ECLI:NL:RBROT:2024:8010

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
5 juli 2024
Publicatiedatum
26 augustus 2024
Zaaknummer
10902004 CV EXPL 24-2176
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid voor schade door verkeersbord tijdens storm

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 5 juli 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres] en [gedaagde] over aansprakelijkheid voor schade aan een auto. [eiseres] stelt dat haar auto is beschadigd doordat een verkeersbord van [gedaagde] tijdens een zware storm op haar auto is gewaaid. De schade is begroot op € 5.311,90. [gedaagde] betwist echter dat de schade is veroorzaakt door het verkeersbord en wijst op alternatieve scenario's zoals vandalisme of een aanrijding met het bord. Tijdens de zitting op 18 juni 2024 zijn er geen bruikbare camerabeelden overgelegd die de toedracht kunnen bevestigen. De kantonrechter oordeelt dat [eiseres] de toedracht onvoldoende heeft onderbouwd en wijst de vorderingen af. Tevens wordt [eiseres] veroordeeld in de proceskosten, die aan de kant van [gedaagde] zijn begroot op € 50,00.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10902004 CV EXPL 24-2176
datum uitspraak: 5 juli 2024
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
[eiseres],
woonplaats: [woonplaats],
eiseres,
gemachtigde: Stichting CORE/Juridisch Advies Rotterdam,
tegen
[gedaagde],
vestigingsplaats: [vestigingsplaats],
gedaagde,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘[eiseres]’ en ‘[gedaagde]’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 18 januari 2024, met bijlagen;
  • het antwoord van [gedaagde] van 1 februari 2024;
  • de e-mail van 7 februari 2024 (20:17 uur) van [gedaagde] aan [eiseres];
  • de e-mail van 7 februari 2024 (20:54) van [eiseres] aan [gedaagde];
  • de e-mail van 30 mei 2024 van [eiseres] aan [gedaagde];
  • de brief van 31 mei 2024 van [eiseres] met bijlagen.
De e-mail van 7 juni 2024 van [gedaagde] aan [eiseres], met bijlagen, is buiten beschouwing gelaten nu [eiseres] ter zitting heeft gesteld dat deze niet is ontvangen.
1.2.
Op 18 juni 2024 is de zaak tijdens een zitting besproken. Daarbij waren namens [eiseres] [naam 1] van Stichting CORE/Juridisch Advies Rotterdam aanwezig en namens [gedaagde] [naam 2] en [naam 3].

2.Het geschil

2.1.
[eiseres] eist – na eiswijziging - samengevat:
  • voor recht te verklaren dat [gedaagde] aansprakelijk is voor de door [eiseres] geleden schade aan haar auto;
  • [gedaagde] te veroordelen aan haar te betalen € 5.311,90 met rente;
  • [gedaagde] te veroordelen op last van dwangsom mee te werken aan het betalen van de herstelkosten;
  • [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten, waaronder de kosten voor het opstellen van de dagvaarding van € 400,00 en nakosten met rente;
  • het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
2.2.
[eiseres] baseert de eis op het volgende.
In de nacht van 20 op 21 december 2023 is tijdens een zware storm/harde wind een verkeersbord van [gedaagde] op de achterbumper en klep van de auto van [eiseres] beland. Daardoor is schade aan de auto ontstaan. De schade is begroot op een bedrag van € 5.311,90. [gedaagde] is aansprakelijk voor die schade.
2.3.
[gedaagde] is het niet eens met de eis en voert het volgende aan.
Het staat niet vast dat de schade aan de auto is veroorzaakt doordat het verkeersbord van [gedaagde] op de auto is gewaaid. Het zou ook zo kunnen zijn dat tegen het bord is aangereden of er kan sprake zijn van vandalisme. [gedaagde] heeft om camerabeelden gevraagd waaruit de toedracht zou blijken maar die heeft zij niet ontvangen.

3.De beoordeling

3.1.
Ter beoordeling ligt de vraag voor of [gedaagde] aansprakelijk is voor de schade aan de auto van [eiseres]. [gedaagde] heeft de door [eiseres] gestelde toedracht gemotiveerd betwist en aangevoerd dat alternatieve scenario’s mogelijk zijn voor de schade die [eiseres] stelt te hebben geleden.
3.2.
Uit de door [eiseres] overgelegde foto’s blijkt niet zonder meer dat de door haar gestelde toedracht (dat de schade is ontstaan omdat het bord van [gedaagde] op de auto van [eiseres] is gewaaid) juist is. Ter zitting is namens [eiseres] verklaard dat er geen (bruikbare) camerabeelden zijn. Andere stukken waaruit de gestelde toedracht zou (kunnen) blijken zijn door [eiseres] niet overgelegd.
3.3.
Dit leidt tot het oordeel dat [eiseres] de door haar gestelde toedracht onvoldoende heeft onderbouwd. Er is daarom geen reden voor het opdragen van bewijs, dat door [eiseres] overigens ook niet is aangeboden. Hierop stranden alle vorderingen van [eiseres].
[eiseres] moet de proceskosten betalen
3.4.
[eiseres] moet de proceskosten betalen, omdat zij ongelijk krijgt (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot deze kosten aan de kant van [gedaagde] tot vandaag ambtshalve vast op € 50,00 aan onkosten.

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
wijst de vorderingen af;
4.2.
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten, die aan de kant van [gedaagde] worden begroot op € 50,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. van Kalmthout en in het openbaar uitgesproken.
62574