ECLI:NL:RBROT:2024:810

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
26 januari 2024
Publicatiedatum
9 februari 2024
Zaaknummer
10709156 CV EXPL 23-25677
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van een financial leaseovereenkomst wegens bedrog

In deze zaak heeft DutchFinance een financial leaseovereenkomst gesloten met De Wolf Carcenter en een derde partij, [gedaagde01], voor de aanschaf van een auto. DutchFinance heeft een krediet van € 35.000,- verstrekt, maar stelt dat de overeenkomst is vernietigd vanwege bedrog. De kantonrechter heeft geoordeeld dat De Wolf Carcenter opzettelijk onjuiste informatie heeft verstrekt over de verkoopprijs van de auto, wat heeft geleid tot de vernietiging van de overeenkomst. De rechter heeft bepaald dat De Wolf Carcenter en [gedaagde01] hoofdelijk moeten betalen aan DutchFinance, inclusief rente en proceskosten. De vordering tegen [gedaagde01] is toegewezen, terwijl de verzoeken om buitengerechtelijke incassokosten zijn afgewezen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10709156 CV EXPL 23-25677
datum uitspraak: 26 januari 2024
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
VOLKSWAGEN PON FINANCIAL SERVICES B.V.,
die handelt onder de naam
DutchFinance,
vestigingsplaats: Amersfoort,
eiseres,
gemachtigde: mr. M. van Alphen,
tegen

1.SNIJDER TRANSPORT B.V., die handelt onder de naam De Wolf Carcenter,

vestigingsplaats: Schiedam,
gedaagde,
gemachtigde: [naam01] , aldaar werkzaam,
en

2.[gedaagde01] , die handelt onder de naam [handelsnaam01]

woonplaats: [woonplaats01] ,
gedaagde,
die niet is verschenen.
De partijen worden hierna ‘DutchFinance’, ‘De Wolf Carcenter’ en ‘ [gedaagde01] ’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaardingen van 25 april 2023, met producties;
  • het verstekvonnis van de handelskamer van de rechtbank Rotterdam van 21 juni 2023;
  • de akte van DutchFinance;
  • het verstekvonnis van de handelskamer van de rechtbank Rotterdam van 23 augustus 2023 waarin de zaak is verwezen naar de kamer voor kantonzaken, locatie Rotterdam van de rechtbank Rotterdam;
  • de exploten van 29 augustus 2023;
  • de aantekeningen van het mondeling antwoord van De Wolf Carcenter, met bijlagen;
  • de pleitaantekeningen van mr. M. van Alphen.
1.2.
Op 12 december 2023 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling besproken. Daarbij waren aanwezig: [naam02] en [naam03] namens DutchFinance, bijgestaan door mr. M. van Alphen. [naam01] namens De Wolf Carcenter.
1.3.
[gedaagde01] is niet verschenen, tegen hem is verstek verleend. Omdat De Wolf Carcenter wel in de procedure is verschenen, wordt dit vonnis ook tegen [gedaagde01] als een vonnis op tegenspraak beschouwd (artikel 140 Rv).

2.De beoordeling

Waar gaat de zaak over?
2.1.
DutchFinance heeft op 25 oktober 2022 een financial leaseovereenkomst gesloten met De Wolf Carcenter en [gedaagde01] . Op grond van deze overeenkomst heeft DutchFinance aan [gedaagde01] een krediet verstrekt van € 35.000,- voor de aanschaf van een auto van het merk Lexus, die door De Wolf Carcenter aan [gedaagde01] zou worden geleverd (hierna: de auto). DutchFinance heeft het bedrag van € 35.000,- aan De Wolf Carcenter betaald. DutchFinance stelt dat zij de overeenkomst heeft vernietigd en eist in deze procedure betaling van € 35.000,-. De Wolf Carcenter is het niet met deze vordering eens.
2.2.
De kantonrechter oordeelt dat DutchFinance de overeenkomst heeft mogen vernietigen. De Wolf Carcenter en [gedaagde01] zullen daarom hoofdelijk worden veroordeeld om aan DutchFinance een bedrag van € 35.000,- met rente te betalen. Deze beslissing zal hierna worden toegelicht.
De vordering tegen De Wolf Carcenter
Bedrog
2.3.
DutchFinance heeft aangevoerd dat zij de overeenkomst heeft mogen vernietigen omdat er sprake is geweest van bedrog (artikel 3:44 BW).
2.4.
De kantonrechter oordeelt dat is voldaan aan de vereisten van bedrog, omdat De Wolf Carcenter DutchFinance ertoe heeft bewogen om een financial leaseovereenkomst aan te gaan door opzettelijk over de verkoopprijs van de auto een onjuiste mededeling te doen. Hierna zal worden uitgelegd hoe de kantonrechter tot dat oordeel komt.
2.5.
DutchFinance neemt in het algemeen haar beslissing om al of niet de financial leaseovereenkomst aan te gaan op basis van de informatie die haar verstrekt wordt. Onder meer de verkoopprijs is daarbij van belang. Voor het aanvragen van de financial leaseovereenkomst heeft De Wolf Carcenter via een kredietbemiddelaar (De Leasefabriek) informatie verstrekt aan DutchFinance. Uit de door partijen overgelegde stukken blijkt dat onder meer de volgende gegevens zijn verstrekt:
  • de verkoopprijs van de auto zou € 45.000,- bedragen;
  • [gedaagde01] zou een andere auto inruilen, in verband waarmee een inruilprijs van € 10.000,- op de verkoopprijs in mindering zou worden gebracht.
2.6.
DutchFinance heeft vervolgens de financial leaseovereenkomst aangeboden.
In de ook door De Wolf Carcenter ondertekende overeenkomst is opgenomen dat DutchFinance de kredietgever is, De Wolf Carcenter de leverancier en [gedaagde01] de kredietnemer. Daarnaast is opgenomen dat de aankoopprijs € 45.000,- bedraagt, de inruilprijs € 10.000,- en het kredietbedrag € 35.000,- bedraagt.
Onder het kopje ‘leverancier’ is opgenomen:

d. Leverancier verklaart dat:
(…)
- hij instaat voor de informatie die hij over het motorrijtuig heeft verstrekt en dat hij geen belangrijke informatie heeft verzwegen of achtergehouden;
- hij instaat voor de juistheid van de in dit contract opgenomen aankoopprijs en aanbetaling;
(…)
De Wolf Carcenter heeft bewust onjuiste informatie over de verkoopprijs verstrekt
2.7.
De Wolf Carcenter heeft aan DutchFinance een factuur gestuurd (zie productie 6). In deze factuur staat dat de verkoopprijs van de auto € 45.000,- is, terwijl zij wist of kon weten dat die informatie niet juist was.
2.8.
Dat De Wolf Carcenter wist of kon weten dat de verkoopprijs van € 45.000,- niet juist was, volgt uit de consignatieovereenkomst van 21 oktober 2022, die De Wolf Carcenter in het geding heeft gebracht. Uit deze consignatieovereenkomst kan worden afgeleid dat De Wolf Carcenter namens een derde zou bemiddelen bij de verkoop van de auto en dat de netto opbrengst van de auto, na aftrek van € 2.000,- bemiddelingsfee, € 33.000,- zou bedragen. Hieruit kan worden afgeleid dat de werkelijke verkoopprijs € 35.000,- is geweest.
2.9.
Daarbij komt dat De Wolf Carcenter ook zelf een factuur met betrekking tot de verkoop van de auto aan [gedaagde01] heeft overgelegd, met dezelfde datum als de factuur die zij aan DutchFinance heeft verstrekt. Het enige verschil tussen de twee facturen is het bedrag dat in de factuur wordt vermeld, namelijk € 35.000,-. Uit deze factuur volgt dus ook dat de verkoopprijs van de auto in werkelijkheid € 35.000,- is geweest.
2.10.
De Wolf Carcenter heeft tijdens de zitting verklaard dat de factuur die aan DutchFinance is vertrekt het gevolg is van een vergissing van een van de medewerkers. Dat de factuur per ongeluk zou zijn opgemaakt vindt de kantonrechter niet geloofwaardig. De enkele toelichting dat de factuur is opgemaakt door een medewerker die dat normaal niet doet, is daarvoor onvoldoende. Dat betekent dat de kantonrechter ervan uitgaat dat in de factuur die aan DutchFinance is verstrekt bewust een onjuist bedrag is vermeld.
2.11.
Voor de kantonrechter staat voldoende vast dat een onjuiste factuur is opgemaakt en aan DutchFinance is verstrekt met de opzet om haar te misleiden. Voor De Wolf Carcenter was het duidelijk dat de financial leaseovereenkomst niet tot stand zou komen als zij voor de auto aan DutchFinance een verkooprijs van € 35.000,- zou opgeven. Tijdens de zitting heeft De Wolf Carcenter desgevraagd verklaard dat zij begreep dat het verschil in de verkoopprijs voor DutchFinance van belang was.
Vernietigen financial leaseovereenkomst
2.12.
Omdat er sprake is geweest van bedrog heeft DutchFinance de financial leaseovereenkomst mogen vernietigen. De verklaring voor recht dat DutchFinance de overeenkomst op 3 november 2022 rechtsgeldig buitengerechtelijk heeft vernietigd zal daarom worden toegewezen.
2.13.
De vernietiging werkt terug tot het tijdstip waarop de overeenkomst is gesloten. Dit heeft tot gevolg dat de financial leaseovereenkomst geacht wordt nooit te hebben bestaan. DutchFinance heeft daarom zonder rechtsgrond aan De Wolf Carcenter het bedrag van € 35.000,- betaald. De Wolf Carcenter zal daarom worden veroordeeld om € 35.000,- aan DutchFinance te betalen.
2.14.
Omdat de vordering op de primaire grondslag slaagt, is een beoordeling van de subsidiaire grondslag niet nodig.
Buitengerechtelijke incassokosten
2.15.
De vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten wordt afgewezen. DutchFinance heeft niet gesteld dat er meer werkzaamheden zijn uitgevoerd dan die om deze procedure voor te bereiden (artikel 241 Rv). Het versturen van één of meer aanmaningen zonder bijzondere inhoud is niet genoeg (ECLI:NL:HR:2019:590).
Rente
2.16.
De rente wordt toegewezen, omdat DutchFinance genoeg heeft gesteld waaruit volgt dat deze moet worden betaald en De Wolf Carcenter dat niet heeft betwist. DutchFinance eist de handelsrente (artikel 6:119a BW), maar die is niet van toepassing. De verplichting van De Wolf Carcenter om te betalen vloeit namelijk niet voort uit een handelsovereenkomst, maar uit onverschuldigde betaling. Daarom wordt de rente toegewezen op basis van artikel 6:119 BW.
De vordering tegen [gedaagde01]
2.17.
De vordering tegen [gedaagde01] wordt toegewezen omdat deze niet onrechtmatig of ongegrond is, voor zover hierna niet anders is overwogen.
Buitengerechtelijke kosten
2.18.
De vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten wordt afgewezen, om dezelfde redenen als hiervoor onder 2.15 vermeld.
Rente
2.19.
DutchFinance eist de handelsrente (artikel 6:119a BW), maar die is niet van toepassing, om dezelfde reden als hiervoor onder 2.16 vermeld. Daarom wordt de rente toegewezen op basis van artikel 6:119 BW.
De proceskosten
De Wolf Carcenter en [gedaagde01] krijgen voor het grootste deel ongelijk en moeten daarom de proceskosten betalen (artikel 237 Rv). De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van DutchFinance tot vandaag vast op € 109,44 aan dagvaardingskosten, € 1.384,- aan griffierecht, € 529,- aan salaris voor de gemachtigde (1 punten x € 529,-) en € 132,- aan nakosten. Dit is totaal € 2.154,44. Hier kan nog een bedrag bijkomen als de uitspraak wordt betekend. De wettelijke rente wordt toegewezen.
2.20.
De kantonrechter zal De Wolf Carcenter afzonderlijk veroordelen in de verdere proceskosten die DutchFinance heeft moeten maken omdat De Wolf Carcenter verweer heeft gevoerd. Deze verdere kosten stelt de kantonrechter aan de kant van DutchFinance tot vandaag vast op € 529,- aan salaris voor de gemachtigde (1 punt x € 529,-) voor de mondelinge behandeling.
Uitvoerbaarheid bij voorraad
2.21.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 233 Rv).

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
verklaart voor recht dat DutchFinance de financial leaseovereenkomst op 3 november 2022 rechtsgeldig buitengerechtelijk heeft vernietigd;
3.2.
veroordeelt De Wolf Carcenter en [gedaagde01] , hoofdelijk, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, om aan DutchFinance te betalen € 35.000,- met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf 27 oktober 2022 tot de dag dat volledig is betaald;
3.3.
veroordeelt De Wolf Carcenter en [gedaagde01] hoofdelijk, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, om aan DutchFinance te betalen € 2.154,44 aan proceskosten, met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over dat bedrag vanaf de vijftiende dag na vandaag tot de dag dat volledig is betaald;
3.4.
veroordeelt De Wolf Carcenter daarnaast om aan DutchFinance te betalen € 529,- aan proceskosten met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over dat bedrag vanaf de vijftiende dag na vandaag tot de dag dat volledig is betaald;
3.5.
verklaart dit vonnis, voor wat betreft de veroordelingen, uitvoerbaar bij voorraad;
3.6.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.A. Vriezen en in het openbaar uitgesproken.
754