ECLI:NL:RBROT:2024:844
Rechtbank Rotterdam
- Beslissing RC
- dr. mr. P.M. van Russen Groen
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot toevoeging van afgeluisterde vertrouwelijke communicatie aan strafdossier
Op 2 februari 2024 heeft de rechter-commissaris van de Rechtbank Rotterdam een beslissing genomen in een strafzaak waarbij meerdere verdachten betrokken zijn. De officier van justitie had op 25 januari 2024 een machtiging gevorderd om een verslag van afgeluisterde vertrouwelijke communicatie tussen de verdachten en journalisten toe te voegen aan het strafdossier. Deze afgeluisterde communicatie vond plaats op 25 maart 2022 en was op bevel van de officier van justitie opgenomen. De rechter-commissaris had op 24 maart 2022 de machtiging verleend voor het afluisteren, waarbij de communicatie tussen de verdachten en de journalisten werd vastgelegd in een proces-verbaal met het kenmerk AMB-012.
De rechter-commissaris oordeelde dat de opgenomen communicatie geen informatie bevatte die onder het verschoningsrecht van journalisten viel, aangezien de mededelingen niet waren gedaan met de bedoeling om gepubliceerd te worden. De journalisten hadden voorafgaand aan het gesprek afgesproken dat er geen opnamen zouden worden gemaakt en dat de inhoud vertrouwelijk zou blijven. Echter, de journalisten hebben later in artikelen op hun platform de namen van hun bronnen gepubliceerd, waardoor zij hun bronbescherming hebben opgegeven.
De rechter-commissaris concludeerde dat het proces-verbaal AMB-012 uitsluitend andere mededelingen bevatte in de zin van artikel 126aa van het Wetboek van Strafvordering. Aangezien er eerder al een machtiging was verleend voor het opnemen van vertrouwelijke communicatie, kon het resultaat daarvan worden gevoegd in het strafdossier. De rechter-commissaris heeft de officier van justitie dan ook gemachtigd om de uitwerking van de opgenomen vertrouwelijke communicatie integraal aan het procesdossier toe te voegen.