Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de brief van de gemachtigde van [verzoekster] van 4 juli 2025, met bijlagen;
- de brief van de gemachtigde van [mede-verzoekster] van 29 juli 2025, met bijlagen;
- de spreekaantekeningen van de gemachtigde van [verzoekster],
- de spreekaantekeningen van de gemachtigde van [mede-verzoekster].
- [naam 1], werkzaam bij [verzoekster] op de afdeling personeelszaken, bijgestaan door de gemachtigde mr. Van Driel;
- [mede-verzoekster] vergezeld door haar nicht en bijgestaan door de gemachtigde mr. Jolink.
2.De beoordeling
1 maart 1993, terwijl in het geval van het ontbreken van opvolgend werkgeverschap als datum van indiensttreding 1 juli 2020 geldt.
‘Hij was zo aardig hij kwam binnen hij zei heb je je contract getekend en ook tegen [naam 5] de andere wil hij niet’. In hetzelfde gesprek schrijft [naam 4]:
‘Ja precies! Lekker vanuit [verzoekster] contract werken’. Verder schrijft haar collega [naam 6]:
‘Ik ben blij dat je bij ons blijft’.