ECLI:NL:RBROT:2024:8931

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 augustus 2024
Publicatiedatum
13 september 2024
Zaaknummer
C/10/677335 / HA RK 24-358
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot verwijdering van patiëntendossier en de grondslagen van de AVG

In deze beschikking van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 14 augustus 2024, wordt het verzoek van [verzoekster] tot verwijdering van haar patiëntendossier afgewezen. [Verzoekster] heeft in behandeling geweest bij Bavo Europoort en na de fusie met Antes is haar dossier omgezet naar een nieuw dossier onder Antes. [Verzoekster] stelt dat zij geen toestemming heeft gegeven voor deze omzetting en verzoekt om de nietig verklaarde conversie te bekrachtigen, zodat haar recht op privacy en geheimhoudingsplicht hersteld kan worden.

Parnassia, de verweerster, stelt dat zij het dossier moet bewaren om zich te kunnen verweren in de vele klachtenprocedures die [verzoekster] tegen hen aanspant. De rechtbank overweegt dat de grondslag van het verzoek onduidelijk is, maar interpreteert het als een verzoek op basis van artikel 17 van de AVG, dat betreft de verwijdering van persoonsgegevens. De rechtbank concludeert dat Parnassia een gerechtvaardigd belang heeft bij het bewaren van het dossier, omdat het nodig is voor de verdediging in de lopende en toekomstige procedures.

De rechtbank wijst het verzoek af en compenseert de proceskosten, waarbij elke partij de eigen kosten draagt. De beslissing is openbaar uitgesproken door mr. P. de Bruin.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rekestnummer: C/10/677335 / HA RK 24-358
Beschikking van 14 augustus 2024
in de zaak van
[verzoekster],
wonende te [woonplaats] ,
verzoekster,
gemachtigde mevrouw [persoon A]
tegen
RVB PARNASSIA GROEP,
gevestigd te Den Haag,
verweerster,
gemachtigde mr. M. van Veenendaal
Partijen worden hierna [verzoekster] en Parnassia genoemd.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift,
  • de mondelinge behandeling,
  • de brief van [verzoekster] van 24 juni 2024.

2.Het verzoek

2.1.
[verzoekster] verzoekt om ‘
de nietig verklaarde conversie na fusie met terugwerkende kracht te bekrachtigen, waardoor het recht op privacy en de geschonden geheimhoudingsplicht hersteld kan worden
en/of
de nietig verklaarde conversie artikel 3:42 BW te bekrachtigen’.
[verzoekster] stelt in haar verzoek en tijdens de mondelinge behandeling het volgende. Zij is vanaf 2017 in behandeling geweest bij Bavo Europoort. Na de fusie van Bavo Europoort met Antes is het dossier van [verzoekster] met dossiernummer [dossiernummer 1] van Bavo Europoort omgezet naar een dossier met dossiernummer [dossiernummer 2] van Antes. Laatstgenoemd dossier valt onder de Divisie Wonen; Wmo Woonbegeleiding van Antes. Antes is inmiddels onderdeel van Parnassia. [verzoekster] heeft geen toestemming gegeven voor het openen van het wmo-dossier en is geen behandelovereenkomst aangegaan met Antes. Volgens [verzoekster] had Antes een nieuw dossier moeten openen, in plaats van een oud dossier van Bavo Europoort (met dossiernummer [dossiernummer 1] ) om te zetten naar een Antesdossier.
2.2.
Het verweer van Parnassia houdt in dat zij belang heeft bij bewaring van het dossier, omdat [verzoekster] allerlei klachtenprocedures tegen Parnassia aanspant. Daarnaast dreigt zij met procedures bij de geschillencommissie en het tuchtcollege en met gerechtelijke procedures. Parnassia moet zich in de lopende en eventueel toekomstige procedures kunnen verweren en daarvoor heeft zij het dossier nodig.

3.De beoordeling

Het verzoek wordt afgewezen

3.1.
De rechtbank wijst het verzoek af. Dat wordt hierna toegelicht.
3.2.
De rechtbank merkt allereerst op dat de grondslag van het verzoek volstrekt onduidelijk is. Hoewel [verzoekster] artikel 3:42 BW noemt, leest en begrijpt de rechtbank het als een verzoek op grond van artikel 17 AVG in, en meer specifiek als een verzoek tot verwijdering van persoonsgegevens in de vorm van het dossier Wmo Woonbegeleiding met dossiernummer [dossiernummer 2] .
3.3.
Een verwerkingsverantwoordelijke van persoonsgegevens moet op verzoek van een betrokkene zonder onredelijke vertraging de persoonsgegevens wissen. Op dat beginsel geldt een uitzondering wanneer, bijvoorbeeld, bewaring van de gegevens nodig is voor de instelling, uitoefening of onderbouwing van een rechtsvordering (artikel 17 lid 3 sub e AVG). Hieronder wordt ook verstaan het kunnen voeren van verweer in een gerechtelijke procedure.
3.4.
In dit geval is zo’n uitzondering aanwezig. Parnassia heeft er belang bij dat het dossier voorlopig bewaard blijft. Zij moet zich kunnen verweren in de lopende klachtprocedures en eventueel toekomstige procedures die [verzoekster] aanspant tegen Parnassia. In reactie hierop heeft [verzoekster] gezegd dat zij tevreden is als dossier [dossiernummer 2] wordt vernietigd. Daarmee bedoelt zij mogelijk, maar echt duidelijk is dat niet, zij geen nieuwe procedures zal starten. Wat wel duidelijk is, is dat zij in ieder geval niet schriftelijk wil toezeggen en vastleggen dat zij, na verwijdering van dossier [dossiernummer 2] , geen (tucht)klachten meer zal indienen of gerechtelijke procedures zal starten tegen Parnassia over dit dossier.
3.5.
Van belang is verder dat Parnassia heeft gesteld dat het verwijderen van gegevens uit het dossier handmatig zou moeten gebeuren en heel veel tijd in beslag zou nemen, omdat dossier [dossiernummer 2] (wonen) deel uitmaakt van een groter dossier (wonen + psychiatrie) en dit niet gescheiden kan worden. Dat heeft [verzoekster] niet betwist.
3.6.
Bij het oordeel dat Parnassia (vooralsnog) een beroep op de in 3.3. genoemde uitzondering toekomt heeft de rechtbank verder nog in aanmerking genomen dat, anders dan [verzoekster] meent, Antes haar toestemming niet nodig had voor omzetting of overzetting van het dossier. Bij een fusie tussen twee instellingen gaan de patiëntgegevens automatisch over naar de ‘nieuwe’ instelling, in dit geval Antes.
Proceskosten
3.7.
De rechtbank compenseert de proceskosten, in die zin dat elke partij de eigen kosten draagt.

4.De beslissing

De rechtbank
4.1.
wijst het verzoek af,
4.2.
compenseert de proceskosten, in die zin dat elke partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. P. de Bruin en in het openbaar uitgesproken op 14 augustus 2024.
3727/2009