ECLI:NL:RBROT:2025:10496

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
26 augustus 2025
Publicatiedatum
1 september 2025
Zaaknummer
C/10/702227 / JE RK 25-1327
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige

In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 26 augustus 2025, wordt de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2009, behandeld. De zaak betreft de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, die het verzoek indient om de ondertoezichtstelling van de minderjarige te verlengen voor de duur van een jaar, evenals de machtiging tot uithuisplaatsing. De kinderrechter heeft de zitting met gesloten deuren gehouden, waarbij de moeder niet aanwezig was, maar wel correct was opgeroepen. De minderjarige heeft telefonisch haar mening kunnen geven aan de kinderrechter.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ontwikkeling van de minderjarige ernstig bedreigd wordt door een onrustig verleden en conflicten in de thuissituatie. Ondanks de zorgen heeft de minderjarige grote stappen gemaakt in haar ontwikkeling en heeft zij een goede band met haar moeder. De kinderrechter oordeelt dat de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing noodzakelijk zijn voor de verzorging en opvoeding van de minderjarige. De kinderrechter verlengt de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing tot 2 september 2026 en verklaart de beschikking uitvoerbaar bij voorraad. De beslissing is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep bij het gerechtshof Den Haag.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummer: C/10/702227 / JE RK 25-1327
Datum uitspraak: 26 augustus 2025
Beschikking van de kinderrechter over een verlenging ondertoezichtstelling en verlenging machtiging tot uithuisplaatsing
in de zaak van
de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen de GI,
over
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2009 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen [voornaam minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:
[naam moeder],
hierna te noemen de moeder, wonende in [woonplaats] .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in de beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, ontvangen op 27 juni 2025.
1.2.
De zitting met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 26 augustus 2025. Daarbij waren aanwezig:
- een vertegenwoordiger van de GI, [persoon A] .
De moeder is niet verschenen. De kinderrechter stelt vast dat de moeder wel juist is opgeroepen.
1.3.
De kinderrechter heeft [voornaam minderjarige] naar haar mening gevraagd. [voornaam minderjarige] heeft hierover (telefonisch) een gesprek gevoerd met de kinderrechter. Tijdens de zitting heeft de kinderrechter samengevat wat [voornaam minderjarige] heeft verteld. De aanwezige heeft daarop kunnen reageren.

2.De feiten

2.1.
De moeder is belast met het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] .
2.2.
[voornaam minderjarige] verblijft op een groep van Pluryn, locatie [naam locatie 1] .
2.3.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 21 augustus 2024 de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] verlengd tot 2 september 2025.
2.4.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 3 december 2024 een machtiging verleend [voornaam minderjarige] gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder tot 2 september 2025.

3.Het verzoek

3.1.
De GI verzoekt de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] te verlengen voor de duur van een jaar. Ook verzoekt de GI de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder te verlengen voor de duur van de ondertoezichtstelling.
De GI verzoekt de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
3.2.
De GI handhaaft het verzoek ter zitting en licht dit als volgt toe. [voornaam minderjarige] liet op het begin van de maatregelen zorgelijk gedrag zien. Er waren forse zorgen over haar gedragingen. [voornaam minderjarige] heeft zich de afgelopen periode enorm hersteld en grote stappen gemaakt. [voornaam minderjarige] is een voorbeeld voor andere kinderen op de groep en op school. De spanningen tussen de moeder en [voornaam minderjarige] konden eerst hoog oplopen, maar nu gaat het goed tussen hen. Als het uitkomt, zijn [voornaam minderjarige] en de moeder elk weekend samen. Zowel de moeder als [voornaam minderjarige] erkennen dat er veel is gebeurd en het daarom beter is als [voornaam minderjarige] leert om aan haar zelfstandigheid te werken. [voornaam minderjarige] is daarom verhuisd naar [naam locatie 1] , waar zij leert om met (meer) vrijheden om te gaan. [voornaam minderjarige] heeft school goed doorlopen en zal in september starten aan een MBO. Ondertussen zal de GI in Rotterdam zoeken naar een plek op een KTC in Rotterdam. Op 24 september staat een groot overleg gepland waarin nog meer duidelijk zal worden. De jeugdbeschermer zal op dat overleg bespreekbaar maken wat de wensen van [voornaam minderjarige] zijn.

4.De beoordeling

4.1.
De kinderrechter is van oordeel dat aan de voorwaarden voor een verlenging van de ondertoezichtstelling is voldaan. De kinderrechter legt hieronder uit waarom.
4.2.
De ontwikkeling van [voornaam minderjarige] wordt nog steeds ernstig bedreigd, omdat zij een onrustig en zorgelijke verleden heeft als het gaat om haar sociaal-emotionele en seksuele ontwikkeling. In de thuissituatie bij de moeder waren veel conflicten. [voornaam minderjarige] heeft eerst in een gesloten instelling gezeten, sinds eind 2024 zit zij op een open groep. Daar is gebleken dat [voornaam minderjarige] grote stappen heeft gemaakt in haar ontwikkeling. Zij neemt haar verantwoordelijkheid, heeft ambitie, is een voorbeeld voor anderen en heeft goed contact met haar moeder, bij wie zij in de weekenden en in vakanties is. Net als de GI vindt de kinderrechter dat heel fijn voor [voornaam minderjarige] en complimenteert zij [voornaam minderjarige] met deze resultaten.
4.3.
Op haar vorige groep (locatie [naam locatie 2] van Pluryn) werd gezien dat [voornaam minderjarige] tegen haar grenzen aanliep als het gaat om haar ontwikkeling, waardoor zij nu op de locatie [naam locatie 1] zit. Hier kan ze toewerken naar meer zelfstandigheid. [voornaam minderjarige] bemerkt echter dat zij op deze locatie ook tegen beperkingen aanloopt, waardoor zij zich niet verder kan ontwikkelen zoals zij dat wil. Zo heeft zij nu geen plek voor het hebben van een eigen nagelstudio (die ze voorheen bij [naam locatie 2] wel had) en kan zij niet de door haar gewenste MBO-opleiding doen (richting beauty), waardoor ze noodgedwongen moet beginnen met een MBO-opleiding als logistiek medewerker. [voornaam minderjarige] wil graag naar een kamertrainingscentrum (KTC) in (de regio van) Rotterdam en als dat nog niet mogelijk is, wil zij naar een soortgelijke groep als [naam locatie 1] maar dan in Rotterdam (ze heeft gehoord over iets soortgelijks in Beverwaard). In Rotterdam zou ze bij een tante haar werkzaamheden als manicure kunnen voortzetten en zou de ze de door haar gewenste MBO-opleiding kunnen gaan volgen. Mocht het niet op korte termijn lukken om voor haar een passende plek te vinden in Rotterdam (of omgeving), zou [voornaam minderjarige] liever de komende tijd nog onderwijs willen volgen via Pluryn (op haar oude groep [naam locatie 2] ) in plaats van in die regio starten met een MBO-opleiding die niet haar voorkeur heeft, waarna ze later in Rotterdam waarschijnlijk opnieuw moet beginnen en ook niet de door haar gemaakte stage-uren kan meenemen naar haar nieuwe opleiding.
4.4.
De kinderrechter is van oordeel dat [voornaam minderjarige] zoveel mogelijk gestimuleerd moet worden om de door haar gewenste weg te bewandelen. Een (vanuit de overheid afgedwongen) uithuisplaatsing mag daarvoor geen belemmering zijn. Het is dan ook zaak dat zo spoedig mogelijk wordt onderzocht wat de mogelijkheden zijn om aan de wensen van [voornaam minderjarige] tegemoet te komen. Volgens de GI zou er op 24 september a.s. een groot overleg zijn en dat betekent dat er dan adequate beslissingen over een vervolgplaatsing moeten worden genomen, die dan ook zo spoedig mogelijk moeten worden uitgevoerd. Het is namelijk van groot belang dat [voornaam minderjarige] zich verder blijft ontwikkelen en dat zij gemotiveerd blijft om zich op een positieve manier in te zetten voor haar toekomst. [voornaam minderjarige] wil duidelijkheid over haar toekomst en dat is een terechte wens die gerespecteerd en (dus) gevolgd moet worden.
4.5.
De ernstige ontwikkelingsbedreiging kan niet of onvoldoende worden weggenomen met vrijwillige hulpverlening, omdat [voornaam minderjarige] van ver komt. Er dient niet het risico te worden gelopen dat de positieve ontwikkelingen teniet worden gedaan. Bovendien moet er nog veel voor [voornaam minderjarige] geregeld moet worden. Ook is van belang dat er een persoonlijkheidsonderzoek (PO) wordt gedaan, omdat het zou kunnen dat [voornaam minderjarige] op een lager ontwikkelingsniveau wordt ingeschat dan ze nu laat zien. Duidelijkheid hierover is gewenst, ook in verband met de inzet van mogelijke (verdere) hulpverlening. Thuis wonen is (voor dit moment) geen optie. De band tussen de moeder en [voornaam minderjarige] is nu goed en ook dat moet niet ongedaan worden gemaakt. De GI zal in het komende jaar wel dienen te bezien of de hulpverlening voor en de begeleiding van [voornaam minderjarige] kan worden overgedragen aan het vrijwillig kader.
4.6.
De ondertoezichtstelling is daarom nog steeds nodig. De kinderrechter verlengt de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] voor de duur van een jaar. Ook is de kinderrechter van oordeel dat de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] noodzakelijk is in het belang van de verzorging en opvoeding.
4.7.
De kinderrechter verklaart de beslissing uitvoerbaar bij voorraad, zoals is verzocht. Dat wil zeggen dat de beslissing direct geldt, ook als iemand in hoger beroep gaat.

5.De beslissing

De kinderrechter:
5.1.
verlengt de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] tot 2 september 2026;
5.2.
verlengt de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder tot 2 september 2026;
5.3.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is gegeven en in het openbaar uitgesproken op 26 augustus 2025 door mr. A. Verweij, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. V. Versteeg als griffier, en op schrift gesteld op 28 augustus 2025.
Tegen eindbeslissingen in deze beschikking is hoger beroep mogelijk bij het gerechtshof Den Haag. Hiervoor is een advocaat nodig. Wie kunnen hoger beroep instellen:
  • degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • andere belanghebbenden, binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of binnen drie maanden nadat zij op andere wijze daarvan kennis hebben genomen.