ECLI:NL:RBROT:2025:10258

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
1 augustus 2025
Publicatiedatum
25 augustus 2025
Zaaknummer
11762218 CV EXPL 25-14151
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Proceskostenvergoeding na aanvechten verkeersboete

In deze zaak heeft Fortitudo Legal Concepts B.V. een rechtszaak aangespannen tegen een gedaagde die zelf procedeert, met betrekking tot een proceskostenvergoeding na het aanvechten van een verkeersboete. De gedaagde had een administratieve sanctie van € 100,- opgelegd gekregen, die door de kantonrechter op 16 mei 2024 was gematigd tot € 75,-, met een proceskostenvergoeding van € 1.343,- die aan de gedaagde was toegekend. Fortitudo, die de gedaagde had vertegenwoordigd, eist nu dat de gedaagde de proceskostenvergoeding aan haar betaalt, omdat deze vergoeding volgens de overeenkomst onlosmakelijk verbonden is met de werkzaamheden die Fortitudo heeft verricht. De gedaagde betwist de eis en stelt dat hij niet op de hoogte was dat de proceskostenvergoeding aan Fortitudo moest worden betaald. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat Fortitudo de gedaagde voldoende heeft geïnformeerd over de betalingsverplichting. De kantonrechter heeft de eis van Fortitudo toegewezen en de gedaagde veroordeeld tot betaling van € 1.293,- aan proceskostenvergoeding, evenals € 193,95 aan buitengerechtelijke incassokosten en de proceskosten van de procedure. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11762218 CV EXPL 25-14151
datum uitspraak: 1 augustus 2025
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Fortitudo Legal Concepts B.V.,
vestigingsplaats: Zoetermeer,
eiseres,
gemachtigde: nl.legal LLP,
tegen
[gedaagde],
woonplaats: Rotterdam,
gedaagde,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘Fortitudo’ en ‘[gedaagde]’ genoemd.

1.De procedure

Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 18 juni 2025, met bijlagen;
  • de aantekeningen van het mondelinge verweer van [gedaagde], met bijlagen.

2.De beoordeling

Wat is de kern van de zaak?
2.1.
Fortitudo heeft met [gedaagde] een overeenkomst gesloten, op grond waarvan Fortitudo namens [gedaagde] een beroepsprocedure heeft gevoerd in verband met een van overheidswege aan [gedaagde] opgelegde administratieve sanctie van € 100,-, vermeerderd met € 9,- administratiekosten. In haar uitspraak van 16 mei 2024 heeft de kantonrechter het beroep gedeeltelijk gegrond verklaard, heeft zij de aan [gedaagde] opgelegde sanctie gematigd tot € 75,-, vermeerderd met € 9,- administratiekosten en heeft zij de officier van justitie veroordeeld om € 1.343,- aan proceskosten aan [gedaagde] te betalen. Het bedrag van € 1.343,- is ook door de officier van justitie aan [gedaagde] betaald. Volgens Fortitudo is [gedaagde] op grond van de overeenkomst verplicht de proceskostenvergoeding aan Fortitudo te betalen, omdat deze vergoeding onlosmakelijk verband houdt met de werkzaamheden die Fortitudo voor [gedaagde] heeft verricht. [gedaagde] heeft de factuur, die Fortitudo daarvoor heeft gestuurd, niet betaald. Daarom eist Fortitudo dat [gedaagde] wordt veroordeeld om een bedrag van € 1.293,- met rente en buitengerechtelijke kosten aan haar betalen.
2.2.
[gedaagde] is het niet eens met de eis. Hij erkent dat hij € 1.343,- heeft ontvangen, maar stelt dat Fortitudo niet aan hem heeft toegelicht waarom hij iets moet betalen. Volgens [gedaagde] werd hem pas achteraf duidelijk dat de proceskosten vergoeding aan hem zou worden betaald en niet aan Fortitudo. [gedaagde] stelt daar niet van op de hoogte te zijn geweest.
2.3.
De kantonrechter wijst de eis van Fortitudo toe. Hierna wordt uitgelegd hoe de kantonrechter tot dit oordeel is gekomen.
[gedaagde] moet € 1.293,- aan proceskostenvergoeding voor de beroepsprocedure betalen
2.4.
Fortitudo heeft onweersproken gesteld dat [gedaagde] Fortitudo via haar website www.verkeersboete.nl gemachtigd heeft namens hem in en buiten rechte de opgelegde administratieve sanctie aan te vechten. Fortitudo heeft in haar dagvaarding het proces van aanmelding via de website beschreven en heeft ter onderbouwing daarvan diverse screenshots van het aanmeldproces overgelegd. Daaruit volgt dat, nog vóórdat men het online machtigingsformulier ondertekent, een duidelijke toelichting wordt gegeven, die als volgt luidt:
“(…) Bij winst van de zaak worden er twee uitbetalingen gedaan: jij krijgt het bedrag van de boete en je ontvangt een aparte vergoeding voor onze diensten. De vergoeding wordt automatisch geïncasseerd zodra deze door jou is ontvangen. Het bedrag van de boete is voor jou. Je kunt er met een bezwaar alleen maar op vooruit gaan.
We geven je graag een duidelijke samenvatting
  • Jij krijgt de boete terugbetaald;
  • Jij ontvangt een aparte vergoeding voor onze diensten vanuit de overheid;
  • De aparte vergoeding voor onze diensten wordt automatisch door ons geïncasseerd;
  • Geen risico; bij verlies betaal je niets. Bij winst betaalt de overheid. Je hoeft dus niets zelf te betalen (…)”
2.5.
Uit de overgelegde stukken – waarvan de juistheid niet door [gedaagde] is betwist –volgt ook dat, alvorens men het machtigingsformulier ondertekent, men akkoord moet gaan met de algemene voorwaarden, waarbij tevens een link naar de algemene voorwaarden is toegevoegd. In artikel 5 en 6 van de algemene voorwaarden is, voor zover in deze zaak van belang, bepaald dat het honorarium waarop Fortitudo aanspraak maakt, bestaat uit de in de gevoerde procedure toegewezen proceskostenvergoeding en dat, als deze proceskostenvergoeding wordt uitbetaald aan de cliënt (in dit geval [gedaagde]), deze verplicht is die vergoeding aan Fortitudo te betalen.
2.6.
Voorts blijkt uit de overgelegde screenshots dat – na het tekenen van het machtigingsformulier, maar vóórdat de aanmelding definitief wordt gemaakt – nog een samenvatting wordt gegeven van de aanmelding, waaronder nogmaals de toelichting zoals hiervoor bij r.o. 2.4. is weergegeven. Daarnaast heeft Fortitudo een voorbeeld overgelegd van de schriftelijke bevestiging, die men ontvangt na afronding van het aanmeldproces. Daaruit volgt dat ook in die bevestiging nog eens duidelijk wordt uitgelegd dat de proceskostenvergoeding voor Fortitudo bestemd is en door haar zal worden geïncasseerd. Fortitudo heeft onweersproken gesteld dat [gedaagde] door het aanmeldproces volledig te doorlopen met het voorgaande akkoord is gegaan.
2.7.
Gelet op het bovenstaande is de kantonrechter van oordeel dat Fortitudo [gedaagde] zowel voorafgaand aan zijn aanmelding als na bevestiging daarvan, in voldoende mate heeft geïnformeerd over het feit dat de proceskostenvergoeding aan Fortitudo toekomt, ook als deze na winst van de zaak aan [gedaagde] zelf is uitbetaald. De kantonrechter volgt [gedaagde] dan ook niet in zijn stelling dat Fortitudo niet aan hem heeft uitgelegd waarom hij nog iets aan haar moet betalen. Om die reden kan ook in het midden blijven of [gedaagde] nu wel of niet bekend was met het feit dat de proceskostenvergoeding aan hem zou worden uitbetaald in plaats van rechtstreeks aan Fortitudo. Uit het voorgaande blijkt immers dat Fortitudo [gedaagde] er op heeft gewezen dat hij ook in dat geval de proceskostenvergoeding aan Fortitudo moet betalen.
2.8.
Een en ander leidt tot de conclusie dat Fortitudo terecht aanspraak maakt op betaling van de proceskostenvergoeding. Op grond van de uitspraak in de beroepsprocedure heeft zij in beginsel recht op een bedrag van € 1.343,- aan proceskosten. [gedaagde] heeft erkend dat bedrag ontvangen te hebben. Ondanks dat zij recht heeft op een hoger bedrag vordert Fortitudo in deze procedure echter slechts een bedrag van € 1.293,-. Daarmee stelt zij zich feitelijk nog coulant richting [gedaagde] op. Omdat Fortitudo slechts € 1.293,- eist mag [gedaagde] het restant van € 50,- (€ 1.343,- -/- € 1.293,-) immers zelf houden, ondanks het feit dat hij naar aanleiding van de uitspraak van 16 mei 2024 eigenlijk slechts recht op terugbetaling van het bedrag waarmee de administratieve sanctie is gematigd, oftewel
€ 25,-.
2.9.
Op grond van het bovenstaande is [gedaagde] een bedrag van € 1.293,- aan proceskostenvergoeding voor de beroepsprocedure verschuldigd. [gedaagde] wordt daarom veroordeeld dat bedrag aan Fortitudo te betalen.
[gedaagde] moet € 193,95 aan buitengerechtelijke incassokosten betalen
2.10.
De buitengerechtelijke incassokosten van € 193,95 worden toegewezen, omdat aan alle voorwaarden is voldaan om deze kosten vergoed te krijgen (artikel 6:96 BW).
[gedaagde] moet rente betalen
2.11.
De rente wordt toegewezen, omdat Fortitudo genoeg heeft gesteld waaruit volgt dat deze moet worden betaald en [gedaagde] dat niet heeft betwist.
[gedaagde] moet de proceskosten betalen
2.12.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde], omdat hij ongelijk krijgt (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot de kosten die [gedaagde] aan Fortitudo moet betalen op € 120,78 aan dagvaardingskosten, € 340,- aan griffierecht, € 204,- aan salaris voor de gemachtigde en € 102,- aan nakosten. Dat is in totaal € 766,78. Hier kan nog een bedrag bij komen als dit vonnis wordt betekend. De wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen vanaf de vijftiende dag nadat dit vonnis is betekend.
Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad
2.13.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat Fortitudo dat eist en [gedaagde] daar geen bezwaar tegen heeft gemaakt (artikel 233 Rv). Dat betekent dat het vonnis meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Fortitudo te betalen € 1.486,95 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over een bedrag van € 1.293,- vanaf 29 juli 2024 tot de dag dat volledig is betaald;
3.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, die aan de kant van Fortitudo worden begroot op € 766,78 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over dat bedrag vanaf de vijftiende dag nadat dit vonnis is betekend tot de dag dat volledig is betaald;
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
Dit vonnis is gewezen door mr. B.J.R. van Tongeren en in het openbaar uitgesproken.
44487