advocaat. Tevens is er een dwangsom opgelegd van € 150,00 per overtreding, met een maximum van € 10.000,00.
De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. C. Bouwman.