Op 21 augustus 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een machtiging voor gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige]. De zaak werd behandeld door de kinderrechter, mr. A. Verweij, en vond plaats met gesloten deuren. De gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, hierna de GI, had verzocht om een machtiging om [minderjarige] uit huis te plaatsen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp voor de duur van een jaar. Dit verzoek volgde op eerdere zorgen over de veiligheid van [minderjarige], die momenteel vermist is en eerder al uit huis geplaatst was. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er grote zorgen zijn over de veiligheid van [minderjarige], die zich mogelijk in het criminele circuit bevindt. Ondanks de zorgen van de GI, heeft de kinderrechter besloten het verzoek af te wijzen. De reden hiervoor is dat niet voldaan is aan de wettelijke vereisten voor het verlenen van een gesloten machtiging, aangezien de gedragswetenschapper [minderjarige] niet heeft kunnen spreken. De kinderrechter hoopt dat [minderjarige] weer boven water komt zonder de druk van een gesloten uithuisplaatsing en dat er een vertrouwensband kan worden opgebouwd met een jongerencoach. De beslissing is openbaar uitgesproken en op schrift gesteld op 26 augustus 2025.