ECLI:NL:RBROT:2024:8172

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
23 juli 2024
Publicatiedatum
29 augustus 2024
Zaaknummer
C/10/682109 / JE RK 24-1435
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige met betrokkenheid van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West

In deze zaak heeft de kinderrechter op 23 juli 2024 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2010, die onder toezicht staat van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West. De kinderrechter heeft het verzoek van de GI om de ondertoezichtstelling met een jaar te verlengen, toegewezen. De procedure begon met een verzoekschrift van de GI, dat op 21 juni 2024 werd ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling, die op 23 juli 2024 plaatsvond, waren de vader en een vertegenwoordiger van de GI aanwezig, terwijl de moeder niet ter zitting verscheen, ondanks dat zij goed was opgeroepen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de vader en de GI een goede samenwerking hebben en dat de hulpverlening heeft bijgedragen aan de positieve ontwikkeling van de minderjarige. De kinderrechter oordeelde dat het risico te groot is om de begeleiding van de GI te beëindigen, gezien de kwetsbare situatie van de minderjarige. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd tot 1 augustus 2025, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad. De beslissing is openbaar uitgesproken en op schrift gesteld op 1 augustus 2024. Hoger beroep kan worden ingesteld binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummer: C/10/682109 / JE RK 24-1435
Datum uitspraak: 23 juli 2024
Beschikking over een verlenging ondertoezichtstelling
in de zaak van
de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming west,
gevestigd te Dordrecht, hierna te noemen: de GI,
over
[minderjarige],
geboren op [geboortedatum] 2010 in [geboorteplaats] , hierna te noemen: [minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[naam 1],
hierna te noemen: de moeder, wonende in [woonplaats 1] ,
[naam 2],
hierna te noemen: de vader, wonende in [woonplaats 2] .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt het verzoekschrift van de GI met bijlagen, ontvangen op 21 juni 2024, mee in haar beoordeling.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 23 juli 2024. Daarbij waren aanwezig:
- de vader;
- een vertegenwoordiger van de GI, [naam 3] .
1.3.
De moeder is niet ter zitting verschenen. De kinderrechter stelt vast dat zij goed is opgeroepen voor de zitting.

2.De feiten

2.1.
De vader en de moeder hebben het ouderlijk gezag over [minderjarige] .
2.2.
[minderjarige] woont bij zijn vader.
2.3.
Bij beschikking van 14 juli 2023 is de ondertoezichtstelling van [minderjarige] verlengd tot 1 augustus 2024.
3.
Het verzoek
De GI verzoekt de ondertoezichtstelling van [minderjarige] te verlengen voor de duur van een jaar, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.

4.De standpunten

4.1.
De GI handhaaft het verzoek ter zitting en verwijst daarbij naar de inhoud van het verzoekschrift. De samenwerking met de vader en [minderjarige] verloopt goed. Als er een probleem is kan de jeugdbeschermer de vader opbellen en het goed met hem bespreken. Bij een overdracht naar het wijkteam moet de hulpverlening het wiel opnieuw uitvinden en zal het tijd kosten om weer tot een vertrouwensband en een goede samenwerking te komen. Op dit moment is het vooral van belang dat de positieve ontwikkeling zich voortzet en daarbij is de betrokkenheid van de huidige jeugdbeschermer nodig.
4.2.
De vader staat achter het verzoek van de GI. Waar de vader aan het begin moeite had met de betrokkenheid van de GI, ziet hij de hulp inmiddels als een nuttige aanvulling. De vader en [minderjarige] hebben veel profijt gehad van de hulpverlening, waardoor de situatie is verbeterd en het goed gaat met [minderjarige] . De vader had dit niet zonder de huidige jeugdbeschermer kunnen bereiken. Recent zijn alle therapieën afgerond en de komende periode zal de vader samen met de jeugdbeschermer de puntjes op de i zetten. De omgang met de moeder blijft een aandachtspunt. De vader doet daarvoor zijn best, door de moeder en eventueel haar familie te betrekken waar het kan. Maar het is fijn als de jeugdbeschermer meekijkt en meedenkt. De vader wil dan ook graag dat de jeugdbeschermer de komende periode betrokken blijft.

5.De beoordeling

5.1.
Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan de wettelijke criteria van een ondertoezichtstelling zoals genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
5.2.
Ter zitting is geen verweer gevoerd tegen het verzoek van de GI. De vader en [minderjarige] hebben een grote ontwikkeling doorgemaakt sinds de start van de ondertoezichtstelling en hebben baat gehad bij de ondersteuning van de GI. De vader staat open voor de hulpverlening. Hierdoor zijn de afgelopen periode goede stappen gezet. De opvoedsituatie is verbeterd, de vader kan [minderjarige] de benodigde structuur en rust bieden, [minderjarige] heeft geen schoolverzuim en de vader weet de moeder op een gepaste manier bij het leven van [minderjarige] te betrekken. [minderjarige] gaat zelfstandig naar school en sport in zijn vrije tijd. Dat verdient een compliment dat het de vader en [minderjarige] gelukt is dit allemaal voor elkaar te krijgen.
5.3.
De kinderrechter is met de GI en de vader van oordeel dat het risico nu niet mag worden genomen dat de situatie verslechtert als de begeleiding vanuit de GI zou stoppen. De huidige jeugdbeschermer heeft een stevige vertrouwensband opgebouwd met de vader en [minderjarige] , waardoor problemen snel worden aangepakt en opgelost en de vader een vast en vertrouwd aanspreekpunt heeft. Een nieuwe samenwerkingsrelatie opbouwen met de vader vergt tijd, waardoor er een onderbreking in de begeleiding zou kunnen komen. Dit is niet in het belang van [minderjarige] . Daarbij is het ook voor [minderjarige] van belang dat hij een vaste, vertrouwde hulpverlener heeft. De situatie is nog te kwetsbaar om over te dragen naar het vrijwillige kader. [minderjarige] en de vader zijn gebaat bij het behoud en het verstevigen van de huidige situatie onder begeleiding van de huidige jeugdbeschermer.
5.4.
De kinderrechter zal op grond van vorenstaande de ondertoezichtstelling van [minderjarige] verlengen voor de duur van een jaar (artikel 1:260, eerste lid, BW).

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
verlengt de ondertoezichtstelling van [minderjarige] tot 1 augustus 2025;
6.2.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is gegeven en in het openbaar uitgesproken op 23 juli 2024 door
mr. A.A.J. de Nijs, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. B. de Pater als griffier, en op schrift gesteld op 1 augustus 2024.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
  • door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.