ECLI:NL:RBROT:2024:9331

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
13 september 2024
Publicatiedatum
23 september 2024
Zaaknummer
11249651 VV EXPL 24-385
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstek in kort geding over ontruiming bedrijfsruimte en afwijzing contractuele boete

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 13 september 2024, is een kort geding aan de orde waarin de eiseres, Onroerendgoedmaatschappij Amstelkroon B.V., een vordering heeft ingesteld tegen een gedaagde die niet is verschenen. De eiseres vordert ontruiming van een bedrijfsruimte en betaling van huurachterstand. De procedure is gestart met een dagvaarding op 10 augustus 2024, gevolgd door een mondelinge behandeling op 6 september 2024. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding aan de wettelijke eisen voldoet en heeft verstek verleend tegen de niet verschenen gedaagde.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat er sprake is van een spoedeisend belang bij de vordering van Amstelkroon, aangezien de gedaagde een huurachterstand heeft van € 2.148,45. De gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van dit bedrag, evenals buitengerechtelijke incassokosten van € 322,27. De vordering tot betaling van een contractuele boete van € 1.200,- is afgewezen, omdat de huurovereenkomst nog niet ontbonden is en er geen spoedeisend belang is aangetoond voor deze boete.

Daarnaast is de gedaagde veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die zijn begroot op € 1.289,84. De kantonrechter heeft het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de gedaagde de veroordelingen onmiddellijk moet naleven, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. P. de Bruin.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11249651 VV EXPL 24-385
datum uitspraak: 13 september 2024
Vonnis in kort geding van de kantonrechter
in de zaak van
ONROERENDGOED MAATSCHAPPIJ AMSTELKROON B.V.,
vestigingsplaats: Amsterdam,
eiseres,
gemachtigde: mr. S.I. Herlitscheck,
tegen
[gedaagde],
die tevens handelt onder de naam
[handelsnaam],
woonplaats: [plaatsnaam],
gedaagde,
die niet is verschenen.
De partijen worden hierna ‘Amstelkroon’ en ‘[gedaagde]’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 10 augustus 2024, met producties 1 tot en met 6;
  • de akte eiswijziging, met productie 7.
1.2.
Op 6 september 2024 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. [gedaagde] is niet verschenen.

2.De beoordeling

2.1.
Bij de dagvaarding zijn de bij de wet voorgeschreven formaliteiten in acht genomen, zodat het gevraagde verstek wordt verleend.
2.2.
Het voor toewijzing van een vordering in kort geding vereiste spoedeisend belang, volgt uit de stellingen van Amstelkroon.
2.3.
De vorderingen komen de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor en worden toegewezen voor zover hierna niet anders wordt geoordeeld.
2.4.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft Amstelkroon gesteld dat de huidige huurachterstand € 2.148,45 bedraagt, omdat [gedaagde] recent nog € 2.500,- heeft betaald. [gedaagde] wordt daarom veroordeeld om € 2.148,45 te betalen. Dat heeft ook tot gevolg dat zij aan buitengerechtelijke incassokosten € 322,27 moet betalen.
2.5.
Amstelkroon vordert een contractuele boete van in totaal € 1.200,-. Omdat de huurovereenkomst nog niet ontbonden is, acht de kantonrechter toewijzing van dit bedrag voorbarig. Overigens valt ook niet in te zien welk spoedeisend belang Amstelkroon heeft bij de betaling van de boete. De gevorderde boete wordt daarom afgewezen.
2.6.
[gedaagde] moet de proceskosten betalen, omdat zij ongelijk krijgt (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot de kosten die [gedaagde] aan Amstelkroon moet betalen op € 115,84 aan dagvaardingskosten, € 496,00 aan griffierecht, € 543,- aan salaris voor de gemachtigde en € 135,- aan nakosten. Dat is in totaal € 1.289,84. Hier kan nog een bedrag bij komen als dit vonnis wordt betekend.
2.7.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
2.8.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat Amstelkroon dat vordert (artikel 233 Rv). Dat betekent dat het vonnis meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
verleent verstek tegen de niet verschenen [gedaagde];
3.2.
veroordeelt [gedaagde] om binnen vijf dagen na de datum van dit vonnis de bedrijfsruimte gelegen aan [adres] te doen ontruimen en leeg en ontruimd aan Amstelkroon op te leveren door afgifte van de sleutels;
3.3.
veroordeelt [gedaagde] om binnen vijf dagen na de datum van dit vonnis, tegen behoorlijk bewijs aan kwijting, aan Amstelkroon te voldoen een bedrag van € 2.148,45, te weten de huurachterstand tot en met september 2024, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente van de dag van de dagvaarding;
3.4.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de maandelijks door gedaagden aan
eiseres verschuldigde huurprijs van € 1.569,67 vanaf oktober 2024 tot het
moment van ontruiming;
3.5.
veroordeelt [gedaagde] om, binnen vijf dagen na de datum van dit vonnis tegen behoorlijk bewijs aan kwijting, aan Amstelkroon te voldoen een bedrag van € 322,27 als vergoeding voor de gemaakte buitengerechtelijke kosten;
3.6.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 1.289,84, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet [gedaagde] ook de kosten van betekening betalen,
3.7.
veroordeelt [gedaagde] in de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn voldaan;
3.8.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.9.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. de Bruin en in het openbaar uitgesproken.
[58184/21916]