In deze zaak heeft CZ Zorgverzekeringen N.V. een vordering ingesteld tegen [gedaagde01] voor de betaling van achterstallige zorgkosten, die voortvloeien uit een zorgverzekeringsovereenkomst. De eiseres, CZ, vordert een bedrag van € 968,34, dat [gedaagde01] verschuldigd is aan eigen risico en/of eigen bijdrage. Ondanks aanmaningen heeft [gedaagde01] niet betaald. Tijdens de procedure heeft [gedaagde01] erkend dat er een betalingsachterstand is, maar heeft hij verzocht om een betalingsregeling van € 300,00 per maand voor alle openstaande schulden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde01] nog € 952,62 moet betalen, naast buitengerechtelijke incassokosten van € 142,89 en wettelijke rente van € 20,04. De totale vordering van CZ bedraagt dus € 1.115,55, die door de kantonrechter is toegewezen. Tevens zijn de proceskosten aan de zijde van CZ begroot op € 650,48. De kantonrechter heeft het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat CZ direct kan overgaan tot incasso van het toegewezen bedrag. De rechter heeft [gedaagde01] geadviseerd om contact op te nemen met de gemachtigde van CZ om de betalingsregeling te bespreken en verdere kosten te voorkomen.