Op 19 juni 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling van drie minderjarigen, [minderjarige 1], [minderjarige 2] en [minderjarige 3]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders, de vader en de moeder, belast zijn met het ouderlijk gezag, maar dat de kinderen momenteel bij de vader wonen. De kinderrechter heeft eerder, op 21 juni 2024, de ondertoezichtstelling ingesteld, die op 21 juni 2025 zou aflopen. De gecertificeerde instelling, William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, heeft verzocht om verlenging van de ondertoezichtstelling voor een jaar, omdat er ernstige zorgen zijn over de ontwikkeling van de kinderen, die klem zitten tussen de ouders. Tijdens de zitting op 19 juni 2025 zijn de ouders en hun advocaten aanwezig geweest, evenals een vertegenwoordiger van de GI. De kinderrechter heeft de zorgen van de GI over de emotionele en sociale ontwikkeling van de kinderen gehoord en heeft vastgesteld dat de kinderen onvoldoende contact hebben met de moeder, wat schadelijk voor hen is. De kinderrechter heeft besloten de ondertoezichtstelling te verlengen voor zes maanden en heeft ambtshalve een bijzondere curator benoemd om de belangen van de kinderen te behartigen. De bijzondere curator moet de situatie van de kinderen onderzoeken en rapporteren over de voortgang. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat deze direct van kracht is, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.