Op 19 september 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoekster die een schuldregeling heeft aangeboden aan haar schuldeisers. Verzoekster, die in financiële problemen verkeert, heeft vijftien schuldeisers, waaronder twee preferente en dertien concurrente, met een totale schuldenlast van € 37.905,17. De aangeboden regeling houdt in dat de preferente schuldeisers 6,50% en de concurrente schuldeisers 3,25% van hun vorderingen ontvangen. Joyfields International B.V., een van de schuldeisers, heeft geweigerd in te stemmen met deze regeling, ondanks dat veertien van de vijftien schuldeisers akkoord zijn gegaan.
De rechtbank heeft vastgesteld dat Joyfields een vordering heeft van € 4.441,05, wat 11,7% van de totale schuldenlast vertegenwoordigt. De rechtbank heeft de belangen van Joyfields afgewogen tegen die van verzoekster en de overige schuldeisers. Het belang van Joyfields bij volledige betaling van haar vordering is erkend, maar de rechtbank oordeelde dat de aangeboden regeling het uiterste is wat verzoekster kan bieden, gezien haar huidige situatie en de hulp die zij ontvangt bij het solliciteren naar werk.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat de belangen van verzoekster en de andere schuldeisers die instemden met de regeling zwaarder wegen dan die van Joyfields. Daarom is het verzoek om Joyfields te bevelen in te stemmen met de schuldregeling toegewezen. Joyfields is veroordeeld in de kosten van de procedure, die op nihil zijn begroot, aangezien verzoekster niet door een advocaat is bijgestaan. De rechtbank heeft ook bepaald dat dit vonnis in de plaats treedt van de vrijwillige instemming van de schuldeisers en heeft het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling afgewezen.