ECLI:NL:RBROT:2025:10278

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
19 augustus 2025
Publicatiedatum
26 augustus 2025
Zaaknummer
C/10/703933 / KG ZA 25-765
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding over opheffing conservatoir derdenbeslag in geschil over kwaliteit van geleverde sinaasappelen

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 19 augustus 2025 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Fruitstars B.V. en MATH GLOBAL TRADING FZ LLC. Het geschil betreft de opheffing van een conservatoir derdenbeslag dat door MGT is gelegd op de activa van Fruitstars. MGT heeft 86 containers met sinaasappelen aan Fruitstars geleverd en stelt een vordering van € 305.000,00 te hebben uit hoofde van openstaande facturen. Fruitstars betwist deze vordering en stelt dat de sinaasappelen niet van de afgesproken kwaliteit waren, wat zou leiden tot een tegenvordering op MGT. De voorzieningenrechter oordeelt dat het niet uitgesloten is dat Fruitstars een tegenvordering heeft op MGT vanwege kwaliteitsproblemen en ondeugdelijke verpakking van de sinaasappelen. De voorzieningenrechter heft het conservatoire beslag op dat onder Schrijvershof B.V. is gelegd, voor zover dit beslag doel heeft getroffen, en verklaart het vonnis uitvoerbaar bij voorraad. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten moet betalen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/703933 / KG ZA 25-765
Vonnis in kort geding van 19 augustus 2025
in de zaak van
FRUITSTARS B.V.,
statutaire vestigingsplaats: Rotterdam,
eiseres,
advocaat mr. R.A. Shenouda te Almelo,
tegen
MATH GLOBAL TRADING FZ LLC,
vestigingsplaats: Ras Al Khaimah (Verenigde Arabische Emiraten),
gedaagde,
advocaat mr. J.J. Borsboom te Rotterdam.
Partijen worden hierna Fruitstars en MGT genoemd.

1.De zaak in het kort

1.1.
MGT heeft in totaal 86 containers met sinaasappelen aan Fruitstars geleverd. Volgens MGT zijn de sinaasappelen voor een vaste prijs aan Fruitstars geleverd en heeft zij een vordering van € 305.000,00 (inclusief rente en kosten) uit hoofde van openstaande facturen op Fruitstars. MGT heeft daarom conservatoir derdenbeslag ten laste van Fruitstars laten leggen. Volgens Fruitstars zijn de sinaasappelen geleverd voor een richtprijs en dient na levering van de sinaasappelen definitief te worden afgerekend waarbij rekening wordt gehouden met de kwaliteit van de geleverde sinaasappelen. Fruitstars is van mening dat de kwaliteit van de sinaasappelen een lagere prijs dan de afgesproken richtprijs rechtvaardigt en dat om die reden geen sprake is van een vordering uit hoofde van openstaande facturen. Integendeel, volgens Fruitstars heeft zij juist een tegenvordering op MGT. Daarom vordert Fruitstars dat de conservatoire derdenbeslagen worden opgeheven. De voorzieningenrechter heft het onder één derde gelegde conservatoir beslag op en wijst de vorderingen van Fruitstars voor het overige af. Dit wordt hierna uitgelegd.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 28 juli 2025, met bijlagen 1 tot en met 21;
  • de aanvullende bijlagen 22 tot en met 24 van Fruitstars;
  • de conclusie van antwoord, met bijlagen 1 tot en met 4;
  • de aanvullende bijlagen 5 tot en met 9 van MGT;
  • de mondelinge behandeling op 5 augustus 2025;
  • de spreekaantekeningen van mr. Shenouda;
  • de pleitaantekeningen van mr. Borsboom.

3.De beoordeling

Opheffing van conservatoir beslag in het algemeen

3.1.
Opheffing van een beslag kan onder meer, maar niet uitsluitend, plaatsvinden als een van de in artikel 705 lid 2 Rv genoemde gronden aanwezig is en een belangenafweging niet tot een ander oordeel leidt, en op grond van een, zelfstandige, belangenafweging.
Een conservatoir derdenbeslag van MGT heeft een bedrag van € 14.565,45 geraakt
3.2.
MGT heeft verlof gekregen om ten laste van Fruitstars onder vijf partijen conservatoir derdenbeslag te laten leggen. Drie van hen hebben verklaard dat Fruitstars nu of in de toekomst niets van hen te vorderen heeft op grond van een ten tijde van de beslaglegging bestaande overeenkomst of andere verplichting. Anders geformuleerd hebben die beslagen geen doel getroffen, en dat kan ook niet meer omdat alleen voor beslaglegging onder ING Bank N.V. verlof voor repeterend beslag is verleend. Dat betekent dat Fruitstars in zoverre geen belang heeft bij opheffing. Het door MGT ten laste van Fruitstars onder ING Bank N.V. gelegde conservatoir beslag heeft doel getroffen voor een bedrag van € 14.565,45. Van de vijfde partij onder wie MGT conservatoir derdenbeslag heeft gelegd, Schrijvershof B.V., is nog geen derdenverklaring ontvangen, zodat nog onbekend is of dat beslag iets heeft getroffen.
Partijen hebben een vaste prijs afgesproken
3.3.
De discussie tussen partijen spitst zich allereerst toe op de vraag of zij voor de containers met sinaasappelen een vaste prijs hebben afgesproken of dat richtprijzen zijn afgesproken met een definitieve prijsvaststelling achteraf. Voor de beoordeling van dit geschilpunt komt het aan op een uitleg van de tussen partijen gesloten overeenkomsten. Dit wordt gedaan aan de hand van de zogenaamde Haviltex-norm. Die norm komt er op neer dat de vraag hoe in een overeenkomst de verhouding van partijen is geregeld niet kan worden beantwoord op grond van alleen een zuiver taalkundige uitleg van de bepalingen van die overeenkomst; voor de beantwoording van die vraag komt het aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen en op wat zij met het oog daarop redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Hierbij zijn van beslissende betekenis alle omstandigheden van het concrete geval, gewaardeerd naar wat de maatstaven van redelijkheid en billijkheid meebrengen.
3.4.
Fruitstars verwijst ter onderbouwing van haar standpunt dat richtprijzen zijn afgesproken naar de zogenaamde purchase orders voor de sinaasappelen. Op die purchase orders staat – voor zover van belang – het volgende:

Agreement 50% advance against original documents other 50% after arrival”.
3.5.
Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter kan deze zin redelijkerwijs niet anders worden uitgelegd dan dat partijen een vaste prijs zijn overeengekomen, waarvan 50% vóóraf en 50% na ontvangst van de sinaasappelen moest worden betaald. De purchase orders en de overige processtukken in dit kort geding bevatten geen enkel aanknopingspunt voor het oordeel dat partijen hebben bedoeld een richtprijs af te spreken en dat pas achteraf de definitieve prijs zou worden vastgesteld aan de hand van de kwaliteit van de geleverde sinaasappelen. Fruitstars heeft tijdens de mondelinge behandeling ook geen duidelijk of bevredigend antwoord gegeven op de vraag waaruit de voorzieningenrechter naar haar mening kan afleiden dat toch een richtprijs zou zijn afgesproken. Daardoor is onduidelijk gebleven waarop Fruitstars haar stelling baseert dat partijen richtprijzen zijn overeengekomen. De in dat verband door haar gestelde mondelinge afspraken blijken nergens uit. De stelling van Fruitstars dat partijen de term “claim” hanteren als een verzamelbegrip voor correcties op de richtprijs vanwege kwaliteitsafwijkingen en dat daaruit volgt dat richtprijzen zijn afgesproken, heeft MGT betwist en Fruitstars onvoldoende onderbouwd. Uit de correspondentie tussen partijen waar Fruitstars in dit verband naar verwijst, volgt niet dat met een claim correcties op de richtprijs vanwege kwaliteitsafwijkingen wordt bedoeld.
3.6.
Concluderend is op dit moment niet aannemelijk dat partijen een richtprijs hebben afgesproken waarbij achteraf de definitieve prijs wordt vastgesteld aan de hand van de, van de kwaliteit van de geleverde sinaasappelen afhangende, prijs die deze hebben opgebracht. Dit brengt mee dat ook niet aannemelijk is dat Fruitstars op grond daarvan een tegenvordering op MGT heeft.
Het is niet uitgesloten dat Fruitstars een tegenvordering heeft op MGT
3.7.
Het is vooralsnog niet uitgesloten dat Fruitstars een tegenvordering heeft op MGT op grond van (in ieder geval) kwaliteitsproblemen van de door MGT aan Fruitstars geleverde sinaasappelen en schade als gevolg van ondeugdelijke verpakking van de sinaasappelen.
3.8.
Dát de door MGT aan Fruitstars geleverde sinaasappelen kwaliteitsproblemen vertoonden, blijkt voldoende uit de door Fruitstars als producties 22 in het geding gebrachte kwaliteitsrapporten. Uit die rapporten volgt dat MGT onder meer beschimmelde, uitgedroogde en door kou beschadigde sinaasappelen aan Fruitstars heeft geleverd. Dit is onder andere veroorzaakt doordat MGT een schip heeft laten omvaren waardoor dat schip vier weken te laat is aangekomen, en ladingen naar andere boten heeft laten overladen, zoals Fruitstars onweersproken heeft gesteld. De voorzieningenrechter volgt MGT niet in haar standpunt dat Fruitstars de kwaliteitsproblemen met de sinaasappelen niet op tijd bij MGT heeft gemeld. Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter is niet aannemelijk geworden dat de klachttermijn van 48 werkuren waar MGT zich op beroept tussen partijen is overeengekomen. Het enkele vermelden van die klachttermijn in de voettekst van de door MGT aan Fruitstars gestuurde facturen in combinatie met de omstandigheid dat Fruitstars daar vervolgens niets over zou hebben opgemerkt, dwingt niet tot de conclusie dat die klachttermijn ook daadwerkelijk tussen partijen is overeengekomen. Daarvoor is immers aanbod en aanvaarding van de klachttermijn nodig. Dat de klachttermijn daadwerkelijk door Fruitstars is aanvaard, blijkt nergens uit. In dit verband is ook van belang dat op de purchase orders niets staat vermeld over een eventueel van toepassing zijnde klachttermijn. Datzelfde geldt voor de op het transport van de sinaasappelen van toepassing zijnde voorwaarden; ook daarover staat niets op de purchase orders en evenmin op de facturen. De verwijzing van MGT in dit verband naar een e-mail van 13 december 2024 (bijlage 2 van MGT) gaat niet op, omdat daarin niet staat onder welke transportvoorwaarden de sinaasappelen naar Fruitstars zouden worden vervoerd. Dit is relevant, omdat partijen van mening verschillen over het antwoord op de vraag wie van hen het transportrisico van de sinaasappelen draagt. Tijdens de mondelinge behandeling hebben partijen hierover verschillende stellingen ingenomen en die over en weer niet steeds (gemotiveerd) betwist. Bij deze stand van zaken kan niet worden uitgesloten dat het risico voor schade aan de sinaasappelen tijdens het transport al dan niet deels voor rekening van MGT komt en dat Fruitstars uit hoofde daarvan een tegenvordering op MGT heeft. Daarbij speelt mee dat niet valt in te zien dat MGT met Fruitstars in gesprek is gegaan over de aan de sinaasappelen geconstateerde kwaliteitsproblemen als de overeengekomen transportvoorwaarden alle aansprakelijkheid van MGT voor die kwaliteitsproblemen zouden uitsluiten. De stelling van MGT dat zij daar puur vanuit commerciële en bedrijfseconomische overwegingen met Fruitstars over in gesprek is gegaan, overtuigt niet.
3.9.
Daarnaast heeft Fruitstars met de kwaliteitsrapporten en foto’s voldoende aannemelijk gemaakt dat zij containers met sinaasappelen heeft ontvangen waarvan de dozen met sinaasappelen uit elkaar vielen en de pallets onvoldoende stevig waren. Dat Fruitstars daardoor schade heeft geleden, in die zin dat het haar extra werk heeft gekost om sinaasappelen uit kapotte dozen opnieuw te verpakken en dat sinaasappelen zijn beschadigd door onvoldoende stevige pallets, is voldoende aannemelijk. MGT heeft dit alles niet voldoende gemotiveerd betwist. Daarom is ook niet uitgesloten dat Fruitstars uit hoofde hiervan een tegenvordering op MGT heeft.
Het onder Schrijvershof B.V. gelegde conservatoir derdenbeslag wordt – voor zover dat doel heeft getroffen – opgeheven
3.10.
De hoogte van de tegenvordering van Fruitstars op MGT is op dit moment niet concreet te begroten. Fruitstars heeft daarvoor onvoldoende concrete aanknopingspunten genoemd, los van het door haar genoemde schadebedrag van € 50.000,00 vanwege drie containers met uitgedroogde sinaasappelen die bijna vier weken te laat aankwamen en beschimmeld en droog van binnen waren. Herbegroting van de vordering van MGT is daarom niet aan de orde. Aannemelijk is wel dat de tegenvordering substantieel zal zijn, zodat nog te bezien valt wie van partijen in de bodemprocedure per saldo nog iets van de ander te vorderen heeft. Gelet daarop is de voorzieningenrechter van oordeel dat MGT op dit moment genoegen moet nemen met het onder ING Bank N.V. beslagen bedrag van € 14.565,45 en dat het onder Schrijvershof B.V. gelegde conservatoir derdenbeslag moet worden opgeheven, voor zover blijkt dat het beslag daadwerkelijk doel heeft getroffen. In het licht van de hardheid van (een deel van) de vordering van MGT op Fruitstars en in aanmerking nemend dat Fruitstars daarvoor geen zekerheid heeft geboden, weegt het belang van MGT bij handhaving van dat beslag zwaarder dan het belang van Fruitstars bij opheffing daarvan.
De proceskosten worden gecompenseerd
3.11.
Het ten laste van ING Bank N.V. gelegde conservatoir beslag blijft liggen en het ten laste van Schrijvershof B.V. gelegde conservatoir beslag wordt opgeheven. Beide partijen hebben dus voor een deel ongelijk gekregen. Daarom worden de proceskosten gecompenseerd. Dit betekent dat iedere partij de eigen proceskosten moet betalen.
Uitvoerbaarheid bij voorraad
3.12.
De beslissing om het onder Schrijvershof B.V. gelegde conservatoir derdenbeslag op te heffen, wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

4.De beslissing

De voorzieningenrechter:
4.1.
heft op het door MGT ten laste van Fruitstars onder de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Schrijvershof B.V., statutair gevestigd in [plaats] , kantoorhoudende aan [adres] ( [postcode] ) in [plaats] , gelegde conservatoir derdenbeslag voor zover dit beslag doel heeft getroffen;
4.2.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4.3.
compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten betaalt;
4.4.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. de Bruin en in het openbaar uitgesproken op 19 augustus 2025.
3349 / 2009