In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, uitgesproken op 14 juli 2025, wordt een voorlopige ondertoezichtstelling en een machtiging tot gesloten jeugdhulp verleend voor een minderjarige, geboren in 2008. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om deze maatregelen vanwege ernstige zorgen over de ontwikkeling van de minderjarige, die zich onttrekt aan het gezag van haar ouders en de jeugdhulp. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders belast zijn met het ouderlijk gezag en dat de minderjarige momenteel verblijft bij een gecertificeerde instelling. Tijdens de zitting is de minderjarige gehoord, en er zijn zorgen geuit over haar netwerk en bezigheden, waaronder vermoedens van middelengebruik. De kinderrechter heeft geoordeeld dat de voorlopige ondertoezichtstelling noodzakelijk is om de bedreiging van de ontwikkeling van de minderjarige weg te nemen. Tevens is besloten dat gesloten jeugdhulp noodzakelijk is om te voorkomen dat de minderjarige zich onttrekt aan de hulpverlening. De kinderrechter heeft de machtiging verleend voor de duur van de ondertoezichtstelling, tot 3 oktober 2025, en het verzoek voor een open plaatsing afgewezen. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.