In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 13 juni 2024, wordt een verzoek tot ondertoezichtstelling van een ongeboren kind behandeld. De Raad voor de Kinderbescherming heeft op 6 juni 2024 een verzoekschrift ingediend, waarin zorgen worden geuit over de opvoedingsomgeving van het ongeboren kind en de relatie tussen de ouders. Tijdens de mondelinge behandeling, die op dezelfde datum plaatsvond, waren de moeder, grootouders en vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond aanwezig. De vader was niet verschenen, ondanks dat hij correct was opgeroepen.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat het ongeboren kind ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd. Er is sprake van een onveilige opvoedingsomgeving, met veel onrust en spanningen binnen het gezin. De moeder heeft in het verleden suïcidale gedachten gehad en er zijn zorgen over haar psychische gesteldheid. De hulpverlening binnen het vrijwillig kader is niet effectief gebleken, wat heeft geleid tot het verzoek om ondertoezichtstelling.
De kinderrechter heeft geoordeeld dat de betrokkenheid van een jeugdbeschermer noodzakelijk is om de ontwikkeling van het ongeboren kind te waarborgen. De beschikking houdt in dat het ongeboren kind onder toezicht wordt gesteld van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond voor de duur van een jaar, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad. De beslissing is openbaar uitgesproken en kan door belanghebbenden worden aangevochten binnen de gestelde termijn.