In deze beschikking van de Rechtbank Rotterdam, uitgesproken op 29 mei 2024, heeft de kinderrechter de ondertoezichtstelling van vier minderjarigen opgeheven. De zaak betreft de kinderen [minderjarige 1], [minderjarige 2], [minderjarige 3] en [minderjarige 4], die onder toezicht waren gesteld van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er geen zorgen of ontwikkelingsbedreigingen meer zijn voor het gezin. De ouders hebben goed samengewerkt met de GI en de hulpverlening, en de kinderen zijn goed geïntegreerd in hun nieuwe schoolomgeving. De kinderrechter heeft op basis van de positieve ontwikkelingen en de samenwerking van de ouders met de GI besloten dat de ondertoezichtstelling niet langer noodzakelijk is. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.