Uitspraak
1.Inleiding
2.Procesverloop
3.Adviezen
4.Standpunt van partijen
5.Beoordeling
6.Beslissing
2 (twee)jaren;
Rechtbank Rotterdam
Op 8 augustus 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak betreffende de terbeschikkingstelling van een ter beschikking gestelde, geboren in 1982. De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengd. Deze maatregel is eerder opgelegd door het gerechtshof Den Haag op 28 mei 2003, vanwege ernstige misdrijven waaronder medeplegen van moord en diefstal met geweld. De terbeschikkingstelling is gestart op 13 juli 2015 en is sindsdien meerdere keren verlengd.
De rechtbank ontving op 10 juni 2025 een vordering van het openbaar ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling. Tijdens de openbare zitting op 8 augustus 2025 zijn de ter beschikking gestelde, zijn raadsvrouw mr. A.L. Louwerse, en deskundigen gehoord. De instelling waar de ter beschikking gestelde verblijft, adviseerde om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, gezien de complexe problematiek van de ter beschikking gestelde, waaronder een persoonlijkheidsstoornis en verslavingsproblematiek.
De rechtbank oordeelde dat, ondanks positieve ontwikkelingen in het functioneren van de ter beschikking gestelde, er nog steeds sprake is van een gebrekkige ontwikkeling en/of ziekelijke stoornis van de geestvermogens. De veiligheid van anderen eist een verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar. De rechtbank concludeerde dat er meer tijd nodig is om de vereiste stappen op een verantwoorde wijze te zetten, en dat de ter beschikking gestelde nog niet alle vaardigheden heeft om zelfstandig in de maatschappij te functioneren. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, en het openbaar ministerie en de ter beschikking gestelde hebben de mogelijkheid om binnen veertien dagen beroep in te stellen.