ECLI:NL:RBROT:2024:8672

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
6 september 2024
Publicatiedatum
9 september 2024
Zaaknummer
C/10/684722 / KG ZA 24-816
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige trillingen door sloopwerkzaamheden en de gevolgen voor de buren

In deze zaak, die zich afspeelt in Rotterdam, hebben eisers, bewoners van een monumentale woning uit 1780, een kort geding aangespannen tegen een aannemer die sloopwerkzaamheden uitvoert op een naastgelegen perceel. De eisers stellen dat de sloopwerkzaamheden leiden tot trillingen die de grenswaarde overschrijden, wat mogelijk schade aan hun woning kan veroorzaken. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de aannemer zich moet onthouden van het veroorzaken van trillingsoverschrijdingen en dat bij elke overtreding een dwangsom van € 10.000,- verbeurt kan worden, tot een maximum van € 750.000,-. De eisers hebben een sensor aan hun woning geplaatst die de trillingen meet en hebben aangegeven dat de grenswaarde sinds mei 2024 tientallen keren is overschreden. De aannemer betwist dat er onrechtmatig is gehandeld en stelt dat de werkzaamheden binnen de normen zijn uitgevoerd. De voorzieningenrechter oordeelt echter dat de aannemer onvoldoende maatregelen heeft genomen om de trillingen te beperken en dat er een reëel risico op schade aan de woning van de eisers bestaat. De vordering van de eisers wordt toegewezen, en de aannemer wordt in de proceskosten veroordeeld.

Uitspraak

Vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/684722 / KG ZA 24-816
Vonnis in kort geding van 6 september 2024
in de zaak van

1.[eiser 1] ,

wonende te [woonplaats] ,
2.
[eiser 2],
wonende te [woonplaats] ,
eisers,
advocaat mr. R.M.E. Haverlag te Zoetermeer,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde] .,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagde,
verschenen bij haar bestuurder [persoon A] .
Partijen worden hierna [eiser 1] c.s. en [gedaagde] genoemd.

1.Waar gaat de zaak over?

[eiser 1] c.s. bewonen een monumentale woning uit het jaar 1780. [gedaagde] voert sloopwerkzaamheden uit op een perceel dat naast de woning ligt. Tijdens die werkzaamheden, waarop de zogeheten SBR A 2017 van toepassing is, ontstaan er trillingen waarbij bij 1-10 Hertz een grenswaarde van 1,2255 mm/sec, althans 1,23 mm/sec is bepaald. Voorafgaand aan de werkzaamheden is er een nulmeting verricht. Om trillingen te meten, is er aan de woning van [eiser 1] c.s. een sensor aangebracht. Deze sensor geeft bij iedere overschrijding van de grenswaarde een melding. Volgens [eiser 1] c.s. is de grenswaarde sinds mei 2024 tientallen keren overschreden en handelt [gedaagde] onrechtmatig, ook al omdat wordt geweigerd de werkzaamheden aan te passen ter voorkoming van schade. Vanwege die weigering eisen [eiser 1] c.s. een met een dwangsom te versterken veroordeling van [gedaagde] om zich te onthouden van het (doen) veroorzaken van trillingsoverschrijdingen. [gedaagde] stelt dat er binnen de normen gewerkt is en dat het werk, op het wegrijden van vervuilde grond na, klaar is. De voorzieningenrechter is van oordeel dat [gedaagde] zich moet onthouden van trillingsoverschrijdingen. Als er toch overschrijdingen zijn, moet [gedaagde] een dwangsom betalen. Dit wordt hierna uitgelegd.

2.De procedure

2.1.
Het dossier in deze zaak bestaat uit de dagvaarding, 15 producties en een akte eiswijziging. De mondelinge behandeling vond plaats op 4 september 2024.

3.De feiten

3.1.
[eiser 1] c.s. hebben een woning in Ridderkerk die uit 1780 stamt. [gedaagde] is op een naastgelegen perceel bezig om onder andere twee flats af te breken. Dat werk veroorzaakt trillingen.
3.2.
Georent B.V. heeft in opdracht van [eiser 1] c.s. de door de sensor aan de woning van [eiser 1] c.s. gemeten trillingen beoordeeld. Dit bureau schrijft onder meer:
- voor het project is een monitoringsplan gemaakt waarin grenswaarden en acties staan omschreven;
- iedere overschrijding daarvan is onacceptabel en de veroorzaker zou bij iedere overschrijding moeten kijken naar de oorzaak en waar nodig aanvullende maatregelen moeten nemen;
- in de periode 13-21 mei 2024 zijn 14 trillingen gemeten die een overschrijding van de grenswaarde zijn;
- deze trillingen zijn afkomstig van rijdende voertuigen, waarschijnlijk kranen.
3.3.
[eiser 1] c.s. hebben [gedaagde] o.a. in augustus 2024 verzocht om de werkzaamheden zo aan te passen dat er geen overschrijdingen meer plaatsvinden.
3.4.
[gedaagde] heeft naar aanleiding van het in 3.3. bedoelde verzoek advies ingewonnen van QuattroExpertise. Dat bedrijf schrijft dat de kans op schade van de hoogst gemeten trilling 6% bedraagt en dat daarmee de kans dat werkzaamheden zonder schade zijn uitgevoerd 96% (de voorzieningenrechter neemt aan 94%) bedraagt. Het bedrijf schrijft verder dat wanneer de hoogste meetgegevens worden bekeken zij rondom het adres geen afwijkende waarden zien en de gemeten waarden allemaal binnen de meettoleranties liggen.
3.5.
Sinds de aanvang van de werkzaamheden heeft de sensor aan de woning van [eiser 1] c.s. 80 overschrijdingen van de grenswaarde gemeten.
3.6.
[eiser 1] c.s. en hun buren hebben bij de gemeente Ridderkerk een handhavingsverzoek ingediend. Naar aanleiding daarvan wordt op 6 september 2024 een verzoek om een voorlopige voorziening behandeld bij deze rechtbank.

4.Het geschil

4.1.
[eiser 1] c.s. vorderen na eiswijziging dat de voorzieningenrechter bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad, op de minuut en op alle dagen en uren [gedaagde] veroordeelt tot:
1. Het onthouden van (doen) veroorzaken van trillingsoverschrijdingen, waarbij op locatie van [adres] te Ridderkerk aan het einde van de linkerzijgevel van de woning (kijkend op het sloopterrein), wordt uitgegaan bij 1-- 10 Hertz van een grenswaarde van 1,2255 mm/sec, althans 1,23 mm/sec, althans een door U te bepalen grenswaarde;
2. Bij iedere overtreding van voornoemde grenswaarde aan [eiser 1] c.s. een dwangsom van € 25.000,-, tot een maximum van € 750.000,-, althans een door de voorzieningenrechter te bepalen dwangsom (
verbeurt: aanvulling voorzieningenrechter);
3. betaling van de kosten van deze procedure, waaronder begrepen het salaris van de advocaat van [eiser 1] c.s. te voldoen binnen 14 dagen na dagtekening van het vonnis, en, voor het geval de voldoening van de proceskosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente over de proceskosten vanaf bedoelde termijn voor voldoening, en de nakosten.
4.2.
Het verweer van [gedaagde] komt erop neer dat binnen de normen is gewerkt en dat de werkzaamheden inmiddels zijn afgerond. Namens [gedaagde] is verder betoogd dat de metingen slechts indicatief zijn en handelingsperspectief bieden Daarnaast is betoogd dat wanneer er meer (naar de voorzieningenrechter begrijpt met meer sensoren) gemeten wordt de grenswaarde wordt verhoogd.

5.De beoordeling

5.1.
Het spoedeisend belang volgt in voldoende mate uit de stelling van [eiser 1] c.s. dat zij vrezen voor schade aan hun woning. Tijdens de mondelinge behandeling hebben zij daaraan toegevoegd dat die schade zich inmiddels heeft verwezenlijkt en dat bestaande scheuren groter zijn geworden en er een nieuwe scheur is.
5.2.
[eiser 1] c.s. baseren hun vorderingen op onrechtmatige daad. Zij stellen dat [gedaagde] onrechtmatig handelt door bij de sloopwerkzaamheden de grenswaarde te overschrijden en geen actie te willen ondernemen. Hierdoor ontstaat mogelijk schade ontstaan aan hun woning, welke mogelijkheid zich inmiddels verwezenlijkt heeft zo hebben [eiser 1] c.s. tijdens de mondelinge behandeling aangevuld.
5.3.
Vaststaat dat [gedaagde] sloopwerkzaamheden heeft verricht op het naastgelegen perceel en dat, zo erkent [gedaagde] tijdens de mondelinge behandeling ook wel, deze nog niet zijn afgerond. Er moet namelijk nog vervuilde grond worden afgevoerd. Inherent aan sloopwerkzaamheden is dat er als gevolg van trillingen schade kan ontstaan aan oude woningen zoals die van [eiser 1] c.s. Naar maatstaven van maatschappelijke zorgvuldigheid mag van degene die de sloopwerkzaamheden verricht, worden verwacht dat hij maatregelen neemt die het ontstaan van trillingen zoveel als redelijkerwijs mogelijk voorkomt. Neemt hij dergelijke maatregelen niet in acht, dan wordt in beginsel aangenomen dat hij onrechtmatig handelt. Het gaat er daarbij om dat de trillingen worden beperkt tot een niveau dat redelijkerwijs nog als aanvaardbaar kan worden beschouwd.
5.4.
Volgens [eiser 1] c.s. moet in dit verband de norm worden gehanteerd die wordt genoemd in het monitoringsplan dat is opgesteld in opdracht van Waal Bouw, de opdrachtgever van [gedaagde] : 1,23 mm/sec. Deze norm is ontleend aan de SBR-richtlijn A. [gedaagde] betwist niet dat van die norm moet worden uitgegaan. Hoewel volgens [gedaagde] de metingen slechts indicatief zijn, blijkt dat nergens uit. [eiser 1] c.s. betwisten dat, [gedaagde] heeft dat niet onderbouwd en de vraagt rijst bovendien waarom er dan een grenswaarde is bepaald.
5.5.
Een en ander brengt de voorzieningenrechter tot het voorlopige oordeel dat in dit geval dat moet worden uitgegaan van een norm/grenswaarde bij 1-10 hertz van 1,23 mm/sec.
5.6.
[eiser 1] c.s. hebben uitdraaien overgelegd waarop de waarnemingen van aan hun woning geplaatste sensor zijn vermeld. Hieruit volgt dat bij de sloopwerkzaamheden op enkele tientallen momenten sprake is geweest van overschrijding van de norm van 1,23 mm/sec. In een niet verwaarloosbaar aantal gevallen was die overschrijding aanzienlijk. [gedaagde] betwist die metingen niet. [gedaagde] tijdens de mondelinge behandeling, bij monde van een deskundige van QuattroExpertise, wel betoogd dat wanneer er meer gemeten wordt, de grenswaarde wordt verhoogd. De voorzieningenrechter gaat daaraan voorbij. Ten eerste is er niet meer gemeten, terwijl [eiser 1] c.s. onbetwist stellen dat zij de eerste melding van overschrijdingen al in mei 2024 hebben gedaan. Ten tweede betwist [gedaagde] niet dat daarvoor meer sensoren aan de woning hadden moeten worden aangebracht, zoals [eiser 1] c.s. hebben betoogd.
5.7.
Voldoende vaststaat dus dat [gedaagde] met de sloopwerkzaamheden de geldende grenswaarde veelvuldig heeft overtreden. Hoewel misschien niet iedere overschrijding van de norm direct leidt tot het oordeel dat [gedaagde] onrechtmatig handelt, is de voorzieningenrechter in dit geval, gelet op het aantal overschrijdingen, het niet (willen) ingrijpen en, naar het zich laat aanzien bagatelliseren van de ernst van de overschrijdingen voldoende aannemelijk gemaakt dat onrechtmatig is gehandeld. Aannemelijk is ook dat dit onrechtmatige handelen voortduurt. [gedaagde] beroept zich bij monde van QuattroExpertise immers voor het eerst op een hogere grenswaarde. Daarnaast stelt [gedaagde] dat het werk klaar is, maar blijkt genoegzaam dat er nog werkzaamheden moeten plaatsvinden en betwist [gedaagde] ook niet dat, zoals [eiser 1] c.s. ter zitting stelden, er op de dag voor de mondelinge behandeling van deze zaak op 4 september nog bouwverkeer op het perceel was. Of er al dan niet al schade is ontstaan, waarbij de voorzieningenrechter opmerkt dat zij geen reden heeft om te twijfelen aan de uitlatingen van [eiser 1] c.s. tijdens de mondelinge behandeling dat de eerste schade inmiddels zichtbaar is, leidt niet tot een ander oordeel over de onrechtmatigheid. Het veelvuldig overschrijden van de grenswaarde is daarvoor voldoende. Daar komt nog bij dat de grenswaarde nou juist bepaald is om schade aan gebouwen door trillingen te voorkomen.
5.8.
Wat hiervoor is overwogen leidt tot toewijzing van het gevorderde. [eiser 1] c.s. hebben daar alle belang bij, waarbij wordt opgemerkt dat [gedaagde] niet duidelijk heeft gemaakt dat en waarom van haar niet kan worden verlangd dat zij aanvullende maatregelen neemt. Niet gestelde belangen van [gedaagde] kunnen daarom niet worden gewogen.
5.9.
De vordering onder I strekt tot beëindiging van het onrechtmatige handelen en is naar het oordeel van de voorzieningenrechter passend en geboden. De voorzieningenrechter acht het nodig dat het verbod wordt versterkt met een dwangsom van € 10.000,- per dag met een maximum van € 750.000,- passend en geboden.
5.10.
[gedaagde] krijgt ongelijk en wordt in de proceskosten veroordeeld. De kosten van [eiser 1] c.s. worden begroot op:
- kosten dagvaarding € 139,42
- griffierecht € 320,00
- salaris advocaat € 1.107,00
- nakosten € 173,00 (plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal € 1.739,42
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
5.11.
Het vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard omdat [eiser 1] c.s. er belang bij hebben de veroordeling direct te kunnen executeren. Uitvoerbaarheid op de minuut en allee dagen en uren wordt afgewezen. De minuut staat sinds 20022 niet meer in de wet en de noodzaak om het vonnis buiten de uren van artikel 64 Rv ten uitvoer te kunnen leggen, wat een uitzonderingssituatie is, is gesteld noch aannemelijk gemaakt.

6.De beslissing

De voorzieningenrechter
6.1.
veroordeelt [gedaagde] . om zich te onthouden van (doen) veroorzaken van trillingsoverschrijdingen op locatie van [adres] te Ridderkerk aan het einde van de linkerzijgevel van de woning (kijkend op het sloopterrein), uitgaande bij 1- 10 Hertz van een grenswaarde van 1,23 mm/sec;
6.2.
bepaalt dat [gedaagde] . bij iedere overtreding van de in 6.1. genoemde grenswaarde aan [eiser 1] c.s. een dwangsom van € 10.000,- verbeurt, tot een maximum van € 750.000,-;
6.3.
veroordeelt [gedaagde] . in de proceskosten van [eiser 1] c.s. die worden begroot op € 1.739,42 te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als [gedaagde] . niet tijdig aan de veroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet [gedaagde] . € 92,00 extra betalen, plus de kosten van betekening;
6.4.
verklaart het vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
6.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. de Bruin en in het openbaar uitgesproken op 6 september 2024.
2009/2517