In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, staat de afwikkeling van de samenwerking tussen Stichting Kliniek Naaldwijk (SKN) en Estrec B.V. centraal. De rechtbank heeft op 23 juli 2025 een eindvonnis uitgesproken na een tussenvonnis van 12 februari 2025. SKN vorderde een bedrag van € 58.100,40 van Estrec, dat volgens SKN onverschuldigd was betaald. De rechtbank oordeelde dat Estrec niet is geslaagd in het leveren van tegenbewijs met betrekking tot de omzetverdeling en dat de getekende en niet-getekende overeenkomst van toepassing zijn op de samenwerking tussen partijen in de jaren 2020 en 2021. De rechtbank heeft vastgesteld dat 30% van de omzet in 2016 aan Estrec toekomt, en dat de vordering van SKN tot € 53.694,60 wordt toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding.
Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat Estrec toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst door zelf te factureren aan 39 patiënten van SKN, wat in strijd was met de gemaakte afspraken. De zaak wordt verwezen naar een schadestaatprocedure voor het vaststellen van de schade die SKN heeft geleden. Estrec is ook veroordeeld in de proceskosten van € 6.240,82 in conventie en € 2.814,00 in reconventie. De rechtbank heeft het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard.