ECLI:NL:RBROT:2025:10232

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 augustus 2025
Publicatiedatum
22 augustus 2025
Zaaknummer
10/650008-19
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de PIJ-maatregel en bijzondere voorwaarden voor een jeugdige veroordeelde

In deze beschikking van de Rechtbank Rotterdam, uitgesproken op 7 augustus 2025, is de verlenging van de PIJ-maatregel voor een jeugdige veroordeelde aan de orde. De PIJ-maatregel, die op 23 augustus 2019 is ingegaan, is eerder verlengd en de rechtbank heeft nu een vordering tot verlenging van 20 dagen ontvangen van het openbaar ministerie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de voorwaarden voor verlenging zijn vervuld, gezien de ernst van de delicten en de noodzaak voor de veiligheid van anderen. De veroordeelde, geboren in 2001, verblijft momenteel in een Forensisch Psychiatrische Kliniek (FPK) en heeft zich positief ontwikkeld, hoewel er ook incidenten zijn geweest die zijn verlof hebben beïnvloed. De rechtbank heeft de vordering tot verlenging toegewezen en bijzondere voorwaarden verbonden aan de voorwaardelijke beëindiging van de PIJ-maatregel, die op 21 augustus 2025 van rechtswege zal eindigen. De rechtbank heeft de adviezen van de reclassering en de inrichting in overweging genomen en is van oordeel dat de bijzondere voorwaarden noodzakelijk zijn voor de verdere ontwikkeling van de veroordeelde. De beslissing is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot beroep binnen veertien dagen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team Jeugd
Parketnummer: 10/650008-19
Datum uitspraak: 7 augustus 2025
Beslissing van de rechtbank Rotterdam, meervoudige raadkamer voor strafzaken, met betrekking tot de maatregel plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (hierna: PIJ-maatregel) van:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2001,
ingeschreven in de basisregistratie personen (en verblijvende) op het adres van de Forensisch Psychiatrische Kliniek (hierna: FPK) [locatie] aan de:
[adres] , [postcode] [plaats] , hierna: de inrichting,
raadsvrouw mr. W. van der Voet, advocaat te Rotterdam.

1.Procesverloop

Op 21 mei 2019 heeft deze rechtbank de PIJ-maatregel aan de veroordeelde opgelegd ter zake de voortgezette handeling van verkrachting en poging tot verkrachting en mishandeling.
De termijn van de PIJ-maatregel is aangevangen op 23 augustus 2019.
Op 22 februari 2024 heeft deze rechtbank de PIJ-maatregel laatstelijk verlengd met 18 (achttien) maanden.
Op 30 mei 2025 heeft de rechtbank van het openbaar ministerie een vordering tot verlenging van de PIJ-maatregel ontvangen. Bij die vordering is gevoegd het advies van het hoofd van de inrichting, gedateerd 21 mei 2025, inclusief de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de veroordeelde over de periode van 19 april 2024 tot 30 september 2024. Op 7 augustus 2025 heeft de rechtbank de aantekeningen over de periode van 28 januari 2025 tot 2 juni 2025 ontvangen.
Daarnaast heeft de rechtbank op 4 augustus 2025 van het openbaar ministerie een vordering ontvangen tot het stellen van bijzondere voorwaarden bij de voorwaardelijke beëindiging van de PIJ-maatregel. Bij die vordering is het advies van de Reclassering Nederland (hierna: de reclassering) van 4 augustus 2025 gevoegd.
Op de zitting van 7 augustus 2025 zijn de vorderingen achter gesloten deuren behandeld. Gehoord zijn:
  • de officier van justitie, mr. K. Broere,
  • de veroordeelde, bijgestaan door zijn raadsvrouw,
  • de ouders van de veroordeelde,
  • de deskundige [deskundige 1] , werkzaam bij de reclassering en
  • de deskundige [deskundige 2] , als GZ-psycholoog verbonden aan de inrichting.

2.Standpunt van partijen

2.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot verlenging van de termijn van de PIJ-maatregel met 20 (twintig) dagen. Daaropvolgend heeft zij, indien de rechtbank de vordering tot verlenging toewijst, verzocht om de in het voortgangsverslag van de reclassering van 4 augustus 2025 genoemde voorwaarden op te leggen bij de van rechtswege ingaande voorwaardelijke beëindiging per 21 augustus 2025. Zij voert daartoe aan dat de problematieken nog aanwezig zijn, maar dat de veroordeelde alles beter lijkt te kunnen verwerken. Het is de afgelopen periode een stuk beter gegaan met de veroordeelde. Het is van belang dat de veroordeelde zich gedurende de voorwaardelijke beëindiging blijft inzetten en zich laat behandelen. Door bijzondere voorwaarden te stellen wordt meer zekerheid gecreëerd en blijven de noodzakelijke kaders aanwezig.
2.2.
Standpunt van de veroordeelde
De veroordeelde en zijn raadsvrouw hebben zich niet verzet tegen verlenging van de termijn van de PIJ-maatregel met 20 (twintig) dagen. Evenmin hebben zij zich verzet tegen de door de officier van justitie gevorderde bijzondere voorwaarden. De raadsvrouw heeft hierbij toegelicht dat de veroordeelde zich de afgelopen jaren positief heeft ontwikkeld. Door het verblijf in de inrichting heeft hij grote stappen gezet. Hij volgt een opleiding (mavo) en is gemotiveerd die opleiding af te maken en verder te leren. De veroordeelde is bereid mee te werken aan de bijzondere voorwaarden, maar zou wel graag zien dat er een korte termijn van 3 (drie) maanden wordt gesteld voor het nadere verblijf in de inrichting in de overgangsfase naar een passende woonomgeving. De behandeling is immers volledig doorlopen en de veroordeelde volgt momenteel op vrijwillige basis muziektherapie. De veroordeelde wenst graag zo spoedig mogelijk een overplaatsing naar de Forensisch Psychiatrische Afdeling (hierna: FPA), zodat hij zich makkelijker kan richten op school en het begeleid wonen in de toekomst.

3.Adviezen

3.1.
Advies van de inrichting
Het advies van 21 mei 2025 houdt onder meer het volgende in.
Actuele diagnose
De veroordeelde is een 24-jarige man bij wie sprake is van een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met borderline en antisociale trekken, ADHD (gecombineerd beeld) en een andere gespecificeerde parafiele stoornis. Zijn cognitieve vermogens liggen op laagbegaafd niveau. De probleemoplossende vermogens zijn, op grond van de vastgestelde stoornissen, lager dan op grond van de cognitieve vermogens kan worden verondersteld.
Verloop behandeling
De veroordeelde is sinds de start van zijn verblijf in de inrichting positief. Hij heeft zich open en begeleidbaar opgesteld. Sinds juni 2024 volgt de veroordeelde muziektherapie binnen de inrichting. In het najaar van 2024 is overgegaan tot onbegeleide verlofmomenten op/nabij het terrein, boodschappen doen, werk, bibliotheekbezoek en landsverlof (naar onder andere zijn ouders). Deze verloven gingen overwegend goed, maar het verlof is door een incident op 31 december 2024 ingetrokken. De aanmelding bij een vervolgplek is toen ook geannuleerd.
De instelling heeft, naar aanleiding van het incident, aanpassingen gedaan in het behandelbeleid. Er is gericht op traumabehandeling en systeemtherapie. Met aangescherpte afspraken is in mei 2025 opnieuw gestart met de opbouw van het verlof, opnieuw beginnend bij begeleid verlof. Momenteel worden de verloven geëvalueerd met de ouders en de systeemtherapeut. De veroordeelde is momenteel nog erg gebaat bij externe duidelijkheid en duidelijke kaders. Perspectief is daarbij belangrijk. De verloven gaan steeds beter en worden uitgebreid.
Gevaar voor herhaling
Ondanks de ontwikkelingen die de veroordeelde heeft doorgemaakt, wordt het risico op toekomstig seksueel delictgedrag als hoog/zeer hoog ingeschat. Verschillende risicofactoren vereisen dan ook aandacht in de behandeling en het toezicht. Wat betreft het risico op gewelddadige recidive kan worden gesteld dat dit in zorg matig, buiten zorg matig/hoog is.
Verder behandeltraject en –perspectief
Het begeleide verlof is opgestart en dit wordt afgebouwd naar onbegeleid verlof. Hierbij worden duidelijke afspraken met de veroordeelde gemaakt. Voor het opbouwen van het verlof is een verlofstappenplan gemaakt, waarbij rekening wordt gehouden met de delictrisicofactoren die nog spelen. Daarnaast wordt veel gesproken over de overgang van de inrichting naar de FPA, om bij een goede ontwikkeling geplaatst te worden bij een begeleid wonen groep. Om deze ontwikkeling positief voort te zetten, worden (strakke) kaders noodzakelijk geacht.
Het advies luidt de termijn van de PIJ-maatregel te verlengen met 20 (twintig) dagen (tot het einde van de maatregel) en daarna de PIJ-maatregel voorwaardelijk te beëindigen met daarbij strikte bijzondere voorwaarden.
3.2.
Advies Reclassering Nederland
Het advies van 4 augustus 2025 houdt onder meer het volgende in.
De veroordeelde werkt gemotiveerd aan zijn behandeling. Eind 2024 heeft er een incident plaatsgevonden, waardoor het verloftraject werd stopgezet. De veroordeelde heeft inmiddels de zes jaar intramurale fase van de PIJ-maatregel doorlopen, waardoor de voorwaardelijke beëindiging van rechtswege in zal gaan. Het is van belang dat de komende periode binnen de inrichting wordt gewerkt aan het bewerken van de kernproblematiek en de verschillende risicofactoren. Ook de verloven zullen, bij goed verloop, worden uitgebreid. Wanneer het passend wordt geacht, zal de veroordeelde via een FPA uitstromen naar een begeleide woonvorm. De komende periode zal gekeken worden of de veroordeelde de huidige positieve ontwikkeling zal voortzetten binnen een minder gestructureerde omgeving. De reclassering schat het recidiverisico en het risico op letsel in als gemiddeld. Het risico op onttrekken aan voorwaarden wordt ingeschat als laag. Geadviseerd wordt om aan de voorwaardelijke beëindiging bijzondere voorwaarden te verbinden.
3.3.
Ter zitting gegeven adviezen
De deskundige [deskundige 2] , als GZ-psycholoog verbonden aan de inrichting, heeft het verlengingsadvies ter zitting toegelicht. Ook is zij ingegaan op de gevorderde bijzondere voorwaarden bij de voorwaardelijke beëindiging. Zij heeft onder meer verklaard dat de behandeling van de veroordeelde wisselend is verlopen. Hij volgt een opleiding, behandelingen en therapieën en laat zich voornamelijk van zijn goede kant zien. Soms zijn er tegenslagen en dan is het lastiger. Het laten zien van eigen verantwoordelijkheid ontbreekt nog af en toe. De verloven zijn momenteel uitgebreid. De begeleide fase is volledig doorlopen en overwegend goed gegaan. De veroordeelde is laatst voor het eerst met onbegeleid verlof gegaan en dat ging goed. Er zijn nog een paar stappen te zetten en vanuit daar wordt gekeken naar passende dagbesteding, waaronder voetbal. Buiten de kliniek wordt langzaam ook weer een en ander opgestart, wat de veroordeelde ook meer perspectief geeft. De ouders zijn trots op hem. Hij vindt het fijn bij ze in de buurt te zijn.
De deskundige [deskundige 1] , werkzaam bij de reclassering, heeft zich ter zitting aangesloten bij het advies van de inrichting. Daarnaast heeft zij onder meer naar voren gebracht dat er nog aandachtspunten zijn bij de veroordeelde, maar dat met strikte voorwaarden een voorwaardelijke beëindiging mogelijk is. Na de plaatsing bij de inrichting heeft de veroordeelde een goede ontwikkeling laten zien. Hoe hij zich nu opstelt, laat zien dat hij spoedig kan doorstromen naar de FPA en uiteindelijk naar begeleid wonen.

4.Beoordeling

Vordering verlenging PIJ-maatregel met 20 dagen
De rechtbank stelt allereerst vast dat de PIJ-maatregel in dit geval, gelet op de maximale wettelijke termijn van artikel 6:6:31, tweede lid van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv), nog maximaal kan worden verlengd tot 21 augustus 2025. Op dat moment zal de PIJ-maatregel van rechtswege voorwaardelijk eindigen.
Een PIJ-maatregel kan op grond van artikel 6:6:31, derde lid, Sv, juncto artikel 77s, eerste lid, sub b en c, van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) slechts verlengd worden indien de maatregel is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen. Daarnaast dient de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van die maatregel te eisen en dient de maatregel in het belang te zijn van een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van de veroordeelde. Aan deze drie voorwaarden moet worden voldaan om tot een verlenging van de maatregel te kunnen komen.
De rechtbank is van oordeel dat uit de adviezen en dat wat ter terechtzitting is besproken volgt dat aan de drie voornoemde voorwaarden wordt voldaan. Verlenging tot de maximale duur van de PIJ-maatregel is op grond van het volgende passend en geboden.
De veroordeelde heeft zich gedurende de PIJ-maatregel tot nu toe in overwegende mate goed ingespannen om de maatregel tot een goed einde te brengen. Sinds de vorige zitting in februari 2024 hebben zich verschillende (positieve en negatieve) ontwikkelingen voorgedaan. Sinds 19 april 2024 verblijft de veroordeelde in FPK [locatie] . De reden hiervan was dat een regulier resocialisatietraject vanuit de justitiële jeugdinrichting niet haalbaar bleek gezien de hardnekkige problematiek bij de veroordeelde. Hij werkt in de FPK gemotiveerd aan zijn behandeling. Echter, eind december 2024 heeft een incident plaatsgevonden ten gevolge waarvan het (opgebouwde) verlof van de veroordeelde is ingetrokken. De mogelijke uitstroom naar een FPA werd toen geannuleerd. Het behandelaanbod binnen de FPK werd aangepast en voortgezet en er is verder gewerkt aan het bewerken van de kernproblematiek en de verschillende risicofactoren. De verlofmachtiging is per 8 mei 2025 weer toegekend, waarna het verlof, met aangescherpte afspraken, opnieuw is opgebouwd. Recent is de veroordeelde voor het eerst weer op onbegeleid verlof gegaan, wat goed is verlopen. Aangezien er volgens de adviezen en dat wat de deskundigen ter zitting naar voren hebben gebracht nog een aantal stappen gezet moeten worden, is de verlenging van de PIJ-maatregel met twintig (20) dagen noodzakelijk.
Gevolg gevend aan het bepaalde in artikel 6:6:31, tweede lid, Sv, geeft de rechtbank aan dat de maatregel, gelet op de ingangsdatum, de huidige vervaldatum en de verlenging bij deze beslissing, op 21 augustus 2025 van rechtswege voorwaardelijk zal eindigen en (behoudens verlenging) op 21 augustus 2026 onvoorwaardelijk zal eindigen.
Voorwaardelijke beëindiging
Op grond van artikel 6:2:22, eerste lid, Sv eindigt de PIJ-maatregel voorwaardelijk na twee jaar, tenzij de maatregel wordt verlengd op de wijze als bedoeld in artikel 6:6:31 Sv. Daarbij geldt een maximale termijn van zeven jaar, waarvan maximaal zes jaar onvoorwaardelijk. Voorwaardelijke beëindiging geschiedt onder de van rechtswege geldende voorwaarden, zoals opgenomen in artikel 77t, eerste lid, Sr.
De maximale termijn van de PIJ-maatregel zal per 21 augustus 2025 worden bereikt. Alsdan zal de PIJ-maatregel van rechtswege voorwaardelijk eindigen. De vordering van de officier van justitie van 4 augustus 2025 houdt in dat er, zoals ook de inrichting adviseert, bijzondere voorwaarden worden verbonden aan de voorwaardelijke beëindiging. De reclassering heeft concrete bijzondere voorwaarden geadviseerd, toegespitst op de situatie van de veroordeelde.
Volgens de tekst van artikel 6:6:32, derde lid onder a, Sv, kan de rechter tijdens de voorwaardelijke beëindiging van de maatregel bijzondere voorwaarden stellen die het gedrag van de veroordeelde betreffen. De strekking van deze bepaling is het bieden van nazorg die zo goed mogelijk toegesneden is op de begeleiding van de jeugdige. De rechtbank is van oordeel dat de bijzondere voorwaarden, zoals beschreven door de reclassering, noodzakelijk zijn voor de ontwikkeling van de veroordeelde. De veroordeelde heeft zich bereid verklaard om zich aan de door de officier van justitie gevorderde voorwaarden te houden.
De rechtbank is van oordeel dat de gevorderde bijzondere voorwaarden passend en geboden zijn om het recidiverisico te minimaliseren en het verdere resocialisatietraject van de veroordeelde te bevorderen. De rechtbank zal de gevorderde bijzondere voorwaarden dan ook toewijzen zoals hierna in de beslissing vermeld.

5.Beslissing

De rechtbank:
verlengtde termijn van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen met
20 ( twintig) dagen, waardoor de maximale termijn van de PIJ-maatregel op 21 augustus 2025 wordt bereikt en de PIJ-maatregel op dat moment van rechtswege voorwaardelijk zal eindigen;
steltnaast de van rechtswege geldende algemene voorwaarden als bedoeld in artikel 77t, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als bijzondere voorwaarden gedurende de voorwaardelijke beëindiging van de PIJ-maatregel per 21 augustus 2025 vast dat de veroordeelde:
1. zal meewerken aan het toezicht door de reclassering, dat onder andere inhoudt, dat hij;
  • zich gedurende de termijn van de voorwaardelijke beëindiging van de PIJ-maatregel op door de reclassering te bepalen tijdstippen zal melden bij de reclassering, zo vaak en zo lang de reclassering dat noodzakelijk acht;
  • een of meer vingerafdrupkken laat nemen en een geldig identiteitsbewijs laat zien om zijn identiteit vast te stellen;
  • zich zal houden aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om de veroordeelde te helpen bij het naleven van de voorwaarden;
  • mee werkt aan huisbezoeken;
  • inzicht zal geven in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners aan de reclassering;
  • zich niet zal vestigen op een ander adres zonder toestemming van de reclassering;
  • zal meewerken aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact met hem hebben, als het van belang is voor het reclasseringstoezicht;
2. niet naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden zal reizen, zonder toestemming van het Openbaar Ministerie;
3. zich laat behandelen door de Forensisch Psychiatrische Kliniek te [locatie] en aansluitend de Forensisch Psychiatrische Afdeling te [locatie] , of een soortgelijke zorginstelling. De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
4. zich - wanneer de reclassering dit nodig acht - ambulant laat behandelen door [zorginstelling] of een soortgelijke zorginstelling (nader te bepalen door de reclassering), zo lang als de reclassering dat nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
5. zijn medicatie zal innemen zoals die is voorgeschreven door de behandelend arts/psychiater, waarbij wijzigingen in medicatiegebruik te allen tijde wordt overlegd met de
betreffende arts/behandelinstelling;
6. meewerkt aan begeleid wonen of maatschappelijke opvang (nader te bepalen door de reclassering). De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
7. meewerkt aan controle van het gebruik van alcohol en hard- en softdrugs om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak de veroordeelde wordt gecontroleerd;
8. zich inspant voor het vinden en behouden van passende dagbesteding met een vaste structuur;
9. inzicht en openheid geeft over zijn sociale netwerk, inclusief contacten op sociale media. Daarbij geeft de veroordeelde de reclassering toestemming om met personen in zijn netwerk contact op te nemen;
10. meewerkt aan de controle van digitale gegevensdragers tijdens een huisbezoek. Hierbij geeft de veroordeelde toegang tot alle aanwezige computers, smartphones en andere digitale gegevensdragers waarop afbeeldingen kunnen worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd. De veroordeelde verstrekt de wachtwoorden die nodig zijn voor deze controle.
geeftopdracht aan Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Deze beschikking is gegeven door mr. N. Doorduijn, voorzitter, tevens kinderrechter,
en mrs. A.A.J. de Nijs en A. Wolthuis, kinderrechters,
in tegenwoordigheid van mr. J. van Cortenberghe - van Dam, griffier,
en is in het openbaar uitgesproken op 7 augustus 2025.
Tegen deze beslissing kan het openbaar ministerie binnen veertien dagen na de dagtekening en de veroordeelde binnen veertien dagen na betekening daarvan beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (
art.6:6:37 Sv).