ECLI:NL:RBROT:2025:10076
Rechtbank Rotterdam
- Voorlopige voorziening
- M.G.L. de Vette
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening leerlingenvervoer Rotterdam
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 20 augustus 2025, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Verzoekster, de moeder van een zoon die naar een basisschool voor speciaal onderwijs gaat, verzoekt om taxivervoer voor haar zoon in plaats van een abonnement voor het openbaar vervoer, dat door het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam is toegekend. De voorzieningenrechter oordeelt dat verzoekster niet heeft aangetoond dat haar zoon, die een ZML-leerling is, niet in staat is om onder begeleiding met het openbaar vervoer te reizen. De voorzieningenrechter stelt vast dat de motivering van het college om geen taxivervoer toe te kennen, voldoende is en dat er geen medische gronden zijn om het verzoek te honoreren. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af, waardoor de toekenning van het openbaar vervoer voor de zoon van verzoekster in stand blijft. De uitspraak benadrukt dat de voorzieningenrechter geen bindende uitspraak doet voor een eventueel bodemgeding en dat de situatie van verzoekster niet uitzonderlijk genoeg is om aan de voorwaarden voor taxivervoer te voldoen.